ECLI:NL:RBZWB:2022:8102

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
3 januari 2023
Zaaknummer
9839250_E2112022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. van der Lende-Mulder Smit
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis inzake betaling van incassokosten en rente door consument aan incassobureau

In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 december 2022 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De zaak betreft een geschil tussen [opposant], vertegenwoordigd door DC & LS B.V., en Infomedics B.V., voorheen Infomedics Factoring B.V., over een onbetaalde factuur van € 49,68 voor een tandartsconsult. Infomedics had de vordering op [opposant] gecedeerd en vorderde betaling van een totaalbedrag van € 90,19, inclusief rente en incassokosten. Het verstekvonnis van 9 augustus 2017 had deze vordering toegewezen, maar [opposant] kwam in verzet tegen dit vonnis, stellende dat hij de factuur tijdig had voldaan.

De rechtbank heeft vastgesteld dat [opposant] op 9 juli 2017 een bedrag van € 69,69 aan Infomedics had betaald, wat de vordering van Infomedics op dat moment had beperkt. De rechtbank oordeelde dat Infomedics geen verdere vordering meer had op [opposant] en dat het verstekvonnis van 9 augustus 2017 vernietigd moest worden. De proceskosten werden toegewezen aan [opposant], aangezien Infomedics als de in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt. De rechtbank heeft de kosten vastgesteld op € 205,17, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na aanschrijving.

De beslissing van de rechtbank houdt in dat het verstekvonnis wordt vernietigd en de vordering van Infomedics wordt afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M. van der Lende-Mulder Smit.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Zittingsplaats Middelburg
zaak/rolnr.: 9839250 CV EXPL 22-1103
Vonnis van 21 december 2022
inzake
[opposant],
wonende te [woonplaats] ,
opposant,
hierna: [opposant] ,
gemachtigde: DC & LS B.V.,
tegen
de besloten vennootschap
INFOMEDICS B.V., voorheen genaamd Infomedics Factoring B.V.,
gevestigd te Almere,
geopposeerde,
hierna: Infomedics ,
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten B.V.

1.Het verloop van het geding

1.1.
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het verstekvonnis van de kantonrechter te Middelburg met zaaknummer 6197434 CV EXPL 17-3546 van 9 augustus 2017 met de daarin genoemde stukken;
c. de verzetdagvaarding van 14 april 2022 met producties;
c. de conclusie van antwoord in oppositie van 27 juli 2022;
d. de conclusie van repliek in oppositie van 24 augustus 2022 met een productie;
e. de akte uitlaten producties in oppositie van 21 september 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen partijen staat het volgende vast:
- Infomedics (destijds genaamd Infomedics Factoring B.V.) heeft [opposant] voor een tandartsconsult bij [praktijk] in december 2016 een bedrag van € 49,68 in rekening gebracht. [praktijk] heeft haar vordering op [opposant] daartoe aan Infomedics gecedeerd. [opposant] heeft deze factuur niet binnen de gestelde betalingstermijn voldaan.
- Infomedics heeft [opposant] bij brief van 17 februari 2017 verzocht om het bedrag van € 49,68 te betalen binnen 15 dagen nadat deze brief bij hem is bezorgd, met de aanzegging dat bij gebreke van tijdige betaling € 40,00 aan incassokosten en rente in rekening wordt gebracht.
- Bij brief van 14 maart 2017 is door Infomedics een laatste betalingsherinnering aan [opposant] gezonden, waarin naast de hoofdsom van € 49,68 een bedrag van € 19,50 aan incassokosten en € 0,51 aan rente in rekening is gebracht, derhalve in totaal € 69,69, met de aanzegging dat de vordering bij gebreke van volledige betaling binnen 5 dagen na dagtekening van de brief uit handen wordt gegeven en dat de vordering dan wordt verhoogd met rente en € 40,00 aan incassokosten.
- [opposant] heeft € 69,69 aan Infomedics voldaan. Dit bedrag is op 9 juli 2017 van de bankrekening van [opposant] afgeboekt en is op 10 juli 2017 op de bankrekening van Infomedics bijgeschreven. Op 10 juli 2017 is ook de inleidende dagvaarding aan [opposant] betekend.

3.Het geschil

3.1.
Infomedics heeft in de inleidende dagvaarding gevorderd [opposant] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling van € 90,19 (€ 49,68 aan hoofdsom, € 0,51 aan rente tot 4 juli 2017 en € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten), vermeerderd met de wettelijke rente over € 49,68 vanaf 4 juli 2017 tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [opposant] in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de vijftiende dag na betekening van het vonnis tot de dag van volledige betaling.
3.2.
Bij verstekvonnis van 9 augustus 2017 (hierna: het verstekvonnis) is deze vordering toegewezen en is [opposant] veroordeeld in de kosten van de procedure, begroot op € 230,51.
3.3.
Het verstekvonnis is op 28 augustus 2017 aan [opposant] betekend, door achterlating van een afschrift van de grosse daarvan in een gesloten envelop op het adres waar [opposant] stond ingeschreven.
3.4.
[opposant] is in verzet gekomen. Hij vordert dat het verstekvonnis wordt vernietigd en dat opnieuw rechtdoende de vordering van Infomedics wordt afgewezen, met veroordeling van Infomedics in de proceskosten, waaronder de nakosten en te vermeerderen met de wettelijke rente over deze (na)kosten.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Ontvankelijkheid
4.1.
De kantonrechter dient, alvorens aan een inhoudelijke beoordeling van de vordering toe te komen, te beoordelen of [opposant] in zijn verzet ontvankelijk is. [opposant] stelt dat hij pas op 30 maart 2022 bekend is geworden met het verstekvonnis. Infomedics heeft dit niet betwist, zodat de kantonrechter van de juistheid daarvan uitgaat. Dat betekent dat de verzettermijn van vier weken als bedoeld in artikel 143 lid 2 Rv op 31 maart 2022 is ingegaan. [opposant] is op 14 april 2022, dus binnen deze termijn in verzet gegaan, zodat hij daarin ontvankelijk is.
Beroep op nietigheid dagvaarding
4.2.
[opposant] voert aan dat de inleidende dagvaarding ‘een nietigheid bevat’, omdat Infomedics [opposant] heeft gedagvaard onder de naam Infomedics Factoring B.V. terwijl deze naam reeds vóór de dagvaarding niet meer de statutaire naam van Infomedics was. Met dit verweer beroept [opposant] zich kennelijk op de nietigheid van het exploot van dagvaarding wegens een gebrek daarin. Ingevolge artikel 122 Rv verwerpt de rechter het beroep op nietigheid indien naar zijn oordeel het gebrek de gedaagde niet onredelijk in zijn belangen heeft geschaad. Aangezien het in dit geval voor [opposant] voldoende duidelijk is geweest op wiens verzoek de dagvaarding is uitgebracht en welke rechtspersoon aanspraak maakt op het daarin gevorderde, is hij niet onredelijk in zijn belangen geschaad door de vermelding van de eerdere statutaire naam van Infomedics . De kantonrechter gaat daarom aan dit verweer voorbij.
De vordering
4.3.
[opposant] stelt dat hij na de herinnering van 14 maart 2017 niets meer heeft vernomen en dat hij met de betaling van € 69,69 aan Infomedics op 9 juli 2017 de vordering met inbegrip van de verschuldigde incassokosten en rente volledig en tijdig heeft voldaan, zodat Infomedics ten onrechte op 10 juli 2017 tot dagvaarding is overgegaan, althans dat zij de procedure daarna ten onrechte heeft doorgezet en dat het verstekvonnis daarom moet worden vernietigd, met veroordeling van Infomedics in de proceskosten.
4.4.
De reactie van Infomedics op dit verweer van [opposant] luidt, samengevat, als volgt. [opposant] heeft inderdaad € 69,69 aan Infomedics betaald. Uit deze betaling blijkt dat [opposant] de nota en aanmaningen heeft ontvangen en Infomedics een vordering op [opposant] had. Het bedrag van € 69,69 is op 10 juli 2017 ná het uitbrengen van de dagvaarding op de rekening van Infomedics bijgeschreven. Het tijdstip van betaling kan echter door tijdsverloop niet meer worden bewezen. Infomedics heeft geprobeerd om met [opposant] tot een minnelijke regeling te komen, maar dat is niet gelukt. Zij is bereid om haar vordering op [opposant] te beperken tot het reeds door hem voldane bedrag van € 69,69 aan hoofdsom, rente en kosten en om de kosten van deze procedure voor haar rekening te nemen.
4.5.
De kantonrechter overweegt als volgt. Uit de standpunten van partijen volgt dat zij het erover eens zijn dat [opposant] op 9 juli 2017 ten minste een bedrag van € 69,69 aan Infomedics was verschuldigd. Ook staat vast dat [opposant] dat bedrag reeds aan Infomedics heeft betaald en Infomedics dus in zoverre geen vordering meer heeft op [opposant] . Omdat Infomedics haar vordering tot dit bedrag van € 69,69 heeft beperkt en zij afstand heeft gedaan van het meerdere, kan verder in het midden blijven of [opposant] ten tijde van dagvaarding ook daadwerkelijk, zoals hij stelt, tijdig en volledig aan zijn betalingsverplichtingen jegens Infomedics had voldaan en staat vast dat Infomedics op dit moment niets meer te vorderen heeft van [opposant] . Daarmee slaagt het verweer van [opposant] . Het verstekvonnis van 9 augustus 2017 zal daarom worden vernietigd.
Proceskosten
4.6.
Infomedics zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze worden aan de zijde van [opposant] vastgesteld op € 131,17 aan explootkosten voor de verzetdagvaarding en € 74,00 (2 punten x € 37,00) aan salaris gemachtigde, derhalve een bedrag van € 205,17, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving door [opposant] tot de dag van betaling.
Nakosten
4.7.
De gevorderde nakosten zullen voorwaardelijk worden toegewezen, zoals hierna in het dictum vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter:
vernietigt het vonnis van 9 augustus 2017 gewezen onder zaaknummer 6197434 CV EXPL 17-3546;
en opnieuw rechtdoende
wijst de vordering van Infomedics af;
veroordeelt Infomedics in de kosten van dit geding, aan de zijde van [opposant] tot op heden vastgesteld op € 205,17, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de dag van betaling.;
veroordeelt Infomedics in de kosten die zijn ontstaan na dit vonnis, begroot op
  • € 18,50 aan salaris gemachtigde, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis is voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na die aanschrijving tot de dag van betaling; en
  • de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de dag van betaling;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van der Lende-Mulder Smit, en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2022.