Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 533 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- de aantekening van het mondelinge vonnis van de politierechter van 14 januari 2022, waarbij verzoeker is vrijgesproken;
- de stukken waaruit blijkt dat verzoeker op 17 oktober 2019 in verzekering is gesteld en op 1 november 2019 in vrijheid is gesteld;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
2.De beoordeling
16 dagen in verzekering en/of voorlopige hechtenisdoorgebracht[, waarvan 4 dagen op het politiebureau en 12 dagen in het Huis van Bewaring.. De LOVS-uitgangspunten gaan uit van een forfaitaire vergoeding van € 130,00 per dag voor het verblijf op het politiebureau of in het Huis van Bewaring met beperkingen of in een extra beveiligde inrichting (EBI) en € 100,00 in de overige gevallen.
€ 1.720,00.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 1.720,00, bestaande uit:
€ 2.400,00zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Beheer Derdengelden Van Asselt & Broere Strafrechtadvocaten