ECLI:NL:RBZWB:2022:8353

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 december 2022
Publicatiedatum
19 januari 2023
Zaaknummer
9876775_E14122022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van den Boom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens ernstige overlast door huurder

In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting L’Escaut Woonsservice en Kwakkenbos Bewindvoeringen B.V. De eiseres, L’Escaut, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst met de huurder, vertegenwoordigd door Kwakkenbos, vanwege ernstige overlast die door de huurder en derden werd veroorzaakt. De overlast bestond uit geluidsoverlast, intimidatie van omwonenden, vernielingen en vermoedens van drugshandel. Ondanks herhaalde waarschuwingen en de inschakeling van buurtbemiddeling, heeft de huurder zijn gedrag niet verbeterd. De kantonrechter oordeelde dat de overlast structureel en ernstig was, waardoor de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was. De rechter heeft Kwakkenbos veroordeeld om het gehuurde binnen vier weken na betekening van het vonnis te ontruimen. Tevens zijn de proceskosten aan de zijde van L’Escaut begroot op € 633,06, die door Kwakkenbos moeten worden vergoed. De vordering tot het opleggen van een dwangsom werd afgewezen, omdat de deurwaarder al bevoegd is om tot ontruiming over te gaan bij gebreke van vrijwillige ontruiming.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Middelburg
zaak/rolnr.: 9876775 \ CV EXPL 22-1301
vonnis d.d. 14 december 2022
inzake
de stichting
Stichting L’ESCAUT WOONSERVICE,
gevestigd te Vlissingen,
eiseres,
verder te noemen: L’Escaut,
gemachtigde: GGN Master Credit B.V.,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KWAKKENBOS BEWINDVOERINGEN B.V.,in haar hoedanigheid van bewindvoerder van dhr.
[gedaagde],
statutair gevestigd te Goes,
gedaagde,
verder te noemen: Kwakkenbos q.q.,
gemachtigde: mr. drs. M.A.M. Karsten.

1.Het verloop van het geding

1.1
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het tussenvonnis van 3 augustus 2022 en de daarin genoemde processtukken;
b. de brief van 12 oktober 2022 namens L’Escaut, tevens houdende een akte wijziging van eis, met productie 35.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 24 oktober 2022. Aanwezig waren mw. [naam] namens L’Escaut bijgestaan door mr. J. Mikes, alsmede
dhr. [gedaagde] bijgestaan door mr. drs. M.A.M. Karsten. Mr. J. Mikes heeft spreekaantekeningen overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat is besproken.
1.3
Ter zitting is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Tussen L’Escaut als verhuurder en [gedaagde] (nader te noemen: [gedaagde] ) als huurder bestaat sinds 9 januari 2018 een huurovereenkomst voor de woning aan de [adres] te Vlissingen (hierna: de huurovereenkomst en het gehuurde).
2.2
Voorafgaand aan het sluiten van de huurovereenkomst heeft er een kennismakings-gesprek tussen partijen plaatsgevonden in verband met het woonverleden van [gedaagde] . L’Escaut heeft de woning onder voorwaarden aan [gedaagde] verhuurd. In de eerste instantie werd de huurovereenkomst voor de bepaalde duur van 1 jaar gesloten tussen L’Escaut en de Stichting Door en [gedaagde] . Daarbij was het wonen en het verkrijgen van zorg gekoppeld. Vervolgens is de huurovereenkomst zonder Stichting Door als derde partij voortgezet voor onbepaalde tijd.
2.3
Bij beschikking van 29 maart 2018 zijn de goederen van [gedaagde] onder bewind gesteld, met benoeming van Kwakkenbos tot bewindvoerder.
2.4
Vanaf september 2018 ontvangt L’Escaut overlastmeldingen over [gedaagde] . L’Escaut wijst [gedaagde] op de ontvangen overlastmeldingen, onder andere in de brieven van 3 oktober 2018 en 9 januari 2019.

3.Het geschil

3.1
L’Escaut vordert – samengevat en na bij akte van 24 oktober 2022 haar vordering te hebben gewijzigd – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
de huurovereenkomst te ontbinden;
[gedaagde] te veroordelen het gehuurde binnen zeven dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis te ontruimen en te verlaten met al het zijne en de zijnen en het gehuurde en door afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van L’Escaut te stellen, zulks op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag – een dagdeel daaronder begrepen – dat hij hiermee in gebreke blijft, zulks met een maximum van € 5.000,00;
[gedaagde] te veroordelen tot betaling van de proces- en de nakosten;
[gedaagde] te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente over de onder C bedoelde kosten, indien hij die kosten niet binnen veertien dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis zal hebben voldaan, tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2
L’Escaut baseert haar vordering op de stelling dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de met haar gesloten huurovereenkomst. Kort gezegd stelt zij in dat verband dat [gedaagde] zich niet als een goed huurder heeft gedragen, zoals bedoeld in artikel 7:213 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en artikel 6 lid 3 van de toepasselijke huurvoorwaarden. In hoofdzaak bestaat die tekortkoming uit het door [gedaagde] en door derden, die met goedvinden van [gedaagde] gebruik maken van het gehuurde, structureel veroorzaken van ernstige overlast aan omwonenden in strijd met artikel 6 lid 6 van de huurvoorwaarden. Die overlast, waarvan de eerste melding al dateert van kort nadat [gedaagde] de woning heeft betrokken en die sedertdien met (korte) onderbrekingen voortduurt, bestaat onder meer uit geluidsoverlast (zoals geschreeuw, gebonk, harde muziek en luidruchtig bezoek), het bij omwonenden aanbellen (ook ’s nachts), het vernielen van de portiekdeur, ruzies, intimidaties en bedreiging van omwonenden. Er is sprake van ernstige incidenten met politiebemoeienis en vernieling. Die overlast is eerder geëscaleerd toen [gedaagde] een omwonende met een wapen heeft bedreigd en hem ook heeft geslagen. Voorts klagen omwonenden over stankoverlast en melden omwonenden dat [gedaagde] veel bezoek krijgt van mensen aan wie hij drugs verkoopt. Ondanks vele waarschuwingen en kansen en inschakeling van buurtbemiddeling heeft [gedaagde] zijn huurgedrag niet gebeterd. L’Escaut ziet daarom geen andere oplossing meer dan een ontbinding van de huurovereenkomst.
3.3
Kwakkenbos q.q. voert verweer. Er is sprake van een uit de hand gelopen burenruzie, waarbij [gedaagde] en zijn buren elkaar over en weer beschuldigen van geluidsoverlast (o.a. bonken op de muur) en van vernielingen. [gedaagde] ondervindt veel last van zijn buren en dat belemmert [gedaagde] in zijn woongenot. Kwakkenbos q.q. wijst erop dat [gedaagde] meent dat L’Escaut niet serieus naar zijn klachten luistert. Nagenoeg alle tegen hem gerichte overlastmeldingen zijn afkomstig van twee buren, de bewoner van [huisnummer 1] en de bewoner van [huisnummer 2] . De bewoner van [huisnummer 1] is de buurman waarvan [gedaagde] veel overlast ondervindt en waarover hij bij L’Escaut heeft geklaagd. Die buurman is momenteel aan het verhuizen. Kwakkenbos q.q. wijst er voorts op dat het gehuurde deel uitmaakt van een in 1958 gebouwd, gehorig appartementencomplex en dat de meldingen voor een groot deel betrekking hebben op loop- en/of bonkgeluiden. Dat betreft normale woongeluiden die niet als overlast, laat staan structurele en/of ernstige overlast, kunnen worden gekwalificeerd. Kwakkenbos q.q. benadrukt dat [gedaagde] uitdrukkelijk betwist zich met het dealen van drugs bezig te houden en dat hij ook de juistheid van de overige, specifiek op zijn gedrag gerichte verwijten betwist. Tot slot wijst Kwakkenbos q.q. erop dat het bezoek dat [gedaagde] ontvangt regelmatig wordt bedreigd en dat [gedaagde] zelf ook in elkaar is geslagen door een groep mensen, onder wie ook buren.
3.4
De standpunten van partijen komen hierna – voor zover relevant – nader aan de orde.

4.De beoordeling

4.1
De kantonrechter stelt voorop dat Kwakkenbos q.q. in deze procedure terecht is gedagvaard als formele procespartij, aangezien zij [gedaagde] als rechthebbende tijdens het bewind in en buiten rechte vertegenwoordigt. Gelet daarop heeft L’Escaut kennelijk abusievelijk in het petitum de naam van [gedaagde] opgenomen. Nu uit de stellingen en uit overige omstandigheden voldoende duidelijk blijkt dat Kwakkenbos q.q. wordt bedoeld en daar namens [gedaagde] ook niets over is opgemerkt, zullen de vorderingen worden gelezen als zijnde gericht tegen Kwakkenbos q.q.
Tekortkoming
4.2
De kantonrechter is van oordeel dat L’Escaut haar stelling dat [gedaagde] structureel overlast veroorzaakt in voldoende mate heeft onderbouwd. Dat [gedaagde] overlast veroorzaakt volgt immers uit de zeer vele meldingen van omwonenden aan zowel L’Escaut, de politie als aan de gemeente Vlissingen, van welke meldingen L’Escaut ook afschriften in het geding heeft gebracht. Daarnaast is een buurtonderzoek uitgevoerd waarover Adviesbureau Veerkracht in haar rapport van 21 februari 2022 over [gedaagde] onder meer opmerkt dat
“uit het buurtonderzoek duidelijk naar voren is gekomen dat de huurder enorme overlast veroorzaakt bij zijn direct omwonenden.”. In dit licht heeft Kwakkenbos q.q. haar verweer dat sprake is van een hetze van de buren tegen [gedaagde] en dat het niet meer dan gewone leefgeluiden zou betreffen onvoldoende gemotiveerd, waardoor hieraan voorbij zal worden gegaan.
Ontbinding en ontruiming
4.3
Ingevolge artikel 6:265 BW geeft iedere tekortkoming van een partij de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te (doen) ontbinden, tenzij de tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis deze ontbinding niet rechtvaardigt. De kantonrechter zal de door L’Escaut gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde toewijzen. De hiervoor vastgestelde tekortkoming van [gedaagde] is vanwege het structurele karakter en de ernst van de aan hem toe te rekenen overlast van een zodanige omvang en gewicht dat niet gesproken kan worden van een situatie van geringe betekenis waardoor de ontbinding van de huurovereenkomst niet gerechtvaardigd zou zijn.
4.5
Nu de huurovereenkomst zal worden ontbonden, zal Kwakkenbos q.q. worden veroordeeld om het gehuurde te ontruimen. De kantonrechter ziet aanleiding om de door L’Escaut gevorderde ontruimingstermijn naar redelijkheid vast te stellen op vier weken na betekening van dit vonnis. Met bovenstaande veroordeling verkrijgt L’Escaut de mogelijkheid maar niet de verplichting om het gehuurde door de deurwaarder te laten ontruimen bij gebreke van een vrijwillige ontruiming.
Dwangsom
4.6.
L’Escaut vordert een veroordeling tot betaling van een dwangsom van € 250,00 voor iedere dag (of gedeelte daarvan) dat de (tijdige) ontruiming achterwege blijft. De kantonrechter ziet voor het opleggen van een dwangsom echter geen reden. Indien Kwakkenbos q.q. in gebreke blijft met de tijdige ontruiming van het gehuurde dan heeft de deurwaarder uit hoofde van artikel 555 en 556 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de bevoegdheid tot ontruiming van het gehuurde over te gaan. In de omstandigheid dat, zoals L’Escaut stelt, bij ontruiming door de deurwaarder kosten worden gemaakt die doorgaans moeilijk op de (voormalige) huurder te verhalen zijn, ziet de kantonrechter eveneens geen aanleiding voor toewijzing van dwangsommen. Het is overigens ook maar zeer de vraag of eventueel verbeurde dwangsommen wel verhaalbaar zouden zijn en of dan niet alsnog gedwongen ontruiming door de deurwaarder zal dienen plaats te vinden.
Proceskosten
4.7.
Kwakkenbos q.q. zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van L’Escaut worden tot op heden in totaal begroot op € 633,06, bestaande uit:
  • explootkosten € 131,06,
  • griffierecht € 128,00,
  • salaris gemachtigde € 374,00 (2 punten x €187,00).

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1
ontbindt met ingang van de dag na heden de huurovereenkomst tussen partijen;
5.2
veroordeelt Kwakkenbos q.q. om het gehuurde binnen vier weken na betekening van dit vonnis te (doen) ontruimen en te verlaten, en om het gehuurde onder afgifte van de sleutels geheel ontruimd ter vrije beschikking van L’Escaut te stellen en te laten;
5.3
veroordeelt Kwakkenbos q.q. in de kosten van dit geding, aan de zijde van L’Escaut tot op heden begroot op € 633,06;
5.4
verklaart dit vonnis wat betreft de onderdelen 5.2 en 5.3 uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Boom, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 14 december 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.