ECLI:NL:RBZWB:2022:8446

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 december 2022
Publicatiedatum
2 februari 2023
Zaaknummer
402445_E20122022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. van de Kraats
  • A. van Leuven
  • J. van Noort
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging geslacht en voornaamswijziging van een non-binair persoon zonder deskundigenverklaring

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 december 2022 uitspraak gedaan over het verzoek van een non-binair persoon om wijziging van het geslacht en de voornamen in de geboorteakte. Verzoeker, die zich niet comfortabel voelde met de mannelijke geslachtsaanduiding, heeft een verzoek ingediend om het geslacht te wijzigen naar 'X' en om de voornamen te wijzigen naar genderneutrale vormen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker de Nederlandse nationaliteit heeft en dat de rechtbank bevoegd is om het verzoek te behandelen. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 november 2022 was de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Oosterhout aanwezig en heeft aangegeven in te stemmen met het verzoek tot wijziging van het geslacht, maar wees op de huidige beperkingen in de Basisregistratie Personen (BRP). De rechtbank overwoog dat er op dit moment geen wettelijke mogelijkheid bestaat voor non-binaire personen om zich als genderneutraal te registreren, maar dat er een maatschappelijke en juridische trend is naar erkenning van een neutrale geslachtelijke identiteit. De rechtbank heeft het verzoek tot wijziging van het geslacht toegewezen, waarbij zij de artikelen 1:28 tot en met 1:28c van het Burgerlijk Wetboek analoog toepaste, zonder dat een deskundigenverklaring nodig was. Ook het verzoek tot voornaamswijziging werd toegewezen, omdat verzoeker voldoende aannemelijk had gemaakt dat de huidige mannelijke voornamen niet in overeenstemming zijn met hun identiteit. De rechtbank gelastte de ambtenaar van de burgerlijke stand om de geboorteakte aan te passen en wees het meer of anders verzochte af.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Breda
Zaaknummer: C/02/402445 FA RK 22-4657
beschikking betreffende de registers van de burgerlijke stand
op het verzoek van
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen verzoeker,
advocaat mr. K. Smienk.
1. Het procesverloop
1.1. Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 19 oktober 2022 ontvangen verzoekschrift met bijlagen;
- de akte met [nummer] van het jaar 1999 van het register van geboorten van de burgerlijke stand van de gemeente Oosterhout.
1.2. Als belanghebbende in deze zaak is aangemerkt: de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Oosterhout.
1.3. De zaak is behandeld op de mondelinge behandeling van 29 november 2022. Bij die gelegenheid zijn verschenen verzoeker, bijgestaan door hun advocaat, en de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Oosterhout.

2.De feiten

2.1.
In voormelde geboorteakte is opgenomen dat op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats] is geboren [verzoeker] , van het mannelijke geslacht.
2.2.
Verzoeker heeft de Nederlandse nationaliteit.

3.Het verzoek

Verzoeker verzoekt, samengevat:
primair:
- de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Oosterhout te gelasten om aan de geboorteakte van verzoeker een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht, in die zin dat het geslacht ‘X’ zal zijn;
subsidiair:
- de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Oosterhout te gelasten om aan de geboorteakte van verzoeker een latere vermelding toe te voegen van verbetering van het geslacht, in die zin dat het geslacht ‘waarvan het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld’ zal zijn;

primair en subsidiair:

- te bepalen dat de voornamen van verzoeker worden gewijzigd in ‘ [voornamen] ’ en de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Oosterhout te gelasten om deze wijziging in de geboorteakte van verzoeker toe te voegen.

4.De beoordeling

Bevoegdheid en toepasselijk recht
4.1.
Nu verzoeker in Nederland woont, heeft de Nederlandse rechter op grond van artikel 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) rechtsmacht om kennis te nemen van het verzoek tot wijziging van het geslacht van verzoeker en het verzoek tot wijziging van de voornamen van verzoeker.
4.2.
De rechtbank Zeeland-West-Brabant is ten aanzien van het verzoek tot wijziging van het geslacht van verzoeker relatief bevoegd, nu dit verzoek ziet op wijziging van een akte welke is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand binnen haar rechtsgebied.
4.3.
De rechtbank Zeeland-West-Brabant is ten aanzien van het verzoek tot wijziging van de voornamen van verzoeker relatief bevoegd, nu de woonplaats van verzoeker binnen haar rechtsgebied is gelegen.
4.4.
Op het verzoek tot wijziging van het geslacht van verzoeker en het verzoek tot wijziging van de voornamen van verzoeker is Nederlands recht van toepassing, omdat verzoeker de Nederlandse nationaliteit heeft.
Wijziging geslacht op de geboorteakte
4.5.
Verzoeker legt het volgende ten grondslag aan hun primaire verzoek tot wijziging van hun geslacht in ‘X’. Op verzoek van verzoeker zal in het navolgende 'hun' en 'hen' worden gebruikt.
Sinds het begin van hun puberteit voelde verzoeker zich niet comfortabel in hun identiteit als man. Na een jarenlange zoektocht naar de bron van deze pijn werd verzoeker zich in 2017 ervan bewust dat deze gevoelens werden veroorzaakt door genderdysforie. Na een wachtlijst van drie jaar is verzoeker inmiddels in behandeling bij de genderpoli van het VUMC te Amsterdam waar de diagnose genderdysforie is gesteld. Sinds kort voert verzoeker regelmatig gesprekken met een psycholoog en krijgt verzoeker hormoontherapie. Inmiddels leeft verzoeker al enkele jaren zichtbaar als non-binair persoon en deze sociale transitie heeft hun mentale gezondheid erg verbeterd. Verzoeker vindt het jammer dat de administratieve realiteit niet hun in de laatste jaren doorgemaakte persoonlijke vooruitgang weerspiegelt. Het is emotioneel belastend en veroorzaakt vaak verdriet als verzoeker zich officieel moet identificeren als man of als een overheidsinstantie hen aanspreekt als man.
4.6.
De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Oosterhout heeft aangegeven in te kunnen stemmen met toewijzing van het verzoek tot wijziging van het geslacht van verzoeker in ‘X’. De ambtenaar heeft daarbij wel gewezen op het feit dat het systeem van de Basisregistratie Personen (BRP) nog niet voorziet in de vermelding van ‘X’ bij het geslacht en dat er daarom, tot het moment waarop de wet wordt gewijzigd, in de BRP bij het geslacht ‘O’ zal worden geregistreerd. In de geboorteakte en het paspoort van verzoeker zal wel ‘X’ worden opgenomen, aldus de ambtenaar.
4.7.
De rechtbank overweegt ter zake het primaire verzoek tot wijziging van het geslacht van verzoeker in ‘X’ op hun geboorteakte als volgt.
4.8.
De wet biedt op dit moment (nog) geen mogelijkheid om het verzoek van verzoeker toe te wijzen. Er bestaat (nog) geen wettelijke bepaling die het voor non-binaire personen mogelijk maakt zich als genderneutraal te registreren.
4.9.
Voor transgenders is het wel mogelijk om de geslachtsaanduiding op grond van de artikelen 1:28 tot en met 1:28c van het Burgerlijk Wetboek (BW) te verbeteren, maar daarbij kan alleen worden gekozen voor ‘vrouwelijk’ of ‘mannelijk’ en niet voor een genderneutrale optie. De rechtbank is van oordeel dat, doordat in de artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW niet wordt voorzien in de mogelijkheid om te kiezen voor een non-binaire geslachtsaanduiding, daarmee een ongerechtvaardigd onderscheid wordt gemaakt tussen personen die de overtuiging hebben tot het andere geslacht te behoren en personen die de overtuiging hebben buiten de exclusief mannelijke of vrouwelijke geslachtsaanduiding te vallen (non-binair).
4.10.
Het is in beginsel aan de wetgever om voor geslachtsneutrale registratie in de geboorteakte een voorziening te treffen. De politieke wil tot het treffen van een dergelijke voorziening lijkt wel aanwezig, maar het is er nog niet van gekomen vanwege medische en juridische implicaties van een dergelijke regeling, de wenselijkheid de ontwikkelingen in de rechtspraak af te wachten en de complexiteit van een dergelijke regeling in verband met annexe vraagstukken. Dat betekent dat het nog steeds onduidelijk is hoe het wetgevingsproces (verder) zal verlopen en hoe lang het zal duren voordat er een wet op dit gebied in werking treedt. Van verzoeker kan niet worden verwacht dat verzoeker wacht op het wetgevingsproces. Vast staat dat er inmiddels (te) lang wordt gewacht op een passende registratie voor non-binaire personen.
4.11.
Er is inmiddels sprake van een maatschappelijke erkenning en (een trend naar) juridische erkenning van een neutrale geslachtelijke identiteit. In de Nederlandse samenleving wordt steeds meer gekozen voor genderneutraliteit.
4.12.
Verder valt in de niet al te verre toekomst wetgeving te verwachten waarbij een genderneutrale omschrijving van het geslacht in de geboorteakte in de vorm van een ‘X’ mogelijk wordt gemaakt en waarbij aansluiting wordt gezocht bij de systematiek van de artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW. De rechtbank acht het daarom aangewezen reeds nu op die wetgeving te anticiperen. Hierdoor wordt ook uitvoering gegeven aan de uit artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) voortvloeiende positieve verplichting de geslachtsaanduiding in de geboorteakte aan te passen aan het (neutrale) geslacht waartoe iemand volgens diens vaste overtuiging behoort.
4.13.
Bovendien blijkt uit de jurisprudentie dat meerdere rechtbanken, net zoals laatstelijk het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in haar uitspraak van 15 september 2022 (ECLI:NL:GHARL:2022:8003), het wetgevingsproces niet afwachten en op verzoeken een beslissing nemen die aansluit bij voornoemde tendens in het wetgevingsproces. Inmiddels hebben meerdere rechtbanken en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraken gewezen waarin de artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW naar analogie zijn toegepast en waarbij de verzoeken tot het aanduiden van het geslacht in de geboorteakte met ‘X’ zijn toegewezen.
4.14.
Omdat inmiddels sprake is van een (trend naar) juridische erkenning van een neutraal geslachtelijke identiteit weegt nu – naar het oordeel van de rechtbank – het individuele belang van non-binaire personen bij een correcte registratie in de geboorteakte zwaarder dan het algemene belang bij handhaving van de huidige wettelijke regeling of het afwachten van de ontwikkelingen in de wetgeving.
4.15.
Gelet op voornoemde ontwikkelingen in de maatschappij, de wetgeving en de rechtspraak en het op dit moment in de wet bestaande ongerechtvaardigde onderscheid tussen non-binaire personen en transgenders, is de rechtbank van oordeel dat het primaire verzoek van verzoeker om hun geslacht te wijzigen in ‘X’ kan worden toegewezen. Daarbij past de rechtbank de artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW analoog toe, met dien verstande dat de rechtbank in tegenstelling tot de huidige wet (artikel 1:28a BW) geen deskundigenverklaring nodig acht. Op grond van artikel 1:28a BW is een verklaring van een deskundige vereist waaruit blijkt dat bij de betreffende persoon de duurzame overtuiging bestaat tot het andere geslacht te behoren. De artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW zien op een procedure die bij de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt gevolgd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de rechtbank, in tegenstelling tot de ambtenaar van de burgerlijke stand bij een aangifte als bedoeld in artikel 1:28 BW, voldoende ruimte om te toetsen of er bij de betreffende persoon sprake is van voornoemde overtuiging en kan de rechtbank die overtuiging ook op een andere wijze dan met een deskundigenverklaring vaststellen, te weten aan de hand van de overgelegde stukken en de eigen verklaring van verzoeker op de mondelinge behandeling. De rechtbank is van oordeel dat verzoeker met hun eigen (schriftelijke en mondelinge) verklaring over het door hen doorgemaakte traject en de door hen verkregen begeleiding voldoende heeft onderbouwd dat verzoeker de duurzame overtuiging heeft een genderneutrale persoon te zijn en dat de vermelding van het mannelijke geslacht op hun geboorteakte niet met deze overtuiging in overeenstemming is.
4.16.
Nu het primaire verzoek tot wijziging van het geslacht van verzoeker in ‘X’ wordt toegewezen, komt de rechtbank niet toe aan een beoordeling van het subsidiaire verzoek tot wijziging van het geslacht van verzoeker in ‘waarvan het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld’.
Voornaamswijziging
4.17.
Verzoeker verzoekt hun voornamen te wijzigen, in die zin dat deze voortaan ‘ [voornamen] ’ luiden, en legt aan dit verzoek het volgende ten grondslag. Verzoeker identificeert zich niet specifiek als man of als vrouw en voelt zich daardoor niet comfortabel met hun huidige mannelijke voornamen. Verzoeker ervaart de gevraagde [eerste voornaam ] als niet specifiek mannelijk of vrouwelijk. Sinds enkele jaren gebruikt verzoeker in hun omgeving de [eerste voornaam ] en verzoeker voelt zich veel beter bij deze voornaam. Verzoeker vindt het erg storend dat hun [eerste voornaam ] niet bij de overheid is geregistreerd. Verzoeker wil graag dat de overheid hen erkent zoals verzoeker is. De huidige tweede en derde voornaam van verzoeker ‘ [tweede voornaam] ’ en ‘ [derde voornaam] ’ verwijzen naar hun opa [voornaam 1 ] en oom [voornaam 2] . Verzoeker wil uit respect voor hun familie deze vernoeming behouden. De mannelijke vormen van deze namen voelen voor hen echter heel onprettig, omdat verzoeker de mannelijke identiteit heel onprettig vindt. Er zijn geen non-binaire vormen van deze namen. Het vervoegen van deze namen naar de vrouwelijke vormen ‘ [voornaam 3] ’ en ‘ [voornaam 4] ’ is voor hen de meest comfortabele optie.
4.18.
De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Oosterhout heeft verklaard geen bezwaar te hebben tegen toewijzing van het verzoek tot voornaamswijziging.
4.19.
Op grond van artikel 1:4 lid 4 BW kan de rechter wijziging van de voornamen gelasten op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijk vertegenwoordiger. De gevraagde voornamen mogen volgens artikel 1:4 lid 2 BW niet ongepast zijn of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn.
4.20.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn voornamen voor een betrokkene een middel om zich binnen zijn of haar familie en in het maatschappelijk verkeer te identificeren. In die zin zijn voornamen een middel van persoonlijke en emotionele identificatie en hebben daarmee betrekking op een ieders privéleven en familie- en gezinsleven. Ondanks het gebruik van andere middelen van identificatie van personen spelen voornamen ook een belangrijke rol in het maatschappelijk verkeer met betrekking tot de identiteit van personen. Het rechtsverkeer heeft dan ook belang bij een zo hoog mogelijke mate van consistentie in de registratie van persoonsgegevens in het bevolkingsregister. Voor een wijziging van één of meerdere voornamen dient daarom een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan.
De rechtbank is van oordeel dat met de aangevoerde gronden, tegenover het publieke belang bij naamsconsistentie, een voldoende zwaarwichtig belang bestaat om te komen tot de verzochte wijziging van de voornamen van verzoeker. Daartoe wordt overwogen dat verzoeker voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat verzoeker de overtuiging heeft non-binair te zijn en dat verzoeker zich heel onprettig voelt bij de huidige mannelijke voornamen. Daarnaast is in aanmerking genomen dat verzoeker al enkele jaren ‘ [eerste voornaam ] ’ als eerste voornaam gebruikt en zich kennelijk met die naam identificeert. Voorts wordt voldoende aannemelijk geacht dat verzoeker in het dagelijks leven regelmatig hinder ondervindt van het feit dat de huidige officiële eerste voornaam afwijkt van de door hen in de praktijk gehanteerde roepnaam, waarbij in aanmerking is genomen dat in het huidige maatschappelijke verkeer het moeten kunnen legitimeren een algemener verschijnsel is geworden. Nu voorts naar het oordeel van de rechtbank het verzochte niet in strijd is met de in artikel 1:4 lid 2 BW geformuleerde maatstaven, zal het verzoek tot voornaamswijziging worden toegewezen.
Uitvoerbaar bij voorraad
4.21.
Voor zover is verzocht om de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, zal de rechtbank dit afwijzen. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan de geboorteakte namelijk pas aanpassen (door een latere vermelding bij de geboorteakte op te maken) wanneer de beslissing onherroepelijk is.

4.De beslissing

De rechtbank
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Oosterhout om aan de akte, ingeschreven in het onder hem berustende register van geboorten van het jaar 1999 met [nummer] , een latere vermelding toe te voegen van de wijziging van:
- de voornamen van betrokkene in: ‘ [voornamen] ’;
- het geslacht van betrokkene, in die zin dat het geslacht zal zijn: ‘X’;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Van de Kraats, Van Leuven en Van Noort, en in tegenwoordigheid van mr. De Wit, griffier, in het openbaar uitgesproken door mr. van Leuven op 29 december 2022.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch