Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 533 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 5.350,02, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- te vermeerderen met de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van het verzoekschrift ad € 340,00 dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- de kennisgeving sepot van 12 maart 2021;
- de stukken waaruit blijkt dat verzoeker op 24 mei 2020 om 21:10 uur in verzekering is gesteld en op 24 mei 2020 om 21:52 uur in vrijheid is gesteld;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
2.De beoordeling
1 dag in verzekeringdoorgebracht op het politiebureau. De LOVS-uitgangspunten gaan uit van een forfaitaire vergoeding van € 130,00 per dag voor het verblijf op het politiebureau of in het Huis van Bewaring met beperkingen of in een extra beveiligde inrichting (EBI) en € 100,00 in de overige gevallen.
€ 130,00.
€ 5.350,02in voldoende mate is onderbouwd. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 130,00, bestaande uit vergoeding van schade wegens de ondergane inverzekeringstelling;
€ 6.160,02zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden Jansen & Van Rooijen Advocaten, onder vermelding van “ [naam] ”.