Uitspraak
GEMEENTE BERGEN OP ZOOM,
1.Het verloop van het geding
2.Het geschil
3.De beoordeling
4.De beslissing
woensdag 9 november 2022 te 09.00 uurvoor het nemen van de conclusie van antwoord;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is er een incident aanhangig gemaakt door de Gemeente Bergen op Zoom tegen [gedaagde in het incident]. De Gemeente vordert dat [gedaagde in het incident] niet-ontvankelijk wordt verklaard in het verzet, omdat de huurovereenkomst reeds is geëindigd. De huurovereenkomst was eerder ontbonden bij verstekvonnis van 13 juli 2022. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verstekvonnis nog niet in kracht van gewijsde is gegaan, wat betekent dat er nog steeds een mogelijkheid bestaat dat het verstekvonnis in verzet wordt vernietigd. Hierdoor heeft [gedaagde in het incident] nog steeds belang bij haar vordering in de hoofdzaak.
De kantonrechter heeft de vordering van de Gemeente afgewezen en geoordeeld dat de Gemeente als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moet worden veroordeeld. De proceskosten zijn begroot op nihil, aangezien [gedaagde in het incident] geen verdere conclusies heeft ingediend in het incident. De hoofdzaak is verwezen naar een rolzitting voor het nemen van een conclusie van antwoord door [eiseres in de hoofdzaak]. De verdere beslissing is aangehouden.
De uitspraak is gedaan door mr. Ponds en openbaar uitgesproken op 12 oktober 2022.