ECLI:NL:RBZWB:2022:8393

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 september 2022
Publicatiedatum
23 januari 2023
Zaaknummer
22-014467
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake inbeslagname van goederen in verband met strafrechtelijk onderzoek

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 september 2022 een beslissing genomen op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Het klaagschrift was ingediend door klager, vertegenwoordigd door mr. A.M.J. Joris, en betrof de opheffing van inbeslagname van een voertuig en telefoons. De rechtbank heeft vastgesteld dat klager niet aanwezig was bij de behandeling van het klaagschrift, maar dat hij wel behoorlijk was opgeroepen. De officier van justitie, mr. R. in ’t Veld, heeft zich verzet tegen de teruggave van de in beslag genomen goederen, stellende dat het niet onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later het voertuig zal verbeurd verklaren, gezien de verdenkingen van klager met betrekking tot handel in verdovende middelen. De rechtbank heeft overwogen dat het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave van de in beslag genomen goederen, omdat deze kunnen dienen voor waarheidsvinding in het lopende onderzoek. De rechtbank heeft uiteindelijk het klaagschrift ongegrond verklaard, wat betekent dat de inbeslagname van de goederen in stand blijft. De beslissing is genomen door rechter mr. J.C. Gillesse, in aanwezigheid van griffier mr. M.A.E. de Kroon, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Locatie Breda
parketnummer: onbekend
rk.nummer: 22-014467
Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager]
geboren op [geboortedag] te [geboorteplaats]
woonplaats kiezende ten kantore van mr. A.M.J. Joris
hierna te noemen: klager.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • de kennisgevingen van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 23 juni 2022 onder klager in beslag zijn genomen: een iPhone, zilverkleurig en van het merk Apple, een telefoon, zwart van het merk Samsung en een bestelauto van het merk Peugeot Partner voorzien van het [kenteken] (hierna: de goederen);
  • het klaagschrift, ingediend op 6 juli 2022 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
  • het verweerschrift van de officier van justitie; en
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Het klaagschrift is behandeld in raadkamer op 31 augustus 2022. Gehoord zijn de officier van justitie, mr. R. in ’t Veld en mr. A.M.J. Joris als gemachtigd raadsman van klager.
Klager is behoorlijk opgeroepen, maar niet bij de behandeling van het klaagschrift verschenen.
Het klaagschrift strekt tot opheffing van de gelegde beslagen met last tot teruggave aan de klager. Klager heeft een zwaarwegend belang om zijn goederen zo spoedig mogelijk terug te krijgen in het kader van zijn bedrijfsvoering.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, het voertuig verbeurd zal verklaren. Klager heeft met dit voertuig veelvuldig strafbare feiten gepleegd waardoor het voertuig vatbaar is voor verbeurdverklaring. De onder klager aangetroffen telefoons zijn in beslag genomen ten behoeve van de waarheidsvinding. Gezocht dient te worden naar gegevens rondom de data waarop verdachte met zijn voertuig op de parkeerplaats is gezien en/of andere feiten en omstandigheden die zijn eventuele rol bij handel in hennep kunnen duiden. De politie heeft laten weten dat dit onderzoek binnen enkele weken is afgerond. Daarna zal besloten worden tot teruggave van de telefoons.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend en klager is ontvankelijk in het klaagschrift.
Bij de beoordeling stelt de rechtbank voorop dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Dat betekent dat van de rechter niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingsprocedure te treden.
De rechtbank overweegt over het klaagschrift tegen het strafvorderlijk beslag dat is gelegd op grond van artikel 94 Sv als volgt.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad sinds HR 28 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2823, NJ 2010/654, r.o. 2.8 en 2.9, dient de rechter, in geval van een klaagschrift tegen een op grond van artikel 94 Sv gelegd beslag:
a. te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo neen,
b. de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp te gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd.
In dit laatste geval moet het klaagschrift van de beslagene ongegrond worden verklaard en kan, mits de hiervoor bedoelde ander zelf een klaagschrift heeft ingediend, de teruggave aan die rechthebbende worden gelast.
Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer de desbetreffende voorwerpen kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen. Voorts verzet het door artikel 94 Sv beschermde belang van strafvordering zich tegen teruggave indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het voorwerp zal bevelen, al dan niet naar aanleiding van een afzonderlijke vordering daartoe als bedoeld in artikel 36b, eerste lid onder 4o, Sr in verbinding met artikel 552f Sv.
De rechtbank stelt vast dat klager is aangemerkt als verdachte ten aanzien van handel in verdovende middelen. Uit het dossier is gebleken dat klager met het inbeslaggenomen voertuig met [kenteken] meerdere keren vuilniszakken heeft overhandigd aan bestuurders van voertuigen met een Belgische kentekenplaat. Verbalisanten hebben gezien dat klager vuilniszakken uit een woning in Oudenbosch heeft gedragen. Vervolgens is er in deze woning een doorzoeking geweest waarbij 9340 gram henneptoppen en 3177 gram hasj is aangetroffen. Later is een voertuig met Belgisch kenteken gecontroleerd waarbij eerder vanuit het voertuig van klager vuilniszakken zijn overgeladen. In de kofferbak van het voertuig met Belgisch kenteken is een vuilniszak met henneptoppen aangetroffen. Gelet op de verdenking is de rechtbank van oordeel dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, het inbeslaggenomen voertuig verbeurd zal verklaren. Voorts stelt de rechtbank vast dat de telefoons van klager in beslag zijn genomen ten behoeve van waarheidsvinding. Het onderzoek aan de telefoons is nog niet afgrond, waardoor het belang van strafvordering zich op dit moment nog verzet tegen teruggave.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het klaagschrift gericht tegen het op grond van artikel 94 Sv gelegde beslag ongegrond verklaren.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart het klaagschrift ongegrond.
Deze beslissing is op 28 september 2022 gegeven door mr. J.C. Gillesse, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.A.E. de Kroon, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 september 2022.
De griffier is niet in de gelegenheid deze beschikking mede te ondertekenen.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).