ECLI:NL:RBZWB:2022:8460

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 december 2022
Publicatiedatum
8 februari 2023
Zaaknummer
399567_E12122022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van Leuven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie en voornaamswijziging van een minderjarige door pleegouders

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 december 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot adoptie en voornaamswijziging van een minderjarige, hierna aangeduid als [belanghebbende]. Verzoeksters, [verzoekster sub 1] en [verzoekster sub 2], beiden wonende te [woonplaats], hebben het verzoek ingediend om [belanghebbende], geboren op [geboortedag 1] 2004, te adopteren. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd over het verzoek, maar heeft geen inhoudelijke rol meer gespeeld omdat [belanghebbende] inmiddels meerderjarig is. De rechtbank heeft vastgesteld dat [belanghebbende] sinds 12 februari 2010 in gezinsverband met verzoeksters woont en dat zij op 25 mei 2017 met elkaar zijn gehuwd. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de biologische ouders van [belanghebbende] geen verweer hebben gevoerd tegen het verzoek.

De rechtbank heeft de voorwaarden voor adoptie beoordeeld, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. Het is vastgesteld dat [belanghebbende] niets meer van haar biologische ouders te verwachten heeft en dat de adoptie in haar belang is. De rechtbank heeft het verzoek tot adoptie toegewezen en ook de wijziging van de voornamen van [belanghebbende] in [voornaam 1] [voornaam 2] gelast, omdat dit in haar belang is en zij een emotionele band heeft met de namen van de moeders van verzoeksters. Tevens heeft de rechtbank bepaald dat [belanghebbende] haar huidige geslachtsnaam, [geslachtsnaam], zal behouden.

De rechtbank heeft de kosten van het geding gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door kinderrechter M. van Leuven.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/02/399567 / FA RK 22-3149
Datum uitspraak: 12 december 2022
beschikking betreffende adoptie
in de zaak van
[verzoekster sub 1]
en
[verzoekster sub 2]
beiden wonende te [woonplaats] ,
hierna: verzoeksters,
advocaat: mr. M. Kramer in Amsterdam,
betreffende [belanghebbende] , geboren op [geboortedag 1] 2004 te [geboorteplaats 1] , hierna: [belanghebbende] .
Als belanghebbenden worden gezien:
[belanghebbende] ;
[de moeder] , hierna: de moeder;
[de vader] , hierna: de vader.
Op grond van artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Breda,
hierna: de Raad, de rechtbank over het verzoek geadviseerd.
1. Het verloop van het geding
1.1 Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 15 juli 2022 ontvangen verzoekschrift met bijlagen;
- de brief van de Raad voor de Kinderbescherming, regio Rotterdam-Dordrecht, locatie Rotterdam, van 28 juli 2022;
- de brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Tilburg (hierna: ABS) van 2 augustus 2022;
- de oproepbrief van de griffier van de rechtbank aan de moeder van 25 augustus 2022;
- de oproep van de vader door de griffier van deze rechtbank in de Staatscourant van 29 augustus 2022;
- het uittreksel uit het gezagsregister betreffende [belanghebbende] .
1.2 Het verzoek is mondeling behandeld op 12 december 2022. Bij die behandeling zijn gekomen verzoeksters met hun advocaat en [belanghebbende] .
De moeder en de vader zijn, hoewel juist opgeroepen, niet gekomen.

2.Het verzoek

Verzoekers verzoeken, samengevat:
de adoptie uit te spreken van [belanghebbende] door verzoeksters;
te gelasten dat [belanghebbende] de voornamen [belanghebbende] [voornaam 1] [voornaam 2] zal dragen althans wijziging te gelasten van de geboorteakte van [belanghebbende] in die zin dat als voornamen worden toegevoegd : [voornaam 1] [voornaam 2] .

3.De beoordeling

3.1
Blijkens de stukken staat het volgende vast.
- Uit de moeder is op [geboortedag 1] 2004 te [geboorteplaats 1] [belanghebbende] geboren;
- [belanghebbende] is op 10 oktober 2007 door de vader erkend;
- Bij beschikking van 30 mei 2011 is de moeder ontheven van het gezag over [belanghebbende] en is Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant, locatie Tilburg, benoemd tot voogdes over [belanghebbende] ;
- [belanghebbende] woont sinds 12 februari 2010 in gezinsverband met verzoeksters samen.
- Verzoeksters zijn op 25 mei 2017 met elkaar gehuwd.
- Verzoeksters, [belanghebbende] , de moeder en de vader bezitten de Nederlandse nationaliteit. Verzoeksters, [belanghebbende] en de moeder hebben hun gewone verblijfplaats in Nederland. De vader is op 7 juni 2012 geëmigreerd. Het is onbekend waar hij sindsdien zijn gewone verblijfplaats heeft.
3.2
Verzoeksters leggen aan hun verzoek ten grondslag dat [belanghebbende] op 16 oktober 2008 onder toezicht is gesteld van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant. Ze heeft vanaf dat moment in een crisispleeggezin gewoond, daarna met haar moeder in een moeder-kindhuis en vervolgens weer in een crisispleeggezin. Sinds 12 februari 2010 woont [belanghebbende] in het pleeggezin van verzoeksters. [belanghebbende] wil graag door verzoeksters worden geadopteerd om ook in juridische zin bij hen te horen. Verzoeksters willen dit ook graag. Zij willen hiermee uitdrukken dat de band met [belanghebbende] onvoorwaardelijk is en zij er in alle omstandigheden voor haar zullen zijn. Ook willen verzoeksters dat [belanghebbende] in erfrechtelijke zin in een familierechtelijke relatie tot hen komt te staan. [belanghebbende] beschouwt verzoeksters als haar ouders en verzoeksters beschouwen haar als hun kind. De voogd stemt in met de verzochte adoptie. Verzoeksters hebben de overtuiging dat de adoptie in het belang is van [belanghebbende] . Door de adoptie kunnen zij aan [belanghebbende] laten zien dat het ouderschap van verzoeksters over haar een ouderschap voor het leven betreft. Daarnaast heeft [belanghebbende] niets meer van haar biologische familie te verwachten. Zij heeft al jaren geen contact met de vader. [belanghebbende] heeft wel contact met haar moeder. Verzoeksters onderschrijven het belang van een rol van de moeder in het leven van [belanghebbende] , al is deze op afstand. Verzoeksters stimuleren [belanghebbende] ook in (een vorm van) contact met haar moeder; zij wil daarin zelfbepalend zijn en hierin niet worden gestuurd. [belanghebbende] heeft tegen haar moeder verteld dat zij door verzoeksters wil worden geadopteerd. De moeder heeft hierop aangegeven dit fijn en leuk voor haar te vinden. Daarnaast wensen verzoeksters en [belanghebbende] de toevoeging van de voornamen [voornaam 1] [voornaam 2] . Dit zijn de namen van de moeders van verzoeksters. [belanghebbende] wil graag haar huidige geslachtsnaam behouden. Verzoeksters gaan dan ook niet over tot een keuze over de geslachtsnaam.
3.3
[belanghebbende] heeft tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat zij niets liever wil dan door verzoeksters te worden geadopteerd om op die manier officieel hun dochter te worden. Ook wil zij graag dat zij de voornamen krijgt van de moeders van verzoeksters. [belanghebbende] wil haar geslachtsnaam ‘ [geslachtsnaam] ’ graag behouden.
3.4
Namens de Raad is bij brief van 28 juli 2022 aangevoerd dat, nu [belanghebbende] inmiddels meerderjarig is, de Raad geen rol meer heeft en daarom niet inhoudelijk op het verzoek zal reageren.
3.5
De ABS heeft bij brief van 2 augustus 2022 aangevoerd dat de ABS geen bezwaren heeft tegen toewijzing van het verzoek tot adoptie en voornaamswijziging.
3.6
De vader en de moeder van [belanghebbende] hebben, daartoe door de rechtbank in de gelegenheid gesteld, geen verweer gevoerd tegen het verzoek.
Adoptie
3.7
De rechtbank overweegt als volgt. Ingevolge artikel 1:227, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) geschiedt een adoptie, voor zover hier van belang, door een uitspraak van de rechtbank op verzoek van twee personen tezamen. Twee personen tezamen kunnen geen verzoek tot adoptie doen, indien zij geen huwelijk of partnerschap zouden mogen aangaan. Ingevolge het tweede lid van dit artikel kan een verzoek door twee personen slechts worden gedaan, indien zijn ten minste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaand aan de indiening van het verzoek met elkaar hebben samengeleefd.
3.8
De rechtbank stelt op basis van de stukken en de mondelinge behandeling vast dat verzoeksters in ieder geval sinds 12 februari 2010 met elkaar samenwonen en dat zij op 25 mei 2017 met elkaar zijn gehuwd. Gelet hierop kunnen verzoeksters worden ontvangen in hun verzoek.
3.9
Het verzoek kan ingevolge artikel 1:227, derde lid, BW vervolgens alleen worden toegewezen, indien de adoptie in het kennelijk belang is van het kind en op het tijdstip van het verzoek tot adoptie vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat het kind niets meer van zijn ouder in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft, en aan de voorwaarden, genoemd in artikel 1:228 BW, wordt voldaan.
Op grond van artikel 1:228, eerste lid, BW dient aan de navolgende voorwaarden voor adoptie te worden voldaan:
a. dat het kind op de dag van het eerste verzoek minderjarig is, en dat het kind, indien het op de dag van het verzoek twaalf jaar of ouder is, ter gelegenheid van zijn verhoor niet van bezwaren tegen toewijzing van het verzoek heeft doen blijken;
b. het kind niet een kleinkind van een adoptant is;
c. dat de adoptant of ieder der adoptanten ten minste achttien jaren ouder dan het kind is;
d. dat geen der ouders het verzoek tegenspreekt;
e. dat de minderjarige moeder van het kind op de dag van het verzoek de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt;
f. dat de adoptanten of de adoptanten het kind gedurende ten minste een jaar heeft of hebben verzorgd en opgevoed;
g. dat de ouder of ouders niet of niet langer het gezag over het kind hebben.
3.1
De rechtbank stelt vast dat [belanghebbende] niets van haar ouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft. Zij heeft al jaren geen contact met haar vader. [belanghebbende] heeft nog wel contact met haar moeder. Zij heeft van haar moeder in de hoedanigheid van ouder niets meer te verwachten. [belanghebbende] heeft haar moeder op de hoogte gesteld van het adoptieverzoek. Haar moeder heeft hierop aangegeven dat zij het fijn en leuk voor haar vindt. Zij heeft het verzoek niet weersproken. Daarnaast acht de rechtbank de adoptie in het kennelijk belang van [belanghebbende] . Zij wordt al vanaf februari 2010 in het gezin van verzoeksters verzorgd en opgevoed. Verzoeksters beschouwen [belanghebbende] als hun kind en [belanghebbende] beschouwt hen als haar ouders. Verzoekster willen met de adoptie uitdrukken dat de band met [belanghebbende] onvoorwaardelijk is en zij er in alle omstandigheden voor haar zullen zijn. Ook [belanghebbende] wil graag door verzoeksters worden geadopteerd. Daarnaast is aan de overige voorwaarden als genoemd in artikel 1:228 BW voldaan. De rechtbank zal het verzoek tot adoptie dan ook toewijzen.
Voornamen
3.11
Ingevolge artikel 1:4, vierde lid, BW kan wijziging van de voornamen op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger worden gelast door de rechtbank. De wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 20a, eerste lid. De gevraagde voornamen mogen ingevolge artikel 1:4 lid 2 BW niet ongepast zijn of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn voornamen voor een betrokkene een middel om zich binnen zijn of haar familie en in het maatschappelijk verkeer te identificeren. In die zin zijn voornamen een middel van persoonlijke en emotionele identificatie en hebben daarmee betrekking op een ieders privéleven en familie- en gezinsleven. Ondanks het gebruik van andere middelen van identificatie van personen spelen voornamen ook een belangrijke rol in het maatschappelijk verkeer met betrekking tot de identiteit van personen. Het rechtsverkeer heeft dan ook belang bij een zo hoog mogelijke mate van consistentie in de registratie van persoonsgegevens in het bevolkingsregister. Voor een wijziging van één of meerdere voornamen dient daarom een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan.
De rechtbank is van oordeel dat [belanghebbende] een voldoende zwaarwichtig belang heeft bij wijziging van haar voornamen. Zij zal door de adoptie in familierechtelijke betrekking tot verzoeksters komen te staan. Verzoeksters hebben een hechte band met hun moeders [voornaam 1] en [voornaam 2] gehad. [belanghebbende] heeft met ‘oma [voornaam 2] ’ ook zelf een warme band kunnen onderhouden. Beide moeders zijn inmiddels overleden. Het is voor [belanghebbende] daarom heel gewenst en belangrijk om hun namen te mogen dragen. De ABS heeft schriftelijk kenbaar gemaakt geen bezwaren te hebben tegen toewijzing van dit verzoek. De rechtbank zal dan ook de ABS gelasten om de geboorteakte van [belanghebbende] te wijzigen in die zin dat als voornamen ‘ [voornaam 1] [voornaam 2] ’ worden toegevoegd.
Geslachtsnaam
3.12
Ingevolge artikel 1:5, derde lid, BW, houdt het kind, voor zover hier van belang, indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking komt te staan tot beide adoptanten van hetzelfde geslacht die met elkaar zijn gehuwd, de geslachtsnaam die het heeft, tenzij de adoptanten ter gelegenheid van de adoptie gezamenlijk verklaren dat het een van hun beider geslachtsnamen zal hebben. Ingevolge het zevende lid van dit artikel verklaart het kind, indien het kind op het tijdstip van het ontstaan van de familierechtelijke betrekking met beide ouders zestien jaar of ouder is, voor zover hier van belang, zelf in geval van adoptie, ten overstaan van de rechter of het de geslachtsnaam van de ene of de andere ouder zal hebben. Van deze verklaring wordt melding gemaakt in de rechterlijke uitspraak inzake adoptie.
De rechtbank overweegt dat toepassing van deze laatste bepaling zou betekenen dat [belanghebbende] , nu zij op het tijdstip van het ontstaan van de familierechtelijke betrekking door adoptie 16 jaar of ouder is, zou moeten kiezen voor de geslachtsnaam van één van haar adoptiefouders. Terwijl zij, als zij op dat moment nog niet 16 jaar oud was geweest, haar huidige geslachtsnaam had kunnen behouden. [belanghebbende] wil graag haar oorspronkelijke geslachtsnaam ‘ [geslachtsnaam] ’ behouden. Zij gebruikt deze geslachtsnaam al bijna heel haar leven. Deze naam geeft weer wie zij is en wat haar achtergrond is.
De rechtbank is van oordeel dat in het onderhavige geval strikte toepassing van deze bepaling een onnodige en ongerechtvaardigde inmenging zou opleveren in het family life als bedoeld in artikel 8 EVRM van [belanghebbende] en haar adoptiefouders. [belanghebbende] heeft nadrukkelijk de wens haar geslachtsnaam te behouden en daar zijn de betrokkenen het mee eens; er is geen tegenspraak. Bij het behouden van deze geslachtsnaam staat de openbare orde niet op het spel. De rechtbank zal dan ook verstaan dat [belanghebbende] de geslachtsnaam ‘ [geslachtsnaam] ’ zal behouden.
3.13
Aangezien deze procedure betrekking heeft op Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, zal de rechtbank bepalen dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De rechtbank
spreekt uit de adoptie door [verzoekster sub 1] , geboren op [geboortedag 2] 1967 te [geboorteplaats 2] en [verzoekster sub 2] , geboren op [geboortedag 3] 1969 te [geboorteplaats 3] van [belanghebbende] , geboren op [geboortedag 1] 2004 te [geboorteplaats 1] ;
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Tilburg de voornamen van [belanghebbende] , geboren op [geboortedag 1] 2004 te [geboorteplaats 1] , zoals vermeld in de akte met [nummer] van het jaar 2004 van het onder hem berustende register van geboorten, te wijzigen in die zin dat deze voortaan luiden: ‘ [belanghebbende] [voornaam 1] [voornaam 2] ’.
verstaat dat [belanghebbende] de geslachtsnaam ‘ [geslachtsnaam] ’ zal behouden;
compenseert de kosten van het geding aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2022 door mr. Van Leuven, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 20 december 2022.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
verzonden op:

Voetnoten

1.In verband met deze procedure/ten behoeve van een juiste procesvoering worden uw persoonsgegevens, voor zover nodig, verwerkt in een systeem van het gerecht.