ECLI:NL:RBZWB:2022:8172

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 maart 2022
Publicatiedatum
10 januari 2023
Zaaknummer
9662916_E23032022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • mr. Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting zorg- en dienstverleningsovereenkomst en gebruiksovereenkomst, niet rechtsgeldig opgezegd

In deze zaak, die voor de Rechtbank Zeeland-West-Brabant werd behandeld, vorderden de eisers, [eiser in conventie sub 1] en [eiseres in conventie sub 2], de voortzetting van de zorg- en dienstverleningsovereenkomst en de gebruiksovereenkomst met Stichting Maatschappelijk Opvang Breda en Omstreken (SMO). De eisers stelden dat de opzegging van deze overeenkomsten door SMO niet rechtsgeldig was, omdat niet voldaan was aan de voorwaarden voor beëindiging. SMO had de overeenkomsten opgezegd op basis van vermeende overlast en het niet nakomen van afspraken, maar de eisers betwistten deze claims. De kantonrechter oordeelde dat SMO onvoldoende bewijs had geleverd voor de gestelde overtredingen en dat de opzegging van de overeenkomsten niet rechtsgeldig was. De rechter wees de vorderingen van de eisers toe, inclusief een dwangsom voor het geval SMO zou weigeren om de overeenkomsten na te komen. De proceskosten werden ook aan SMO opgelegd, aangezien zij als de in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd. De uitspraak vond plaats op 23 maart 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaak/rolnr.: 9662916 VV EXPL 22-5
vonnis in kort geding d.d. 23 maart 2022
inzake
1. de besloten vennootschap
Oranje Bewindvoering B.V.in de hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen die toebehoren aan de heer
[eiser in conventie sub 1],
gevestigd te Breda,
2.
[eiseres in conventie sub 2],
wonende te [woonadres] ,
eiseressen in conventie, verweersters in reconventie,
hierna afzonderlijk te noemen: “ [eiser in conventie sub 1] ” en “ [eiseres in conventie sub 2] ”,
hierna gezamenlijk te noemen: “ [eisers] ”,
gemachtigde: mr. S.E.C. Segeren-Krijnen, advocaat te Breda,
tegen
de stichting
Stichting Maatschappelijk Opvang Breda en Omstreken,
gevestigd en kantoorhoudende te (4836 AC) Breda, aan de Galderseweg 15, 2e verdieping,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
hierna te noemen: “SMO”,
gemachtigde: mr. M. Savelkoul, werkzaam ten kantore van Reef Projectmanagement B.V. te Eindhoven.

1.Het verloop van het geding

1.1.
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
de dagvaarding in kort geding van 9 februari 2022 met producties;
de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties;
de op 1 maart 2022 ter griffie ontvangen brief met één productie zijdens [eisers] ;
e op 8 maart 2022 ter griffie ontvangen brief met producties zijdens [eisers] ;
de aantekeningen van de griffier met betrekking tot de gehouden mondelinge behandeling van 9 maart 2022.
1.2.
Tijdens de gehouden mondelinge behandeling waren aanwezig de heer [eiser in conventie sub 1] en mevrouw [eiseres in conventie sub 2] , bijgestaan door mr. S.E.C. Segeren-Krijnen voornoemd, alsmede namens SMO aanwezig de heer [naam 1] en mevrouw [naam 2] , bijgestaan door
mr. M. Savelkoul voornoemd.

2.Het geschil

In conventie
2.1.
[eisers] vordert bij wege van onmiddellijke voorziening, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair
- voor recht te verklaren dat opzegging van de gebruiksovereenkomst en stopzetten van de begeleiding door SMO in strijd is met de redelijkheid en billijkheid en dat de gebruiksovereenkomst en zorg- en dienstverleningsovereenkomst onverminderd voortduurt, alsmede;
- SMO te veroordelen tot voortzetting en nakoming van de zorg- en dienstverleningsovereenkomst, de gebruiksovereenkomst en de aanvullende voorwaarden, onder verbeurte van een dwangsom van € 200,00 per dag en voor iedere dag dat SMO weigert om deze overeenkomsten na te komen, alsmede;
- met veroordeling van SMO in de kosten van het geding.
subsidiair
- te bepalen dat de gebruiksovereenkomst niet eerder eindigt dan 1 mei 2022, alsmede;
- met veroordeling van SMO in de kosten van het geding.
2.2.
SMO voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eisers] in de proceskosten te vermeerderen met de nakosten en te vermeerderen met de wettelijke rente.
In reconventie
2.3.
SMO vordert bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair
I. [eisers] te veroordelen om de woning drie dagen na de betekening van het vonnis met al het zijn te ontruimen en te verlaten met afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van SMO te stellen, zulks met machtiging aan SMO om bij gebreke van volledige voldoening hieraan deze verlating en ontruiming en dit vervolgens verlaten en ontruimd te houden op kosten van [eisers] , op verbeurte van een dwangsom ad € 250,00 per dag, althans een door de kantonrechter te bepalen bedrag;
subsidiair
II. te oordelen dat de zorg- en dienstverleningsovereenkomst alsmede de gebruiksovereenkomst is beëindigd en dat bij wege van voorlopige voorziening dat [eisers] wordt veroordeeld de woning aan de [adres] binnen drie dagen na betekening van het vonnis met al het zijn te ontruimen en te verlaten met afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van SMO te stellen, zulks met machtiging aan SMO om bij gebreke van volledige voldoening hieraan deze verlating en ontruiming en dit vervolgens verlaten en ontruimd te houden op kosten van [eisers] , op verbeurte van een dwangsom ad € 250,00 per dag, althans een door de kantonrechter te bepalen bedrag;
primair en subsidiair
III. [eisers] te veroordelen in de kosten van het geding, te vermeerderen met de nakosten, het salaris en de noodzakelijke verschotten van gemachtigde van SMO, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke renten over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
2.4.
[eisers] voert verweer.

3.De beoordeling in kort geding

In conventie en reconventie
3.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zullen beide geschillen gezamenlijk worden behandeld.
3.2.
Tussen partijen staan - voor zover relevant - de volgende feiten vast:
a. op 7 oktober 2020 is tussen [eiser in conventie sub 1] en SMO en tussen [eiseres in conventie sub 2] en SMO een zorg- en dienstverleningsovereenkomst gesloten. In beide overeenkomsten staat:
“2.3 Indien er een huurovereenkomst is afgesloten tussen SMO Breda e.o. en de cliënt en de Zorg- en dienstverleningsovereenkomst wordt beëindigd, dan wordt automatisch de huurovereenkomst ook beëindigd.
2.4
SMO Breda e.o. kan de overeenkomst slechts opzeggen indien er sprake is van bijzondere en zwaarwegende redenen.(…)
12.1
De cliënt zal naar beste vermogen meewerken aan de totstandkoming en uitvoering van een adequaat Actieplan. (…)
12.4
Teneinde uitvoering van het Actieplan te bevorderen dient de cliënt:
a.
de zorg en begeleiding van medewerkers van SMO Breda e.a. te accepteren;
b.
deel te nemen aan (individuele) begeleidingsgesprekken;
c.
te werken aan de doelen welke cliënt met de begeleiding van SMO Breda e.o. zijn besproken en vastgelegd; (…)
12.5
De cliënt dient geplande afspraken minimaal 1 x 24 uur van tevoren af te zeggen.”;
op 23 maart 2021 zijn [eiser in conventie sub 1] , [eiseres in conventie sub 2] en SMO extra aanvullende voorwaarden overeengekomen:
“In dit document staan de voorwaarden opgesteld waaraan cliënten, [eiser in conventie sub 1] en [eiseres in conventie sub 2] , zich dienen te houden om beëindiging van de begeleidingsovereenkomst te voorkomen.(…) komen de volgende afspraken overeen om de begeleiding voort te zetten en te kunnen gaan wonen in de crisiswoning: (…) [eiser in conventie sub 1] en [eiseres in conventie sub 2] houden zich aan eerder gemaakte afspraken welke zijn vastgelegd in het document op 3 maart 2021. In dit document staan de extra voorwaarden vermeld voor het wonen in de crisiswoning. Het is van belang om afspraken na te komen. Afspraken kunnen minimaal 1 uur van te voren afgezegd. We wachten maximaal 15 minuten op de gemaakte afspraak. (…) Wanneer jullie zich niet houden aan bovengenoemde afspraken dan zal dit de volgende consequenties hebben: SMO Breda zegt de begeleidingsovereenkomst op en het traject en de crisiswoning worden dan beëindigd.”;
op 7 april 2021 zijn partijen de volgende voorwaarden overeengekomen:
“In dit document staan de voorwaarden waar [eiser in conventie sub 1] ( [geboortedag 1] -1992) en [eiseres in conventie sub 2] ( [geboortedag 2] -1986) zich aan dienen te houden als zij een woning huren van SMO Breda met begeleiding van Housing First. (…)Het is niet toegestaan dat er mensen in de woning overnachten (…) Het is niet toegestaan overlast te veroorzaken door henzelf of door bezoek in en rondom de woning (…) Mochten bovengenoemde voorwaarden geschonden worden dan krijgen ze en officiële waarschuwing. Bij 3 officiële waarschuwingen wordt de huurovereenkomst beëindigd en zullen zowel [eiser in conventie sub 1] als [eiseres in conventie sub 2] de woning moeten verlaten. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de hoofdhuurder of medehuurder en er wordt ook niet gekeken wie er verantwoordelijk is voor het niet nakomen van de begeleidingsafspraken of het veroorzaken van overlast. Voor beide stopt dan het traject. Ook zijn hierbij de voorwaarden uit de gebruikersovereenkomst van toepassing.”;
op 4 mei 2021 zijn [eiser in conventie sub 1] en SMO een gebruiksovereenkomst crisisverblijf overeengekomen, waarin staat:
“Het crisisverblijf naar zijn aard van korte duur is (maximaal 13 weken) en onlosmakelijk verbonden is aan begeleiding door medewerkers van SMO Breda e.o. (…)
Duur en einde overeenkomst
Cliënt verklaart bekend te zijn met het feit dat de begeleiding en het tijdelijke verblijf in het beschikbaar gestelde crisisverblijf voortijdig en onmiddellijk kan worden beëindigd indien op enig moment, naar het oordeel van SMO Breda e.o., blijkt dat:
1) Cliënt afspraken uit deze overeenkomst niet nakomt of;
2) Cliënt anderen laat overnachten in het door SMO Breda e.o. beschikbaar gestelde crisisverblijf of;
3) Cliënt overlast veroorzaakt voor de directe omgeving”;
op 1 juli 2021 heeft SMO een eerste officiële waarschuwing gegeven aan [eiser in conventie sub 1] en [eiseres in conventie sub 2] . Hierin staat:
“Jullie krijgen deze officiële waarschuwing omdat jullie je niet houden aan de extra voorwaarden die met jullie zijn afgesproken over het wonen in de crisiswoning aan de [adres] :
-
Het is niet toegestaan overlast te veroorzaken door henzelf of door bezoek in en rondom de woning.
Op donderdag 24 juni hebben wij bericht ontvangen van de politie zodat zij ter plaatse zijn geweest i.v.m. een overlastmelding. Daarnaast willen we nog benadrukken dat het belangrijk is jullie te houden aan de extra voorwaarden voor het wonen.(…) Bij 3 officiële waarschuwingen zijn wij genoodzaakt het verblijf in de crisiswoning stop te zetten.”;
op 3 augustus 2021 zijn [eiser in conventie sub 1] en SMO een (verlenging van de) gebruiksovereenkomst crisisverblijf overeengekomen;
op 9 december 2021 ziet SMO mogelijkheden om toch over te gaan tot het Housing Traject en daarmee de woning mogelijk vanaf 1 februari 2022 om te gaan klappen, wat inhoudt dat [eisers] vanaf die datum de woning rechtstreeks van de woningcorporatie zou kunnen gaan huren door middel van een huurovereenkomst op haar naam;
op 11 januari 2022 heeft SMO een tweede officiële waarschuwing gegeven aan [eiser in conventie sub 1] en [eiseres in conventie sub 2] , waarin het volgende staat:
“- Het is niet toegestaan overlast te veroorzaken door henzelf of door bezoek in en rondom de woning.
- Het is niet toegestaan om mensen te laten verblijven in en om de woning.
- De methadon was een vereiste bij het verblijf in de woning, echter worden deze afspraken niet nagekomen.
Op maandag 3 januari hebben wij bericht ontvangen van de woningbouw dat er sprake was van een man in de schuur en zorgen rondom jullie. Op dinsdag 4 januari ontvingen wij een melding van de politie dat zij ter plaatse zijn geweest i.v.m. een escalatie.
Daarnaast willen we nog benadrukken dat het belangrijk is om goed in contact te blijven en alle afspraken na te komen. Eveneens de manier van communiceren tegenover de mentoren is een aandachtspunt. Voor jullie is het nu zaak om binnen een week nieuwe afspraken gepland te hebben bij Novadic Kentron; wij gaan verschillende zaken uitzoeken met betrekking rondom de woning en met de ketenpartners en wij komen hier volgende week dinsdag
(18 januari) op terug. Bij 3 officiële waarschuwingen of wanneer het dusdanig uit de hand loopt zijn wij genoodzaakt het verblijf in de woning stop te zetten. Dus dit houdt in dat er geen meldingen komen in en rondom de woning, geen mensen laten overnachten in en rondom de woning, het nakomen van afspraken, het halen van de methadon en het toelaten van de begeleiding.”;
i. op 13 januari 2022 heeft SMO een derde en laatste officiële waarschuwing gegeven aan [eiser in conventie sub 1] en [eiseres in conventie sub 2] , waarin het volgende staat:
“- Het is niet toegestaan overlast te veroorzaken door henzelf of door bezoek in en rondom de woning.
- Het is niet toegestaan om mensen te laten verblijven in en om de woning.
- De methadon was een vereiste bij het verblijf in de woning, echter worden deze afspraken niet nagekomen.
- Het niet houden aan en nakomen van afspraken, zoals aangifte doen
Jullie krijgen deze laatste officiële waarschuwing omdat jullie je niet hebben gehouden aan de extra voorwaarden die met jullie zijn afgesproken over het wonen in de crisiswoning aan de [adres] . Op dinsdag 11 januari hebben wij jullie de tweede waarschuwing gegeven wegens het niet houden aan de gestelde voorwaarden. Deze konden jullie tekenen tot woensdag 12 januari 12.00; indien jullie niet zouden tekenen, zou de begeleiding per direct stopgezet worden. Bij het arriveren bij de woning 12 januari waren jullie echter niet aanwezig. Hierdoor melden wij jullie dat de begeleiding en het huurcontract opgezegd worden. Per 10-02 moeten jullie de woning verlaten.”;
op 20 januari 2022 heeft SMO een brief en e-mailbericht gestuurd over de opzegging van de gebruiksovereenkomst per 10 februari 2022;
op 27 januari 2022 heeft mevrouw [naam 2] van SMO aangifte gedaan van bedreiging door [eiser in conventie sub 1] op 13 januari 2022 tussen 12:00 en 13:00 uur;
3.3.
[eisers] legt aan haar vordering ten grondslag dat SMO de zorg- en dienstverleningsovereenkomst niet heeft opgezegd, waardoor deze thans onterecht niet meer wordt nagekomen en dat SMO de gebruiksovereenkomst en aanvullende voorwaarden niet rechtsgeldig, danwel in strijd met de redelijkheid en billijkheid, heeft opgezegd. [eisers] stelt het niet eens te zijn met de inhoud van de tweede officiële waarschuwing, nu zij geen overlast heeft veroorzaakt en voor zover sprake is geweest van overlast, is dit een omstandigheid die niet aan haar kan worden toegerekend. Daarnaast wordt het niet nakomen van de afspraken rondom methadon ten onrechte aan [eisers] tegengeworpen, nu SMO uiteindelijk niet meer mee ging naar de betreffende afspraak terwijl dit wel was afgesproken.
Ook is [eisers] het niet eens met de derde officiële waarschuwing, nu deze inhoudelijk nagenoeg hetzelfde is als de tweede waarschuwing, het niet ondertekenen van de tweede waarschuwing niet als grondslag voor de derde waarschuwing kan dienen en het tijdsbestek waarbinnen deze nieuwe waarschuwing wordt gegeven onredelijk is. [eisers] stelt verder dat geen sprake is van bijzondere of zwaarwegende redenen voor opzegging van de zorg- en dienstverleningsovereenkomst en stelt dat zij medio december 2021 juist te horen kreeg dat het traject zeer positief verliep en dat zij de woning zelfstandig kon gaan huren per 1 februari 2022. Voor zover SMO terecht heeft opgezegd, verzoekt [eisers] om een termijn van 3 maanden voor ontruiming. [eisers] stelt spoedeisend belang te hebben bij haar vorderingen, nu SMO heeft aangezegd dat de woning per 10 februari 2022 ontruimd dient te zijn en de begeleiding inmiddels is gestopt. Daarnaast heeft [eisers] belang bij voortzetting van de overeenkomsten, omdat het verlaten van de woning betekent dat zij dakloos zal worden. [eiser in conventie sub 1] c.s heeft dan geen adres meer, waardoor zij geen aanspraak kan maken op een uitkering en er nieuwe financiële problemen zullen ontstaan.
3.4.
SMO stelt zich op het standpunt dat zij de zorg- en dienstverleningsovereenkomst en de daaraan gekoppelde gebruiksovereenkomst per 10 februari 2022 rechtsgeldig heeft opgezegd en beëindigd. Zij voert aan dat de verschillende ontoelaatbare overtredingen op basis van de overeengekomen voorwaarden zowel op zichzelf als tezamen voldoende grond geven om deze overeenkomsten te beëindigen, nu sprake is geweest van het veroorzaken van overlast, het laten verblijven van mensen in en om de woning en het veelvuldig niet nakomen van afspraken. SMO betwist niet dat er in december 2021 zicht was op de mogelijkheid om de woning rechtstreeks van de woningcorporatie Alwel te huren, maar zij voert aan dat deze beslissing door Alwel in januari 2022 is teruggedraaid. Tenslotte verwijst SMO naar de 19 overlastmeldingen die volgens de politie de afgelopen twaalf maanden zijn gedaan op het adres van de woning van [eisers] . Ten aanzien van het door [eisers] gestelde spoedeisende belang voert SMO aan dat zij een doorstroomvoorziening heeft waardoor er andere begeleidingsmogelijkheden zijn en [eisers] dus niet op straat komt te staan. Voorts voert SMO aan spoedeisend belang te hebben bij haar vorderingen, omdat sprake is van een wachtlijst van zorgbehoeftigen waaraan zorg moet worden verleend in combinatie met het gebruik van een woning en SMO slechts een beperkt aantal woonheden ter beschikking heeft.
3.5.
In deze procedure dient te worden beoordeeld of [eisers] een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorziening en of aannemelijk is dat de vordering van [eisers] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het - mede gelet op de belangen van partijen over en weer - gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Daarvoor is nodig dat een voorlopig oordeel wordt gegeven over de opzegging van de tussen partijen gesloten overeenkomsten door SMO. Het kort geding biedt niet de mogelijkheid tot een uitvoerig onderzoek naar de feiten en bewijslevering. De kantonrechter zal zijn oordeel dus moeten baseren op de processtukken en hetgeen partijen over en weer naar voren hebben gebracht.
Spoedeisend belang
3.6.
Voldoende is gebleken dat [eisers] een spoedeisend belang heeft bij de door haar gevorderde voorziening tot voortzetting en nakoming van de zorg- en dienstverleningsovereenkomst, de gebruiksovereenkomst en de aanvullende voorwaarden. Dit volgt uit de mededeling van SMO dat [eisers] de woning per 10 februari 2022 moet hebben verlaten en dat de begeleiding van [eisers] door SMO reeds is stopgezet. Het voorgaande brengt mee dat [eisers] ontvankelijk is in haar vordering.
Verklaring voor recht
3.7.
De door [eisers] gevorderde verklaring voor recht dat de opzegging van de gebruiksovereenkomst en het stopzetten van de begeleiding door SMO in strijd is met de redelijkheid en billijkheid en dat de gebruiksovereenkomst en zorg- en dienstverleningsovereenkomst onverminderd voortduurt, verdraagt zich niet met het voorlopige karakter van een kort geding procedure. Hierin is geen plaats voor een declaratoire beslissing als een verklaring voor recht. De door [eisers] gevorderde verklaring voor recht zal dan ook worden afgewezen.
Voortzetting en nakoming van de overeenkomsten
3.8.
De kantonrechter overweegt ten aanzien van de vordering tot voortzetting en nakoming van de zorg- en dienstverleningsovereenkomst, de gebruiksovereenkomst en de aanvullende voorwaarden als volgt. De vraag die, kort gezegd, voor ligt is of aannemelijk is dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat SMO de gebruiksovereenkomst, de zorg- en dienstverleningsovereenkomst en aanvullende voorwaarden met [eisers] rechtsgeldig heeft opgezegd.
3.9.
Tussen partijen staat - als niet dan wel onvoldoende weersproken - vast dat bij drie officiële waarschuwingen de gebruiksovereenkomst (met alle aanvullende voorwaarden) en daarmee het verblijf in de woning stopt. Hoewel SMO aanvoert dat zij [eisers] op
13 januari 2022 de derde waarschuwing heeft gegeven op grond van het veroorzaken van overlast, het laten verblijven van personen in en om de woning en het niet nakomen van afspraken, is de kantonrechter voorshands van oordeel dat SMO - in het licht van de betwisting daarvan door [eisers] - onvoldoende heeft onderbouwd dat hierbij sprake is van nieuwe feiten ten opzichte van de inhoud van de tweede op 11 januari 2022 aan [eisers] gegeven waarschuwing. Niet gesteld of gebleken is dat in het korte tijdsbestek tussen de tweede en derde waarschuwing (opnieuw) sprake van is geweest van overlast of dat er personen in of om de woning hebben verbleven die daartoe niet bevoegd waren. Evenmin is gesteld of gebleken dat [eisers] in die periode een nieuwe (methadon) afspraak niet is nagekomen. Voorts is de door SMO gestelde afspraak dat de tweede officiële waarschuwing door [eisers] ondertekend moest worden ook onvoldoende onderbouwd, nu deze afspraak nergens schriftelijk staat opgenomen en - gelet op de betwisting daarvan door [eisers] - niet is komen vast te staan dat partijen deze afspraak hebben gemaakt. De kantonrechter is daarmee voorshands van oordeel dat niet kan worden geconcludeerd dat de derde officiële waarschuwing op goede gronden is gegeven, waardoor niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor het beëindigen van de gebruiksovereenkomst (en de aanvullende voorwaarden), namelijk het geven van drie officiële waarschuwingen.
3.10.
Voorts is tussen partijen in geschil of de zorg- en dienstverleningsovereenkomst is opgezegd en of sprake is van bijzondere en zwaarwegende redenen op grond waarvan deze overeenkomst kan worden opgezegd. De kantonrechter overweegt dat het antwoord op de vraag of de zorg- en dienstverleningsovereenkomst is opgezegd in het midden kan worden gelaten. Zelfs indien van een opzegging sprake zou zijn geweest, dan had deze opzegging in rechte - naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter - geen standgehouden. Daartoe overweegt hij als volgt.
3.11.
Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter zijn de door SMO gestelde 19 overlastmeldingen die bij de politie zijn gedaan - gelet op de betwisting daarvan door [eisers] - onvoldoende onderbouwd en daardoor niet komen vast te staan in deze procedure. Het is immers niet duidelijk wie deze meldingen heeft gedaan, wanneer deze zijn gedaan en wat precies de inhoud van de meldingen is. Voorts heeft SMO de beslissing van Alwel dat [eisers] de woning niet (meer) rechtstreeks mag huren evenmin voldoende onderbouwd. Het enkele e-mailbericht van Alwel aan SMO dat zij de vraag of [eisers] een huurcontract op haar naam krijgt terug op de agenda wil zetten en dat hierover met SMO contact is geweest, zegt nog niets over een definitieve beslissing hiertoe, zodat ook dit feit niet komt vast te staan in deze procedure. Verder is de kantonrechter voorshands van oordeel dat - gelet op de betwisting daarvan door [eisers] - onvoldoende is onderbouwd dat sprake is geweest van het veelvuldig niet nakomen van (methadon) afspraken. Op basis van hetgeen partijen hebben aangevoerd en de door hen overgelegde stukken is voor de kantonrechter onvoldoende duidelijk geworden wat bijvoorbeeld precies de afspraak rondom methadon is en of het meegaan van SMO naar deze afspraken hiervan onderdeel is en zo ja, of het niet nakomen van een dergelijke afspraak - geheel of in overwegende mate - aan [eisers] is toe te rekenen. De kantonrechter overweegt verder dat hoewel vast staat dat er op enig moment een persoon in de schuur heeft verbleven, ook dit naar zijn voorlopig oordeel onvoldoende grond biedt voor een beëindiging. [eisers] heeft immers aangegeven dat zij voor het overnachten in de schuur geen toestemming heeft gegeven en hier niets vanaf wist. Met name in het licht van het voornemen in december 2021 dat [eisers] de woning rechtstreeks bij Alwel mag gaan huren, kan vooralsnog niet worden geoordeeld dat het enkele feit dat een persoon in de schuur heeft verbleven een opzegging van de zorg- en dienstverleningsovereenkomst, mede vanwege de ernstige consequenties daarvan voor [eisers] rechtvaardigt.
3.12
SMO heeft gesteld dat zij aangifte heeft gedaan van bedreiging op 13 januari 2022, hetgeen voor SMO niet gebruikelijk is om te doen. De kantonrechter stelt voorop dat bedreiging onder geen enkele omstandigheid getolereerd kan worden en dat hieraan ernstige consequenties kunnen worden verbonden. [eiser in conventie sub 1] heeft ter zitting de gestelde bedreiging weersproken. Nu in het kader van dit geding niet kan worden vastgesteld wat zich daadwerkelijk tussen [eisers] en de medewerkers van SMO heeft afgespeeld, levert de gestelde bedreiging naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter onvoldoende grond op om de zorg- en dienstverleningsovereenkomst reeds thans te beëindigen.
3.13
Concluderend stelt de kantonrechter vast dat hoewel SMO aanvoert dat de opzegging is gegrond op bijzondere en zwaarwegende redenen, zoals hiervoor benoemd, deze redenen zonder grondig feitenonderzoek en/of bewijslevering niet kunnen worden vastgesteld. Deze kort geding procedure leent zich echter naar zijn aard niet voor dergelijke bewijslevering. Het voorgaande brengt mee dat niet kan worden vastgesteld dat sprake is van bijzondere en zwaarwegende redenen die meebrengen dat de situatie zodanig ernstig was, dat in redelijkheid niet meer van SMO kon worden gevergd om de zorg- en dienstverleningsovereenkomst en de daarmee samenhangende gebruiksovereenkomst voort te zetten en daardoor rechtsgeldig te kunnen beëindigen.
3.14
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter voorshands van oordeel dat in de bodemprocedure op basis van de thans vaststaande feiten zeer waarschijnlijk zal worden geoordeeld dat SMO de gebruiksovereenkomst, de zorg- en dienstverleningsovereenkomst en de aanvullende voorwaarden met [eisers] niet rechtsgeldig heeft opgezegd. De door [eisers] gevorderde veroordeling tot voortzetting van voornoemde overeenkomsten ligt daarom voor toewijzing gereed. De gevorderde dwangsom wordt eveneens toegewezen, met dien verstande dat daaraan een maximum zal worden gebonden van € 4.000,00. Omdat de primaire vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, hoeft de subsidiaire vordering niet meer te worden besproken.
3.15
Het voorgaande leidt ertoe dat de eis in reconventie, strekkende tot het in stand houden van de opzegging, danwel het beëindigen van de voornoemde overeenkomsten alsmede ontruiming van het gehuurde, zal moeten worden afgewezen.
3.16
Al hetgeen verder door partijen is aangevoerd en hiervoor onbesproken is gelaten, leidt niet tot een andersluidende beslissing.

4.De kosten

in conventie:
4.1.
SMO zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van het geding. De kosten bestaan uit een bedrag van € 128,00 aan griffierecht, een bedrag van € 131,18 aan explootkosten en een bedrag van € 498,00 als salaris voor de gemachtigde van [eisers] , zijnde een totaalbedrag van € 757,18.
in reconventie:
4.2.
Nu de vordering van SMO zal worden afgewezen, bestaat geen belang bij toewijzing van enige nakosten. Deze zullen derhalve worden afgewezen.
4.3.
SMO zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van het geding. Deze worden vastgesteld op een bedrag van € 249,00 aan gemachtigdensalaris voor de gemachtigde van [eisers] .

5.De beslissing in kort geding

De kantonrechter:
in conventie:
veroordeelt SMO tot voortzetting en nakoming van de zorg- en dienstverleningsovereenkomst, de gebruiksovereenkomst en de aanvullende voorwaarden, onder verbeurte van een dwangsom van € 200,00 per dag voor iedere dag dat SMO weigert om deze overeenkomsten na te komen met een maximum van in totaal € 4.000,00;
veroordeelt SMO in de proceskosten aan de zijde van [eisers] tot op heden begroot op
€ 757,18, daarin begrepen een bedrag van € 498,00 als salaris voor de gemachtigde van [eisers] ;
wijst de vordering voor het overige af.
in reconventie:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt SMO in de proceskosten aan de zijde van [eisers] tot op heden begroot op
€ 249,00 aan salaris advocaat voor de gemachtigde van [eisers] .
in conventie en in reconventie:
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Zander en in het openbaar uitgesproken op 23 maart 2022.