Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Waar gaat deze zaak over?
2.De procedure
- het tussenvonnis van 20 april 2022;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 11 mei 2022;
- de akte overlegging producties 37 t/m 40 zijdens [gedaagde] ;
- de akte overlegging producties 24 t/m 26 zijdens [eiseres] ;
- de mondelinge behandeling van 16 november 2022, waarvan zittingsaantekeningen zijn gemaakt.
3.De feiten
De Overeenkomst eindigt in beginsel zodra de Hoofdsom geheel is afgelost en de daarover verschuldigde rentevergoedingen geheel zijn betaald. De Overeenkomst kan door geen der partijen worden ontbonden, vernietigd of opgezegd, tenzij de Opdrachtovereenkomst eindigt voor het verstrijken van de looptijd van de Overeenkomst, ongeacht de reden van beëindiging.
In het geval de Opdrachtovereenkomst eindigt voor het verstrijken van de looptijd van de Overeenkomst en de Schuldenaar de Auto tussentijds niet heeft verkocht aan een derde, zal Schuldenaar de Auto om niet overdragen aan Schuldeiser, tegen kwijtschelding door Schuldeiser van het restant van de Hoofdsom. […]”
Mijn fee over september wordt vandaag voldaan.
Betaling van management fee factuur over oktober en onkosten worden uiterlijk 9 november op mijn rekening bijgeschreven.
Ik factureer de maanden november, december en januari vooruit inclusief verwachte onkosten; de betaling daarvan dient eveneens uiterlijk 9 november a.s. te zijn gedaan.
De voornoemde facturen worden je morgen uiterlijk gestuurd.
Eind januari wordt de eindafrekening van de onkosten opgemaakt, eventueel te veel ontvangen gelden worden binnen 7 dagen na afloop van de samenwerking teruggestort op de rekening van [eiseres] .
Aan het einde van de samenwerking wordt de leningsovereenkomst voor de auto tussen partijen beëindigd zonder dat er sprake is van een restsom.
4.Het geschil
in conventie
5.De beoordeling
Is de overeenkomst van opdracht door [gedaagde] opgezegd begin november 2021?
Kwam [gedaagde] een beroep toe op opschorting?
Geldleningsovereenkomst en Addendum
Auto
Conventie: betaling onder de Geldleningsovereenkomst
€ 724,78en 3% rente over de periode november tot en met 1 december 2021 over (het restant van) de hoofdsom. [gedaagde] heeft echter een beroep gedaan op verrekening ex. art. 6:127 BW nu [gedaagde] zelf ook aanspraak maakt op autokosten. [eiseres] heeft dit verweer van [gedaagde] niet gemotiveerd betwist. Indien in reconventie een vergoeding uit hoofde van de Geldleningsovereenkomst of het Addendum wordt toegewezen, wordt dit verrekend.
Conventie: Afgifte eigendommen
Conventie: (vervangende) schadevergoeding en rente
Reconventie: maandelijkse vergoeding
€ 9.290,32(maand november + 1/31e van € 9.000,-), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 6 december 2021 gelet op de factuurdata van de facturen. De vordering wordt voor het overige afgewezen.
Reconventie: betaling op grond van Addendum
€ 3.094,26,vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 6 december 2021.
Reconventie: rente Geldleningsovereenkomst
€ 1.656,13, bestaande uit verschotten (€ 259,13 aan kosten en € 676,00 aan griffierecht) en € 721,00 voor salaris advocaat (1 rekest x € 721,00).
1.442,00(2,0 punten × tarief € 721,00)
721,00(2,0 punten × factor 0,5 × tarief € 721,00)