Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
1.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 16 maart 2022 en de daarin genoemde stukken;
- de akte overlegging producties van [eiseres] , die door de griffie op 3 mei 2022 is ontvangen;
- de spreekaantekeningen van [eiseres] van 10 mei 2022;
- de pleitnota van [gedaagde] van 10 mei 2022;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 10 mei 2022.
2.Het geschil
3.De beoordeling
“
Schade, schulden en kosten voor rekening van de gezamenlijke eigenaren.Artikel 15.Alle belastingen en lasten, die, onder welke benaming ook, op of wegens de eigendom van de grond en de gebouwen of wegens de bebouwing worden geheven, zijn voor rekening van de eigenaar. Wanneer de exploitant belastingen of lasten, welke als hiervoren bedoeld ten laste van de eigenaar mocht hebben betaald, zal hij hiervan kennis geven aan de eigenaar, die verplicht zal zijn het betaalde bedrag aan de exploitant te vergoeden op het door de exploitant aangegeven tijdstip.Tot de schulden en kosten worden gerekend:a. die welke gemaakt zijn in verband met het normale onderhoud of het normale gebruik van de gemeenschappelijke voorzieningen of van de gemeenschappelijke zaken of tot het behoud daarvan;b. die welke verband houden met noodzakelijke herstellingswerkzaamheden en vernieuwingen van de gemeenschappelijke zaken, voorzover die niet ten laste komen van bepaalde eigenaren;c. het bedrag van de schadevergoeding door de gezamenlijke eigenaren als zodanig, verschuldigd aan één van hen of een derde;d. de verschuldigde publiekrechtelijke lasten, voorzover geen aanslag is opgelegd aan de afzonderlijke eigenaren;e. alle overige schulden en kosten, gemaakt in het belang van de gezamenlijke eigenaren als zodanig;f. de verzekeringspremies voor brand-, ontploffings- en andere gevaren van de prive-gedeelten.ServicekostenArtikel 16.1. Van de gezamenlijke schulden en kosten, genoemd in het vorige artikel, alsmede van een naar tijdsduur evenredig gedeelte van de kosten verbonden aan het periodiek aanbrengen van noodzakelijke vernieuwingen wordt jaarlijks door de exploitant aan ieder van de eigenaren een bedrag aan servicekosten in rekening gebracht.De exploitant stelt na overleg met het eigenarenplatform voor één december van ieder jaar het bedrag aan servicekosten voor ieder komend jaar vast.2. Met ingang van de datum dat de eigenaar zijn recht verkrijgt zal door de eigenaar ter delging van deze servicekosten jaarlijks in een termijn bij vooruitbetaling het onder 1. bedoelde bedrag worden voldaan.3. Indien een eigenaar niet binnen acht dagen na verloop van de door de exploitant gestelde uiterste betaaldatum het door hen verschuldigde aan de exploitant heeft voldaan, is hij daarover rente verschuldigd, gelijk aan de wettelijke rente.”
“
Artikel 9Op deze overeenkomst zijn van toepassing en worden bij deze opgelegd aan en als eigen verplichting aanvaard door koper hetgeen is bepaald in het “Reglement, houdende Algemene Bepalingen, terzake van gebruik, het beheer en het onderhoud van de gemeenschappelijke voorzieningen en de privé-gedeelten, bestaande uit rechten van volledige en beperkte eigendom in park [naam 2] te [plaats] , gemeente Gilze en Rijen”, welk reglement is vastgelegd in een akte op negenentwintig mei tweeduizend een verleden voor mr. [naam 3] , destijds notaris te Gilze en Rijen, (…)Servicekosten.Artikel 11Koper is ermee bekend dat het bedrag van de servicekosten zoals bedoeld in artikel 16 van voormeld Reglement, houdende Algemene Bepalingen, voor het jaar tweeduizend vijf is vastgesteld op eenduizend tweehonderd euro (€1.200,00) inclusief omzetbelasting.Koper is het bedrag van de servicekosten verschuldigd vanaf een januari tweeduizend zes. Vanaf een januari tweeduizend zes zal het bedrag van de servicekosten in maandelijkse gelijke termijnen via een incasso-opdracht dienen te worden voldaan.Het bedrag van de servicekosten zal jaarlijks, voor het eerst op een januari tweeduizend zeven worden aangepast op basis van de reeks consumentenprijsindices Alle huishoudens met als basisjaar tweeduizend. (…)”
“
3.3. Met betrekking tot de facturen over de jaren 2015, 2016 en 2017 overweegt de kantonrechter het volgende. [gedaagde] heeft erkend dat zij een deel van de facturen met betrekking tot de jaren 2015, 2016 en 2017 moet betalen, namelijk voor zover die betrekking hebben op ‘afvalbijdrage’, ‘hondenvergoeding’ en ‘administratiekosten’.[gedaagde] heeft ook erkend dat zij de over de jaren 2015 en 2016 in rekening gebrachte ‘toeristenbelasting’ moet betalen. [eiseres] heeft niet, althans onvoldoende, weersproken dat [gedaagde] over het jaar 2017 geen toeristenbelasting is verschuldigd, omdat zij inmiddels op het adres van het park staat ingeschreven. (…)3.4. Met betrekking tot de door [eiseres] aan [gedaagde] over de jaren 2015, 2016 en 2017 in rekening gebrachte kosten ‘beheerplaats’ (hierna: beheerkosten) overweegt de kantonrechter het volgende. [eiseres] stelt dat [gedaagde] ook dit deel van de facturen ten onrechte onbetaald heeft gelaten. [gedaagde] betwist dat zij gehouden is dit deel van de facturen volledig te voldoen. Volgens [gedaagde] worden aan beheerkosten (veel) te hoge bedragen in rekening gebracht, nu sprake is van, onder meer, het volgende achterstallig onderhoud en de volgende gebreken:- dramatisch aanzicht van het park met zwaar verwaarloosde chalets en tuinen en plantsoenen vol onkruid;- ondanks belofte zijn er na 10 jaar nog geen horecagelegenheid, park- en sportfaciliteiten en veilige kinderspeelgelegenheden gerealiseerd;- vuilnisbakken puilen met regelmaat uit van vuilnis, waar veel ongedierte op af komt;- een posthokje dat bijna uit elkaar valt;- centrale parkverlichting aan de wegen, bij het chalet van [gedaagde] , ontbreekt;- slagbomen werken al jaren niet, waardoor onbevoegden het park kunnen betreden;- onveilige, en niet conform de wettelijke normen aangelegde, lantaarnpalen met bedrading die over het grasveld ligt, met gevaarlijke situaties tot gevolg;- een niet goed functionerende reservepomp voor de afwatering, waardoor bij flinke regen het water in toiletten en douches naar boven komt.De kantonrechter begrijpt het verweer van [gedaagde] aldus dat zij, gelet op het achterstallig onderhoud en de gebreken, gerechtigd is tot gedeeltelijke opschorting van de over de jaren 2015, 2016 en 2017 in rekening gebrachte beheerkosten. Ook dit verweer gaat op. (…).Mede in aanmerking genomen hetgeen [gedaagde] over de waardevermindering van haar chalet heeft aangevoerd, acht de kantonrechter gelet op de omstandigheden van dit geval naar redelijkheid een opschorting van de in rekening gebrachte beheerkosten van 50% gerechtvaardigd. Daarbij moet [eiseres] worden meegegeven dat, zoals tijdens de zitting nog is aangevoerd, achterstallig onderhoud of gebreken niet zonder meer leiden tot het vervallen van betalingsverplichtingen. Opschorting is echter wel gerechtvaardigd. De kantonrechter komt met inachtneming van de facturen tot de volgende berekening van door [gedaagde] nog aan [eiseres] verschuldigde bedragen wegens beheerkosten. Over 2015 dient [gedaagde] (€ 1.497,78 x 0,5 =) een bedrag van€ 748,89 inclusief btw te betalen. Over 2016 dient [gedaagde] (€ 1.512,76 x 0,5 =) een bedrag van € 756,38 inclusief btw te betalen. Over 2017 dient [gedaagde] (€ 1.514,26 x 0,5 =) een bedrag van € 757,13 inclusief btw te betalen.”
Tegen dit vonnis is geen hoger beroep ingesteld.
“
Uit bijgaand overzicht blijkt dat mevrouw [gedaagde] aan mijn cliënte nog verschuldigd is een bedrag van € 13.945,36. Dit bedrag moet worden vermeerderd met de inmiddels vervallen wettelijke rente en gemaakte kosten. Al deze kosten moeten eerst worden voldaan, althans cliënte wenst uit de verkoopopbrengst voldaan te worden.Graag verneem ik van u of mevrouw [gedaagde] daartoe bereid is. In dat geval zou zij uw kantoor een onherroepelijke en onvoorwaardelijke volmacht moeten verlenen om hetgeen zij verschuldigd is aan cliënte te voldoen uit de verkoopopbrengst. Is zij daartoe bereid? Graag verneem ik in dat verband zo spoedig mogelijk van u, doch graag uiterlijk 16 december a.s. om 11.00 uur. Indien ik niet (tijdig) of afwijzend verneem, acht ik mij vrij over te gaan tot het treffen van rechtsmaatregelen.”
€ 2.213,42
Incassokosten € 881,83
Beslagkosten
€ 1.356,46
e-mail van [eiseres] van 15 december 2021 doorstuurde –, voor het eerst heeft kennis genomen van de bedragen die [eiseres] zegt over 2018 tot en met 2021 van haar te vorderen te hebben. Facturen voor die bedragen heeft zij, zoals de meeste eigenaren op het park, nooit ontvangen, aldus [gedaagde] . Die facturen stelt [gedaagde] voor het eerst te hebben ontvangen met de betekening op 28 december 2021 aan haar van het op 23 december 2021 gelegde conservatoire beslag.
Zij wijst er daarbij op dat [eiseres] volgens artikel 16 van het Reglement het bedrag van deze kosten jaarlijks vóór één december, na overleg met het platform van eigenaren, moet vaststellen. Dat is niet gebeurd.
Zij stelt dat het afval niet vaak genoeg wordt opgehaald, waardoor bewoners hun afval vaak noodgedwongen naast de overvolle containers zetten, met alle gevolgen van dien, zoals ongedierte.
Vanaf juni schijnen de containers op tijd te worden geledigd”. Maar op pagina 15 en 16 staat dat het weliswaar iets beter gaat, maar dat het nog steeds voorkomt dat de containers niet tijdig worden geleegd, en dat “
in het pinkster weekeinde bij de containers zelfs ratten werden waargenomen”. In dezelfde kolom staat in groene letters (opmerking kantonrechter: kennelijk een update?) dat het enige tijd goed gaat. De kantonrechter gaat er op basis van deze informatie van uit dat in 2018 wel enige verbetering heeft plaatsgevonden maar dat het probleem volgens het platform van eigenaren nog niet volledig is opgelost.
“Semi-Con 5 m3”containers voor bedrijfsafval zijn. De frequentie waarmee die containers volgens de facturen zijn geleegd is ongeveer eens in de 10 tot 14 dagen. Of dit voldoende is zal mede afhangen van de bezetting van het park in bepaalde periodes. [gedaagde] betwist dat dit voldoende is, maar heeft dat ook niet nader, bijvoorbeeld met recente foto’s onderbouwd.
Bekabeling zal ook verder ondergronds worden gelegd. Al deze toezeggingen zijn tot op heden niet uitgevoerd.” Daaruit leidt de kantonrechter af dat dit in elk geval medio 2018 nog niet was gebeurd. Nu [gedaagde] heeft gesteld dat het merendeel van de in de lijst vermelde klachten nog steeds niet is opgelost, mocht van [eiseres] worden verwacht dat zij in reactie daarop expliciet zou hebben gesteld en onderbouwd wat zij heeft gedaan om dit probleem op te lossen en wanneer dat dan gebeurd is. Nu zij dat niet heeft gedaan, gaat de kantonrechter ervan uit dat deze klacht niet verholpen is.
€ 1.501,86
2018: € 183,57 + 21% btw € 222,11
De kantonrechter neemt aan dat de kosten over de jaren 2018 en 2019 ongeveer gelijk zijn aan die in 2020. Daarvan uitgaande zal ter zake afvalbijdrage over de jaren 2018 tot en met 2021 in totaal € 673,00 inclusief btw worden toegewezen (3 x € 161,00 plus 1 x € 190,00).
2018: € 46,80 + 6% btw € 49,61
Voor personen die niet staan ingeschreven in de gemeente Gilze en Rijen (…) als zij blijven overnachten in hotel, pension of ander vakantieonderkomen.” [gedaagde] was echter wél ingeschreven in [plaats] , gemeente Gilze en Rijen.
[gedaagde] voor dergelijke huurders toeristenbelasting verschuldigd zou zijn, wordt overwogen dat [gedaagde] onweersproken heeft gesteld dat [eiseres] nooit enige opgave heeft gevraagd met betrekking tot derden die in haar chalet hebben verbleven.
[gedaagde] heeft verder – terecht – aangevoerd dat [eiseres] op grond van het bepaalde in artikel 15 van het Reglement alleen in rekening mag brengen wat [eiseres] daadwerkelijk voor [gedaagde] aan toeristenbelasting heeft betaald. [eiseres] heeft echter in het geheel niets gesteld, laat staan aangetoond, met betrekking tot door haar voor [gedaagde] over 2020 en 2021 betaalde toeristenbelasting.
De kantonrechter is, mét [gedaagde] , van oordeel, dat dit onder andere blijkt uit de gang van zaken rond de (hierna nog nader te bespreken) verzending van facturen, het ontbreken van enige specificatie en onderbouwing naar de eigenaren/gebruikers van de chalets toe van de in rekening gebrachte bedragen en de onjuiste verwerking van gedane betalingen. [eiseres] heeft dit overigens ook niet betwist.
€ 24,98
13 januari 2022.