ECLI:NL:RBZWB:2022:7968

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 december 2022
Publicatiedatum
28 december 2022
Zaaknummer
AWB- 21_3347 en 21_3349
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T. Peters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluiten inzake wijziging maatwerkvoorschriften geluid Activiteitenbesluit

Op 22 december 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij eisers beroep hebben ingesteld tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Deze besluiten betroffen de wijziging van maatwerkvoorschriften met betrekking tot geluid, naar aanleiding van een melding van een containeroverslagbedrijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat het akoestisch onderzoek dat door een deskundige was uitgevoerd, niet onjuist was en dat de geluidniveaus binnen de wettelijke normen blijven. De eisers, die in de nabijheid van het bedrijf wonen, voerden aan dat de geluidsoverlast niet adequaat was beoordeeld en dat er overschrijdingen waren van de geluidsnormen. De rechtbank oordeelde echter dat het college zich op het rapport van de deskundige mocht baseren en dat er geen aanleiding was voor strengere geluidsnormen. De beroepen van de eisers zijn ongegrond verklaard, en de rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummers: BRE 21/3347 ACTMIL en 21/3349 ACTMIL

uitspraak van 22 december 2022 van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen

1. [eiser 1a] en [eiser 1b]te [plaats eiseres 1] , eisers sub 1;
2. [eiser 2]te [plaats eiser 2] , eiser sub 2.
gemachtigde: [gemachtigde eisers]
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, verweerder.

Als derde partij heeft aan het geding deelgenomen:
[belanghebbende], te [plaats belanghebbende] ,
gemachtigde:

Procesverloop

Eisers hebben beroep ingesteld tegen de afzonderlijke besluiten van het college van 22 juni 2021 (bestreden besluiten) inzake het wijzigen van maatwerkvoorschriften met betrekking tot het aspect geluid op grond van het Activiteitenbesluit naar aanleiding van een melding van [naam bedrijf] (hierna: [afkorting bedrijf] ) dat de werking van haar inrichting aan [adres bedrijf 1] is veranderd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Breda op 14 november 2022. Eisers zijn in persoon verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden [vertegenwoordigers verweerder] . [afkorting bedrijf] is niet verschenen.

Overwegingen

1. Op grond van de stukken en de behandeling ter zitting gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.
[afkorting bedrijf] exploiteert een containeroverslagbedrijf in [adres bedrijf 1] . Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan “ [naam bestemmingsplan] ” hebben de desbetreffende gronden de bestemming “Bedrijventerrein” met de functieaanduiding “bedrijf tot en met categorie 4.2” (als bedoeld in de in Bijlage 1 opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten).
[afkorting bedrijf] heeft op 9 maart 2020 melding gedaan van een verandering van de werking van haar inrichting. De voorgenomen wijziging houdt verband met een aanpassing van rijroutes van het vrachtverkeer en personenauto’s over het inrichtingsterrein alsmede met het toepassen van nieuwe inzichten ten aanzien van het bronvermogen van vrachtverkeer en kranen. De belangrijkste geluidbronnen van het bedrijf zijn het laden en lossen van containers vanaf containerschepen door twee mobiele elektrische kranen op de terminal, het gebruik van reachstackers en de vrachtwagenbewegingen. Aan deze melding heeft [afkorting bedrijf] het akoestisch onderzoek van [naam onderzoeker] ten grondslag is gelegd.
Bij het primaire besluit van 24 november 2020 heeft het college de melding geaccepteerd, de eerder op 19 januari 2018 opgelegde maatwerkvoorschriften ingetrokken en daarvoor in de plaats nieuwe maatwerkvoorschriften opgelegd:
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit gelden de volgende grenswaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau in dB(A):
Referentiepunt
Dagperiode
Avondperiode
Nachtperiode
07.00-19.00 uur
19.00-23.00 uur
23.00-07.00 uur
150: 50 meter ten noorden
61
54
51
van de inrichting
152: 50 meter ten westen van de
56
51
49
inrichting
153: 50 meter ten zuiden van de
61
55
51
inrichting
154: 50 meter ten noorden van de
54
48
43
inrichting
BTextra0l
51
45
40
BTextra02 53 46 39
BTextra03 56 50 44
2. Om aan deze langtijdgemiddeld beoordelingsniveaus te kunnen voldoen dient er of een nader omschreven geluidscherm van 5 meter + mv aanwezig te zijn of de gestapelde containers en reefers van [afkorting bedrijf] dienen de nader aangegeven minimale hoogtes te hebben.
3. Indien het geluidscherm uit voorschrift 2 niet aanwezig is, dienen de containers aaneengesloten te worden opgesteld in één van de nader omschreven opstelvarianten.
Eisers wonen ten zuidoosten van BBT aan [adres] in Reeshof West te Tilburg, op ongeveer 330 meter van de dichtstbijzijnde geluidsbron op het terrein van [afkorting bedrijf] . Dit is meetpunt 35 in het rapport van [naam onderzoeker] , ongeveer 95 meter ten zuiden van zonebewakingspunt Z_12. Zij hebben bezwaarschriften tegen het primaire besluit ingediend.
Bij de bestreden besluiten heeft het college de bezwaren ongegrond verklaard.
2. Eisers hebben aangevoerd dat het akoestisch onderzoek van [naam onderzoeker] niet juist is uitgevoerd. Volgens eisers zijn er overschrijdingen op zonebewakingspunten, zowel overdag, ’s avonds en ’s nachts en is het gebruik van containers als geluidscherm in de zogeheten slangenvariant onjuist omdat het geen vaste objecten zijn. Daarnaast hebben zij betoogd dat niet wordt voldaan aan de geldende regelgeving. Ten slotte hebben zij zich op het standpunt gesteld dat het college niet adequaat omgaat met klachten en meldingen.
3. In artikel 2.17, eerste lid, en onder a, van het Activiteitenbesluit is bepaald dat voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) en het maximaal geluidsniveau LAmax, veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, geldt dat de niveaus op de in tabel 2.17a genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden.
Tabel 2.17a
07:00–19:00 uur
19:00–23:00 uur
23:00–07:00 uur
LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen
50 dB(A)
45 dB(A)
40 dB(A)
LAr,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen
35 dB(A)
30 dB(A)
25 dB(A)
LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen
70 dB(A)
65 dB(A)
60 dB(A)
LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen
55 dB(A)
50 dB(A)
45 dB(A)
4. [afkorting bedrijf] bevindt zich op het vrijwillig gezoneerde industrieterrein [naam bestemmingsplan] . Dit betekent dat op 50 meter van de grens van de inrichting een geluidsnorm geldt van 50 dB(A) etmaalwaarde voor het equivalente geluidsniveau van alle bedrijven op het industrieterrein tezamen. Voor wat betreft het maximaal toegelaten geluidsniveau gelden (nog steeds) de in artikel 2.17, eerste lid, en onder a, van het Activiteitenbesluit opgenomen waarden.
4.1
In bijlage I bij het addendum van het akoestisch onderzoek en de bijlage bij het primaire besluit is door [naam onderzoeker] berekend dat de totale geluidbelasting (van [afkorting bedrijf] en de andere inrichtingen op het bedrijventerrein) op de zonebewakingspunten in alle genoemde varianten niet meer dan 50 dB(A) etmaalwaarde zal bedragen en dat deze etmaalwaarde daarom ook zeker niet het voorgeschreven maximum op de gevels van de woningen aan [adres] zal overschrijden. De werking van de inrichting zal aldus in overeenstemming zijn met de normen die beleidsmatig te gelden hebben binnen deze geluidzone en de normen die ingevolge het Activiteitenbesluit gelden voor de woningen van eisers.
4.2
De rechtbank overweegt dat eisers vraagtekens hebben gezet bij de deugdelijkheid van het akoestisch onderzoek. Volgens hen is het geluid van de scheepvaart op het [naam kanaal] en het geluid van de hijskranen op de kade buiten beschouwing niet meegenomen in de berekeningen. Daarnaast hebben zij betwijfeld of de berekeningen van het geluid van het oppakken en neerzetten van containers door reachstackers wel representatief zijn voor de maximale bedrijfssituatie. Eisers hebben echter niet aannemelijk gemaakt dat aan de rapportage van [naam onderzoeker] en aan de beoordeling van die rapportage door de Omgevingsdienst Midden en West Brabant dermate gebreken kleven dat het college zich daar niet op heeft mogen baseren. De rechtbank tekent hierbij aan dat het college is uitgegaan van de melding van [afkorting bedrijf] en dat er geen aanleiding was om op voorhand te twijfelen aan het realiteitsgehalte van de gemelde activiteiten. Als voertuigen en machines langer actief zijn dan door [afkorting bedrijf] is gemeld, dan zal daar op gehandhaafd moeten worden. Dit geldt ook voor het geval de containers niet op de voorgeschreven wijze worden opgesteld. Voorts heeft [afkorting bedrijf] geen activiteiten gemeld in de zwaaikom bij de kade. De vraag of, en zo ja in hoeverre, het desbetreffende scheepvaartgeluid moet worden toegerekend aan [afkorting bedrijf] zal ook beantwoord moeten worden in een daar op gerichte handhavingszaak. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college zich op het standpunt kunnen stellen dat er geen aanleiding was om meer of strengere maatwerkvoorschriften op te leggen. In dit verband merkt de rechtbank op dat eisers hebben gewezen op de exploitatieovereenkomst tussen [afkorting bedrijf] en de gemeente waarin (onder meer) is afgesproken dat overslagactiviteiten niet zijn toegestaan tussen 23.00 en 07.00 uur. Deze afspraak is beschreven in de toelichting op het bestemmingsplan, maar heeft niet geleid tot een planvoorschrift met de strekking dat op het bedrijfsterrein van [afkorting bedrijf] in de nachtelijke uren geen werkzaamheden mogen plaatsvinden. Dit maakt dat het college niet bevoegd was om een voorschrift op te leggen met de strekking dat er tussen 23.00 uur ‘s avonds en 07.00 uur ‘s ochtends geen overslagactiviteiten zijn toegestaan.
4.3
De rechtbank stelt vast dat in de nieuwe geluidsituatie op de punten Z_12 en 35 - nabij de woningen van eisers - de geluidsbelasting zal toenemen. Blijkens onderstaande tabel met 0,5 dB(A) in de dagperiode, 2 dB(A) resp. 1,9 dB(A) in de avondperiode en 9,6 dB(A) resp. 8,4 dB(A) in de nachtperiode.
Rekenpunt
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT In dB(A)
Nr.
Omschrijving
Dagperiode 07.00-19.00 uur
Avondperiode 19.00-23.00 uur
Nachtperiode 23.00-07.00 uur
Nieuw
Huidig
Verschil
Nieuw
Huidig
Verschil
Nieuw
Huidig
Verschil
150
50 meter ten noorden van inrichting
60,6
61
-0,4
54,1
55
-0,9
49,8
38
11,8
152
50 meter ten westen van inrichting
55,8
57
-1,2
50,4
52
-1,6
47,8
49
-1,2
153
50 meter ten zuiden van inrichting
61,3
62
-0,7
54,4
53
1,4
50,8
47
3,8
154
50 meter ten noorden van
inrichting
54,1
55
-0,9
47,8
48
-0,2
42,3
30
12,3
Z_12
Zonebewakingspunt
47,4
46,9
0,5
41,4
39,4
2,0
32,6
23,0
9,6
Z_13
Zonebewakingspunt
49,8
50,1
-0,3
42,8
42,0
0,8
36,5
35,9
0,6
Z_14
Zonebewakingspunt
46,8
47,4
-0,6
40,7
41,0
-0,3
37,0
32,7
4,3
Z_15
Zonebewakingspunt
42,6
42,4
0,2
37,0
35,5
1,5
32,2
21,8
10,4
35
Eerstelijnsbebouwing Reeshof 05
44,2
43,7
0,5
38,5
36,6
1,9
29,2
20,8
8,4
Deze toename blijft binnen de ruimte die de geluidszone aan [afkorting bedrijf] biedt. Daarnaast blijft de geluidsbelasting in de nieuwe situatie ook binnen de geluidsnormen die ingevolge het Activiteitenbesluit gelden voor de woningen van eisers. Dit brengt de rechtbank tot het oordeel dat het college in redelijkheid heeft kunnen besluiten om geen strengere geluidsnormen op te leggen.
5. Gelet op het vorenstaande zullen de beroepen van eisers ongegrond worden verklaard. Voor een proceskostenveroordeling bestaat daarom geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, rechter, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, op 22 december 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
P.H.M. Verdonschot, griffier T. Peters, rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.