Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 533 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 130,00, voor schade wegens ondergane inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis;
- € 399,60, voor vergoeding van vermogensschade;
- € 108,00, voor vergoeding van reiskosten;
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- de kennisgeving sepot;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
2.De beoordeling
één dag in verzekeringdoorgebracht. De LOVS-uitgangspunten gaan uit van een forfaitaire vergoeding van € 130,00 per dag voor het verblijf op het politiebureau of in het Huis van Bewaring met beperkingen of in een extra beveiligde inrichting (EBI) en € 100,00 in de overige gevallen.
€ 130,00.
€ 399,60op gronden van billijkheid toe.
€ 340,00toegekend.
3.De beslissing
€ 529,60, bestaande uit:
€ 869,60zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden Van de Luijtgaarden Advocaten B.V., onder vermelding van “ [naam] ”.