Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Beschikking ondertoezichtstelling
[de vrouw] , hierna te noemen de moeder,
[de man] , hierna te noemen de vader,
Het procesverloop
bekend onder zaaknr. C/02/389582 / FA RK 21-4255)tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
- de vader, bijgestaan door mr. Broekman-de Feijter;
- de moeder, bijgestaan door mr. De Koeijer;
- een vertegenwoordigster van de Raad.
De feiten
Het verzoek
Het standpunt van de belanghebbenden
De beoordeling
C/02/389582 / FA RK 21-4255). Ingevolge artikel 1:265k lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) dient een dergelijk verzoek echter schriftelijk te worden gedaan. Dit met als reden om de rechtspositie van de belanghebbenden voldoende te kunnen waarborgen. De belanghebbenden moeten zich namelijk kunnen beraden over een verzoek en moeten in de gelegenheid gesteld worden om zich te verweren. Onder verwijzing naar de uitspraak van het hof Amsterdam, bekend onder ECLI:NL:GHAMS:2018:3580, kan hiervan worden afgeweken op het moment dat de belanghebbenden instemmen met het mondelinge verzoek. De kinderrechter stelt vast dat hiervan sprake is en dat derhalve kan worden volstaan met een inhoudelijke behandeling van het mondelinge verzoek van de Raad.