ECLI:NL:RBZWB:2022:8459

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 december 2022
Publicatiedatum
8 februari 2023
Zaaknummer
399575_E20122022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van Leuven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gegrondverklaring ontkenning vaderschap onder Italiaans recht met betrekking tot minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 december 2022 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de ontkenning van het vaderschap van een minderjarige, geboren op [geboortedag] 2019. De minderjarige, vertegenwoordigd door mr. J.A.E. van Raak-Kuiper als bijzondere curator, verzoekt om gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap door de juridische vader. De moeder en de juridische vader zijn gehuwd en hebben de Italiaanse nationaliteit. De juridische vader is geregistreerd als vader op de geboorteakte van de minderjarige, maar zowel de moeder als de juridische vader hebben bevestigd dat hij niet de biologische vader is. De bijzondere curator stelt dat er geen family life bestaat tussen de juridische vader en de minderjarige, en dat het in het belang van de minderjarige is om de juridische situatie in overeenstemming te brengen met de biologische werkelijkheid.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de juridische vader niet de biologische vader is, en dat de moeder en de juridische vader instemmen met het verzoek van de bijzondere curator. De rechtbank oordeelt dat het Italiaanse recht van toepassing is, en dat het vasthouden aan de leeftijdsgrens van veertien jaar voor het aanvechten van het vaderschap een ongerechtvaardigde inmenging zou zijn in het family life van de minderjarige. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap toegewezen, en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Breda
Zaaknummer: C/02/ 399575 / FA RK 22-3153
Datum uitspraak: 20 december 2022
beschikking betreffende gegrondverklaring ontkenning vaderschap
in de zaak van
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2019 te [geboorteplaats] ,
hierna: [minderjarige] ,
wonende te [woonadres 1] ,
vertegenwoordigd door mr. J.A.E. van Raak-Kuiper in haar hoedanigheid van bijzondere curator.
Als belanghebbenden in onderhavige zaak worden aangemerkt:
[de moeder]
hierna: de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. P.P.M. Hendrikx-Heeren in Breda,
[de juridische vader]
hierna: de juridische vader,
wonende aan de [woonadres 2] .

1.Het procesverloop

1.1
De rechtbank oordeelt op grond van de navolgende stukken:
  • de beschikking van deze rechtbank van 22 maart 2022 in de zaak met zaaknummer C/02/394127 / FA RK 22-388, waarin mr. J.A.E. van Raak-Kuiper als bijzondere curator over [minderjarige] is benoemd;
  • het op 14 juli 2022 ontvangen verzoek van de bijzondere curator namens [minderjarige] , met bijlagen;
  • de brief van mr. J.A.E. van Raak-Kuiper van 1 september 2022 met bijlagen;
  • het e-mailbericht van de juridische vader van 6 oktober 2022;
  • de brief van mr. J.A.E. van Raak-Kuiper van 28 november 2022;
  • het e-mailbericht van de juridische vader van 6 december 2022;
  • de brief van mr. J.A.E. van Raak-Kuiper van 7 december 2022 met bijlage;
- een afschrift van de geboorteakte betreffende [minderjarige] ;
- het uittreksel uit het gezagsregister betreffende [minderjarige] .
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 12 december 2022. Bij die gelegenheid zijn verschenen de bijzondere curator namens [minderjarige] en de moeder bijgestaan door haar advocaat en de heer [naam] , tolk in de Italiaanse taal. De juridische vader heeft de mondelinge behandeling via een beeldschermverbinding bijgewoond.

2.Het verzoek

De bijzondere curator verzoekt namens [minderjarige] , samengevat, om gegrondverklaring van de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap.

3.De beoordeling

3.1
Op grond van de overgelegde stukken staat het volgende vast:
- De moeder en de juridische vader zijn op [huwelijksdatum] te [huwelijksplaats] met elkaar gehuwd. Zij zijn momenteel in Italië in een echtscheidingsprocedure verwikkeld.
- De moeder is op [datum] 2019 te [plaats] bevallen van [minderjarige] .
- De juridische vader staat als vader geregistreerd op de geboorteakte van [minderjarige] .
- De moeder en [minderjarige] hebben de Italiaanse nationaliteit. De juridische vader heeft de Egyptische en de Italiaanse nationaliteit.
- De moeder en [minderjarige] hebben hun gewone verblijfplaats in Nederland. De juridische vader heeft zijn gewone verblijfplaats in Italië.
3.2
De bijzondere curator legt namens [minderjarige] aan haar verzoek ten grondslag dat er tussen de moeder en de juridische vader geen enkele discussie bestaat over de biologische afstamming van [minderjarige] . Voor beiden staat vast dat de juridische vader niet de biologische vader is van [minderjarige] . Een DNA-onderzoek om dit definitief vast te stellen is naar de mening van de bijzondere curator niet nodig. Er is ook geen sprake van family life in de zin van artikel 8 EVRM tussen de juridische vader en [minderjarige] . [minderjarige] groeit in gezinsverband op met haar moeder en haar biologische vader, de heer [biologische vader] , met wie wel sprake is van family life. [minderjarige] ziet hem als haar vader. De bijzondere curator is van mening dat in belang van [minderjarige] de juridische situatie in overeenstemming dient te worden gebracht met de biologische werkelijkheid. Hiermee dient niet te worden gewacht totdat [minderjarige] in staat is tot een redelijke waardering van haar belangen. Het wordt immers niet in haar belang geacht dat zij nog jaren opgezadeld blijft met een vader die niet haar biologische vader is en die de rol van vader nimmer heeft uitgeoefend of nog zal uitoefenen. Indien het onderhavige verzoek wordt toegewezen, zal de biologische vader [minderjarige] als zijn kind erkennen.
3.3
De moeder heeft tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat de juridische vader niet de biologische vader is van [minderjarige] . Zij kan daarom instemmen met het verzoek van de bijzondere curator namens [minderjarige] . Ook kan de moeder ermee instemmen dat [minderjarige] na toewijzing van dit verzoek niet meer de geslachtsnaam van de juridische vader zal dragen maar die van haar.
3.4
De juridische vader heeft tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat hij inderdaad niet de biologische vader is van [minderjarige] . Ook hij kan instemmen met het verzoek van de bijzondere curator namens [minderjarige] en dat [minderjarige] na toewijzing van dit verzoek niet meer zijn geslachtsnaam zal dragen.
Rechtsmacht
3.5
Nu de moeder en [minderjarige] in Nederland woonachtig zijn, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht op grond van artikel 3 aanhef en onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Huwelijk
3.6
Of een kind door geboorte in familierechtelijke betrekkingen komt te staan tot de vrouw uit wie het is geboren en de met haar gehuwde persoon of gehuwd geweest zijnde persoon wordt volgens artikel 10:92, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaald door het recht van de staat van de gemeenschappelijke nationaliteit van de vrouw en die persoon of, indien dit ontbreekt, door het recht van de staat waar de vrouw en die persoon elk hun gewone verblijfplaats hebben, of indien ook dit ontbreekt, door het recht van de staat van de gewone verblijfplaats van het kind. Hierbij is ingevolge het derde lid van dit artikel bepalend het tijdstip van de geboorte van het kind.
3.7
De moeder en de juridische vader hadden ten tijde van de geboorte van [minderjarige] de Italiaanse nationaliteit. Dit betekent dat het Italiaanse recht van toepassing is als het recht van de gemeenschappelijke nationaliteit van de vrouw en de juridische vader.
3.8
Het Italiaanse familierecht is neergelegd in de Codice Civile (CC). Volgens artikel 231 CC geldt de echtgenoot als de vader van een kind dat staande het huwelijk is verwekt.
3.9
De moeder en de juridische vader zijn op [huwelijksdatum] met elkaar gehuwd. Dit huwelijk is nog niet ontbonden. [minderjarige] is op [geboortedag] 2019 geboren. Dit betekent dat zij is geboren binnen het huwelijk van de moeder en de juridische vader. Daarmee staat het juridische vaderschap van de juridische vader vast.
Ontkenning vaderschap
3.1
Of familierechtelijke betrekkingen als bedoeld in artikel 10:92 BW in een gerechtelijke procedure tot gegrondverklaring van een ontkenning kunnen worden tenietgedaan, wordt volgens artikel 10:93, eerste lid, BW bepaald door het recht dat ingevolge artikel 10:92 BW op het bestaan van die betrekking toepasselijk is. Gelet op het hiervoor overwogene betekent dit dat op de vraag of de familierechtelijke betrekking tussen de juridische vader en [minderjarige] tenietgedaan kunnen worden gedaan eveneens het Italiaanse recht van toepassing is.
3.11
Volgens artikel 243-bis CC kan het door het huwelijk ontstane vaderschap door het kind worden aangevochten. Het kind moet dan bewijzen dat er geen afstammingsrelatie tussen het kind en de juridische vader bestaat. Volgens artikel 244 CC kan het kind de afstamming aanvechten, zodra het meerderjarig is geworden of vanaf zijn veertiende levensjaar met behulp van een curator.
3.12
De rechtbank is van oordeel dat op basis van de stukken en de mondelinge behandeling genoegzaam is komen vast te staan dat de juridische vader niet de biologische vader is van [minderjarige] . Zowel de moeder als de juridische vader hebben aangegeven dat de juridische vader niet de biologische vader is van [minderjarige] . Volgens de moeder is de biologische vader van [minderjarige] de heer [biologische vader] , met wie de moeder en [minderjarige] in gezinsverband samenwonen. De heer [biologische vader] is voornemens om, nadat het onderhavige verzoek is toegewezen, [minderjarige] als zijn kind te erkennen.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat in het onderhavige geval het vasthouden aan de in artikel 244 CC genoemde leeftijdsgrens van veertien jaar, een ongerechtvaardigde en onnodige inmenging zou opleveren in het family life als bedoeld in artikel 8 EVRM van [minderjarige] . Alle betrokkenen wensen dat tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap wordt overgegaan. Bovendien heeft [minderjarige] er belang bij dat haar biologische vader ook haar juridische vader kan worden. De rechtbank zal het verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap daarom toewijzen.
3.13
Gelet op de aard van deze procedure zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

4.De beslissing

De rechtbank
wijst toe het verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap van [de juridische vader] met betrekking tot [minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2019 te [geboorteplaats] ;
compenseert de kosten van het geding aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van Leuven, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2022, in aanwezigheid van de griffier.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
verzonden op: