ECLI:NL:RBZWB:2022:8318

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 december 2022
Publicatiedatum
18 januari 2023
Zaaknummer
9868287
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Kool
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen en verweer op basis van opschorting

In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Aku Geveltechniek B.V. en een gedaagde partij. De eiseres, Aku, vorderde betaling van openstaande facturen ter hoogte van € 10.613,01, waarvan een deel door de gedaagde niet tijdig en volledig was betaald. De gedaagde had wel enkele deelbetalingen gedaan, maar het resterende bedrag bleef onbetaald. Aku stelde dat de gedaagde geen gerechtvaardigde reden had om niet te betalen en dat de geleverde gevelelementen correct waren. De gedaagde voerde verweer en stelde dat hij schade had geleden door de handelswijze van Aku, die volgens hem te laat had geleverd en zijn goede naam had geschaad.

De rechtbank oordeelde dat de gedaagde in beginsel gehouden was om te betalen, omdat de geleverde onderdelen daadwerkelijk waren geleverd. Het beroep van de gedaagde op opschorting van zijn betalingsverplichting werd verworpen, omdat de gedaagde zelf had bijgedragen aan de situatie door niet mee te werken aan een oplossing. De rechtbank wees de vordering van Aku tot betaling van de hoofdsom, wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten toe. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten van het geding. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Middelburg
zaak/rolnr.: 9868287 \ CV EXPL 22-1253
vonnis d.d. 14 december 2022
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Aku Geveltechniek B.V.,
statutair gevestigd te Zaanstad,
eiseres,
verder te noemen: Aku,
gemachtigde: BVCM Collections B.V.,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
verder te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.Het verloop van het geding

1.1
De procesgang blijkt uit het tussenvonnis van 25 mei 2022 en de daarin genoemde processtukken.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 november 2022. Ter zitting is verschenen de heer [naam 1] namens Aku. [gedaagde] was, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen en zonder enige kennisgeving aan de rechtbank, niet aanwezig. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat is besproken.
1.3
Ter zitting is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Partijen zijn actief in de detailhandel van gevelelementen. Vanaf ongeveer 2019 werkten zij zo nu en dan samen, in die zin dat Aku doorgaans gevelelementen aan [gedaagde] leverde waarvoor [gedaagde] moest betalen.
2.2
[gedaagde] betaalde onderstaande facturen van Aku, van in totaal € 10.613,01, niet tijdig en volledig (hierna: de facturen):
  • [factuurnummer 1] , gedateerd 25 maart 2021, ter hoogte van € 2.056,99;
  • [factuurnummer 2] , gedateerd 13 april 2021, ter hoogte van € 1.444,51;
  • [factuurnummer 3] , gedateerd 13 april 2021, ter hoogte van € 7.111,51.
2.3
Aku verstuurde diverse aanmaningen naar [gedaagde] met het verzoek alsnog de hoofdsom te betalen, inmiddels vermeerderd met rente en incassokosten.
2.4
[gedaagde] deed diverse (deel)betalingen van in totaal € 4.112,65, namelijk € 611,15 op 30 juni 2021 en € 2.056,99 en € 1.444,51 op 6 september 2021. Het resterende bedrag laat [gedaagde] onbetaald.

3.Het geschil

3.1
Aku vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van:
  • € 8.011,08, bestaande uit € 10.613,01 aan hoofdsom, € 629,59 aan wettelijke handelsrente vanaf de dag van verzuim tot de dag van dagvaarding (20 april 2022) en € 881,13 aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, waarop vervolgens de (deel)betalingen van in totaal € 4.112,65 in mindering zijn gebracht;
  • de wettelijke handelsrente over de hoofdsom vanaf de dag na dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
  • € 311,00 aan salaris gemachtigde;
  • de proceskosten.
3.2
Aku legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. [gedaagde] had geen gerechtvaardigde reden om niet te betalen. Betalingsonmacht van [gedaagde] is geen juridisch relevant verweer en aan de zijde van Aku zijn de bestellingen correct en tijdig geleverd. Voor het [projectnaam] waren niet de juiste ruiten geleverd, maar waar Aku heeft geprobeerd tot een oplossing te komen werkte [gedaagde] niet mee. Het was zeer lastig om contact met [gedaagde] te krijgen.
3.3
[gedaagde] voert verweer en meent dat hij het openstaande bedrag nog niet hoefde te betalen. Door de handelswijze van Aku heeft [gedaagde] schade geleden. Aku leverde bestellingen (te) laat en heeft [gedaagde] in zijn goede naam geschaad. Vanwege de verkeerde levering door Aku voor het [projectnaam] kon ook dit project niet voorspoedig en tijdig worden afgerond en betaalde eindklant [naam 2] niet de (volledige) factuur aan [gedaagde] .
3.4
De standpunten van partijen komen hierna – voor zover relevant – nader aan de orde.

4.De beoordeling

4.1
Niet in geschil is dat Aku de onderdelen waarvoor de facturen zijn gestuurd daadwerkelijk heeft geleverd. Dit betekent dat [gedaagde] in beginsel gehouden is daarvoor te betalen. Het beroep van [gedaagde] – naar de kantonrechter begrijpt – op opschorting van zijn betalingsverplichting kan gelet op het volgende niet slagen.
4.2
[gedaagde] beroept zich – onder meer – op de gang van zaken rondom het [projectnaam] . Dat de facturen waarvan Aku betaling vordert zien op andere projecten staat in dit geval niet in de weg aan een beroep op opschorting, nu voldoende samenhang bestaat tussen de verbintenissen omdat partijen regelmatig zaken met elkaar hebben gedaan.
Dat de aanvankelijke levering voor [projectnaam] niet correct was, wordt door Aku niet betwist. Uit de mail van 20 januari 2022 van Aku aan [gedaagde] blijkt kort gezegd dat partijen daarover – uiteindelijk – zijn overeengekomen dat Aku aangepaste ruiten bestelt en deze ook levert en/of monteert, waarna [gedaagde] bij een positieve afronding daarvan het volledig openstaande bedrag betaalt. Dit legt het initiatief bij Aku en uit de overgelegde correspondentie blijkt dat Aku dit ook oppakt. Zo bericht Aku aan [gedaagde] dat de juiste ruiten binnen zijn en dat zij op korte termijn de service wil afronden. Ondanks het uitblijven van een meewerkende reactie van [gedaagde] , biedt Aku vervolgens nog aan om de monteurs in het weekend langs te sturen of dat [gedaagde] zelf de ruiten monteert tegen vergoeding van de montagekosten. Het ligt dan wel op de weg van [gedaagde] om in te gaan de door Aku aangeboden handreikingen, hetgeen is nagelaten.
Gelet op het voorgaande is Aku in staat en bereid gebleken het [projectnaam] op te lossen, maar de houding van [gedaagde] heeft de daadwerkelijke uitvoering hiervan verhinderd. [gedaagde] was dan ook niet gerechtigd om de betaling op basis daarvan op te (blijven) schorten.
4.3
Voor zover [gedaagde] meent nog op andere gronden betaling te kunnen opschorten, heeft hij dit onvoldoende onderbouwd. Aangezien Aku ieder opschortingsrecht weerspreekt, had het op de weg van [gedaagde] gelegen om zijn standpunt nader toe te lichten. Zo is niet gebleken door welke aan Aku toerekenbare handelswijze [gedaagde] meent schade te hebben geleden en waar deze schade dan uit zou bestaan. De omstandigheid dat de eindklant onvolledig of te laat aan [gedaagde] betaalt kan niet zonder meer aan Aku worden tegengeworpen en [gedaagde] heeft geenszins althans onvoldoende onderbouwd dat Aku daar een rol in heeft gespeeld door bijvoorbeeld onderdelen (te) laat te leveren. Het komt daarbij voor eigen risico van [gedaagde] dat hij geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om zijn standpunten ter zitting nader toe te lichten.
4.4
Gelet op het voorgaande ligt de vordering tot betaling van de hoofdsom voor toewijzing gereed.
Wettelijke handelsrente
4.5
Tegen de door Aku gevorderde wettelijke handelsrente is door [gedaagde] geen afzonderlijk verweer gevoerd. Dit deel van de vordering zal daarom worden toegewezen zoals gevorderd, namelijk € 629,59 vanaf de dag van verzuim tot en met 20 april 2022 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over de hoofdsom vanaf 21 april 2022 tot de dag van algehele voldoening.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.6
Aku vordert verder een vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. [gedaagde] voert hiertegen geen afzonderlijk verweer. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is, omdat het verzuim na 30 juni 2012 is ingetreden. Aangezien Aku voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht en omdat het gevorderde bedrag van € 881,13 overeenkomt met het in het Besluit bepaalde tarief, zal dit deel van de vordering worden toegewezen.
Proceskosten
4.7
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van Aku tot op heden begroot op in totaal € 937,30, bestaande uit:
- € 112,30 aan explootkosten;
- € 514,00 aan griffierecht;
- € 311,00 (1 punt x € 311,00) aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1
veroordeelt [gedaagde] om aan Aku te betalen een bedrag van € 8.011,08, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over de hoofdsom vanaf 21 april 2022 tot aan de dag van algehele voldoening;
5.2
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van dit geding, aan de zijde van Aku tot op heden begroot op € 937,30, daarin begrepen een bedrag van € 311,00 als salaris voor de gemachtigde van Aku;
5.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Kool, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 14 december 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.