In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 december 2022 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de ontkenning van het vaderschap van een minderjarige, geboren op [geboortedag] 2019. De minderjarige, vertegenwoordigd door mr. J.A.E. van Raak-Kuiper als bijzondere curator, verzoekt om gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap door de juridische vader. De moeder en de juridische vader zijn gehuwd en hebben de Italiaanse nationaliteit. De juridische vader is geregistreerd als vader op de geboorteakte van de minderjarige, maar zowel de moeder als de juridische vader hebben bevestigd dat hij niet de biologische vader is. De bijzondere curator stelt dat er geen family life bestaat tussen de juridische vader en de minderjarige, en dat het in het belang van de minderjarige is om de juridische situatie in overeenstemming te brengen met de biologische werkelijkheid.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de juridische vader niet de biologische vader is, en dat de moeder en de juridische vader instemmen met het verzoek van de bijzondere curator. De rechtbank oordeelt dat het Italiaanse recht van toepassing is, en dat het vasthouden aan de leeftijdsgrens van veertien jaar voor het aanvechten van het vaderschap een ongerechtvaardigde inmenging zou zijn in het family life van de minderjarige. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap toegewezen, en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.