ECLI:NL:RBZWB:2022:8462

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 december 2022
Publicatiedatum
8 februari 2023
Zaaknummer
403687_E20122022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van Leuven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging erkenning van een minderjarige door de juridische vader

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 december 2022 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de vernietiging van de erkenning van een minderjarige door zijn juridische vader. De minderjarige, geboren op [geboortedag 1] 2009, werd vertegenwoordigd door mr. A.C.M. den Ridder-van der Meijden, die als bijzondere curator was aangesteld. De juridische vader, die de minderjarige op [datum] 2009 had erkend, was niet de biologische vader, wat door alle betrokken partijen werd erkend. De moeder van de minderjarige, die de Franse nationaliteit heeft, en de juridische vader hebben nooit een affectieve relatie gehad. De moeder heeft de juridische vader erkend om hem te helpen, maar na hun vertrek uit Nederland in 2010 heeft de juridische vader geen rol meer gespeeld in het leven van de minderjarige.

De bijzondere curator verzocht om de erkenning te vernietigen, zodat de huidige partner van de moeder, de heer [stiefvader], een juridische relatie met de minderjarige kan vestigen. De rechtbank oordeelde dat het verzoek tijdig was ingediend en dat het in het belang van de minderjarige was om de juridische situatie in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie. De rechtbank heeft de erkenning van de minderjarige door de juridische vader vernietigd en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door kinderrechter mr. M. van Leuven.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Breda
Zaaknummer: C/02/403687 / FA RK 22-5280
Datum uitspraak: 20 december 2022
beschikking betreffende vernietiging erkenning
in de zaak van
[minderjarige] ,geboren te [geboorteplaats 1]
op [geboortedag 1] 2009, hierna te noemen: [minderjarige] ,
wonende te [woonadres 1] ,
vertegenwoordigd door mr. A.C.M. den Ridder-van der Meijden in haar hoedanigheid van bijzondere curator.
Als belanghebbenden in onderhavige zaak worden aangemerkt:
[de moeder] ,
hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. B.E.S. Chin-A-Fat in Breda,
[de juridische vader] ,
hierna te noemen: de juridische vader,
wonende aan de [woonadres 2] .

1.Het procesverloop

1.1
De rechtbank oordeelt op grond van de navolgende stukken:
- de beschikking van deze rechtbank van 22 augustus 2022 in de zaak met zaaknummer C/02/399422 / FA RK 22-3064, waarin mr. A.C.M. den Ridder-van der Meijden als bijzondere curator over [minderjarige] is benoemd;
- de instemmingsverklaring van de juridische vader van 19 juli 2022;
- het verslag van bevindingen van de bijzondere curator tevens houdende verzoek namens [minderjarige] van 22 september 2022;
- een afschrift van de geboorteakte betreffende [minderjarige] ;
- een uittreksel uit het gezagsregister betreffende [minderjarige] .
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 12 december 2022. Bij die gelegenheid zijn verschenen de bijzondere curator, de advocaat van de moeder en mevrouw [naam] , tolk in de Franse taal. De moeder en [minderjarige] hebben de mondelinge behandeling via een beeldschermverbinding bijgewoond. Zij zijn bijgestaan door de tolk. Ook de stiefvader van [minderjarige] , de heer [stiefvader] , heeft een deel van de mondelinge behandeling via een beeldschermverbinding bijgewoond.
Alhoewel correct opgeroepen is de juridische vader niet verschenen.
Gelet op de onderlinge samenhang is het onderhavige verzoek van de bijzondere curator namens [minderjarige] gelijktijdig behandeld met het verzoek van de moeder namens [minderjarige] in de zaak met zaaknummer C/02/399422 / FA RK 22-3064. Op het verzoek van de moeder namens [minderjarige] is bij afzonderlijke beschikking van heden beslist.

2.Het verzoek

De bijzondere curator verzoekt namens [minderjarige] , samengevat, tot vernietiging van de erkenning van [minderjarige] door de juridische vader.

3.De beoordeling

3.1
Op grond van de overgelegde stukken staat het volgende vast:
- De moeder is op [geboortedag 1] 2009 te [geboorteplaats 1] bevallen van [minderjarige] .
- De juridische vader heeft [minderjarige] op [datum] 2009, nog voor zijn geboorte, erkend en staat als vader geregistreerd op de geboorteakte van [minderjarige] .
- [minderjarige] en de juridische vader hebben (in ieder geval) de Nederlandse nationaliteit. De moeder heeft de Franse nationaliteit.
- De juridische vader heeft zijn gewone verblijfplaats in Nederland. [minderjarige] en de moeder hebben hun gewone verblijfplaats in Canada.
3.2
De bijzondere curator legt namens [minderjarige] aan haar verzoek ten grondslag dat er geen discussie bestaat over het feit dat de juridische vader niet de biologische vader is van [minderjarige] . De juridische vader en de moeder hebben nooit een affectieve relatie met elkaar gehad. Zij hebben elkaar leren kennen via een vriend van de familie. De moeder was toen al zwanger. De juridische vader heeft [minderjarige] erkend, omdat hij de moeder wilde helpen. Door de bijzondere curator wordt een DNA-onderzoek dan ook niet noodzakelijk geacht. Nadat de moeder begin maart 2010 met [minderjarige] uit Nederland vertrok, heeft zij de juridische vader niet meer gezien. Zij heeft haar huidige partner, de heer [stiefvader] , in april 2010 in Afrika ontmoet. De moeder wil niets liever dat de heer [stiefvader] een juridische afstammingsrelatie met [minderjarige] kan vestigen, zodat hij niet alleen de liefdevolle sociale vader is die hij nu al is, maar ook [minderjarige] wettige vader. Ook de bijzondere curator acht het in het belang van [minderjarige] dat de erkenning door de juridische vader wordt vernietigd, zodat voor de heer [stiefvader] de mogelijkheid wordt gecreëerd om een familierechtelijke betrekking met [minderjarige] te vestigen. De bijzondere curator kent daarbij gewicht toe aan de omstandigheid dat [minderjarige] niets meer van de juridische vader te verwachten heeft. De bijzondere curator verzoekt dan ook namens [minderjarige] om de erkenning van [minderjarige] door de juridische vader te vernietigen.
3.3
Tijdens de mondelinge behandeling hebben [minderjarige] en de moeder aangegeven dat zij het eens zijn met dit verzoek van de bijzondere curator namens [minderjarige] .
3.4
De juridische vader heeft in zijn instemmingsverklaring van 19 juli 2022 aangegeven dat hij instemt met toewijzing van het verzoek tot vernietiging van de erkenning van [minderjarige] door hem althans dat hij hiertegen geen verweer wil voeren. Daarnaast heeft de juridische vader hierin aangegeven dat hij geen gebruik wil maken van zijn recht om door de rechter te worden gehoord.
Rechtsmacht
3.5
Nu de juridische vader in Nederland woonachtig is, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht op grond van artikel 3 aanhef en onder a van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Toepasselijke recht
3.6
Op grond van artikel 10:96, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) wordt, op welke wijze erkenning kan worden tenietgedaan, wat betreft de bevoegdheid van een persoon die het kind heeft erkend en de voorwaarden voor de erkenning, bepaald door het ingevolge artikel 10:95 lid 1 BW toegepaste recht.
3.7
Op de erkenning van [minderjarige] door de juridische vader is blijkens de latere vermelding betreffende erkenning het Nederlandse recht toegepast. Dit betekent dat op welke wijze de erkenning teniet kan worden gedaan ook het Nederlandse recht moet worden toegepast.
Vernietiging erkenning
3.8
Op grond van artikel 1:205, eerste lid, BW kan een verzoek tot vernietiging van een erkenning, op de grond dat de erkenner niet de biologische vader is van het kind, worden ingediend door het kind zelf, tenzij de erkenning tijdens de meerderjarigheid heeft plaatsgevonden. Ingevolge het vierde lid van dit artikel wordt het verzoek door het kind ingediend binnen drie jaren nadat het kind bekend is geworden met het feit dat de man vermoedelijk niet zijn biologische vader is. Indien het kind evenwel gedurende zijn minderjarigheid bekend is geworden met dit feit kan het verzoek tot uiterlijk drie jaren nadat het kind meerderjarig is geworden worden ingediend.
Het verzoek van de bijzondere curator namens [minderjarige] is aldus tijdig ingediend.
3.9
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is komen vast te staan dat de juridische vader niet de biologische vader is van [minderjarige] . Voor de moeder en de juridische vader staat niet ter discussie dat de juridische vader niet de biologische vader is van [minderjarige] . De moeder was al zwanger van [minderjarige] , voordat zij de juridische vader leerde kennen. De juridische vader is destijds, voorafgaand aan de geboorte van [minderjarige] , tot erkenning van [minderjarige] overgegaan om de moeder te helpen. Vanaf het vertrek van de moeder en [minderjarige] uit Nederland in maart 2010, heeft de juridische vader geen rol meer in het leven van [minderjarige] gespeeld. Kort daarna is de heer [stiefvader] in het leven van de moeder en [minderjarige] gekomen. Hij heeft sindsdien de rol van vader van [minderjarige] op zich genomen.
De rechtbank acht het in het belang van [minderjarige] dat zijn juridische situatie in overeenstemming wordt gebracht met de feitelijke situatie. De rechtbank zal het verzoek tot vernietiging van de erkenning daarom toewijzen. De heer [stiefvader] komt dan, nadat deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan, in de gelegenheid om een familierechtelijke betrekking met [minderjarige] te vestigen, zoals door [minderjarige] , de moeder en de heer [stiefvader] wordt gewenst.
3.1
Gelet op de aard van deze procedure zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

4.De beslissing

De rechtbank
vernietigt de op 7 oktober 2009 in de gemeente Bergen op Zoom gedane erkenning van [minderjarige] , geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag 1] 2009, door [de juridische vader] , geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedag 2] 1971, als aangetekend door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Bergen op Zoom op de akte van geboorte onder [nummer] van het jaar 2009;
compenseert de kosten van het geding aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van Leuven, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2022, in aanwezigheid van de griffier.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
verzonden op:

Voetnoten

1.In verband met deze procedure/ten behoeve van een juiste procesvoering worden uw persoonsgegevens, voor zover nodig, verwerkt in een systeem van het gerecht.