ECLI:NL:RBZWB:2022:8490

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 oktober 2022
Publicatiedatum
6 april 2023
Zaaknummer
10009833 / CV EXPL 22-2214 (T1)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • P. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident in huurovereenkomst met betrekking tot beëindiging en verzet

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is er een incident aanhangig gemaakt door de Gemeente Bergen op Zoom tegen [gedaagde in het incident]. De Gemeente vordert dat [gedaagde in het incident] niet-ontvankelijk wordt verklaard in het verzet, omdat de huurovereenkomst reeds is geëindigd. De huurovereenkomst was eerder ontbonden bij verstekvonnis van 13 juli 2022. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verstekvonnis nog niet in kracht van gewijsde is gegaan, wat betekent dat er nog steeds een mogelijkheid bestaat dat het verstekvonnis in verzet wordt vernietigd. Hierdoor heeft [gedaagde in het incident] nog steeds belang bij haar vordering in de hoofdzaak.

De kantonrechter heeft de vordering van de Gemeente afgewezen en geoordeeld dat de Gemeente als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moet worden veroordeeld. De proceskosten zijn begroot op nihil, aangezien [gedaagde in het incident] geen verdere conclusies heeft ingediend in het incident. De hoofdzaak is verwezen naar een rolzitting voor het nemen van een conclusie van antwoord door [eiseres in de hoofdzaak]. De verdere beslissing is aangehouden.

De uitspraak is gedaan door mr. Ponds en openbaar uitgesproken op 12 oktober 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 10009833 / CV EXPL 22-2214
vonnis (bij vervroeging) d.d. 12 oktober 2022
inzake
[eiseres in de hoofdzaak],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres in de hoofdzaak,
gedaagde in het incident,
hierna verder te noemen: [eiseres in de hoofdzaak] ,
gemachtigde: mr. H.E.Chr.M. Nieland,
tegen
de publiekrechtelijk rechtspersoon
GEMEENTE BERGEN OP ZOOM,
gevestigd te Bergen op Zoom,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
hierna verder te noemen: de Gemeente,
gemachtigde: AGIN Timmermans Gerechtsdeurwaarders.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 12 juli 2022 met producties;
b. de incidentele conclusie houdende exceptie van niet-ontvankelijkheid.

2.Het geschil

In de hoofdzaak
2.1.
[eiseres in de hoofdzaak] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair een machtiging te verlenen om [naam] in haar plaats te stellen als huurder en exploitant van het gehuurde en
subsidiair onder door de kantonrechter in goede justitie te bepalen voorwaarden een machtiging te verlenen om [naam] in haar plaats te stellen als huurder en exploitant van het gehuurde.
[eiseres in de hoofdzaak] vordert tevens primair en subsidiair de veroordeling van de Gemeente in de proces- en nakosten.
In het incident
2.2.
De Gemeente vordert [gedaagde in het incident] niet-ontvankelijk te verklaren, omdat de huurovereenkomst reeds is geëindigd. De huurovereenkomst is namelijk bij verstekvonnis van 13 juli 2022 tussen partijen ontbonden. Het gevolg is dat de huurovereenkomst is omgezet in een ongedaanmakingsverbintenis, aldus de Gemeente.
2.3.
[gedaagde in het incident] is in de gelegenheid gesteld te concluderen voor antwoord in het incident. [gedaagde in het incident] is echter geen reactie meer ontvangen.

3.De beoordeling

In het incident
3.1.
De kantonrechter is er ambtshalve mee bekend dat [gedaagde in het incident] een verzetdagvaarding
heeft uitgebracht. Deze procedure is geregistreerd onder zaaknummer 10058050 / CV EXPL 22-2476 en daarin is een mondelinge behandeling bepaald. Ook heeft [gedaagde in het incident] een kort gedingprocedure aanhangig gemaakt vanwege een executiegeschil naar aanleiding van het verstekvonnis van 13 juli 2022.
3.2.
Met het uitbrengen van een verzetdagvaarding heeft [gedaagde in het incident] een rechtsmiddel aangewend tegen het verstekvonnis van 13 juli 2022. In beginsel heeft het instellen van verzet een schorsende werking. De veroordelingen in het verstekvonnis zijn echter uitvoerbaar bij voorraad verklaard, waardoor het verstekvonnis alsnog ten uitvoer kan worden gelegd. In het verstekvonnis is weliswaar de ontbinding van de huurovereenkomst uitgesproken, maar dit vonnis is (nog) niet in kracht van gewijsde gegaan. Daardoor blijft de mogelijkheid bestaan dat het verstekvonnis in verzet wordt vernietigd. Gelet hierop heeft [gedaagde in het incident] nog steeds een belang bij haar vordering in de hoofdzaak. De vordering in het incident is om die reden niet toewijsbaar.
3.3.
De Gemeente zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde in het incident] . Nu [gedaagde in het incident] niet meer heeft geconcludeerd in het incident begroot de kantonrechter haar proceskosten tot vandaag op nihil.
In de hoofdzaak
3.4
De hoofdzaak zal worden verwezen naar na te melden terechtzitting voor het nemen van een conclusie van antwoord door [eiseres in de hoofdzaak] .
3.5.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

4.De beslissing

De kantonrechter:
In het incident
wijst de vordering af;
veroordeelt de Gemeente in de kosten van dit geding, aan de zijde van [gedaagde in het incident] tot vandaag begroot op nihil;
In de hoofdzaak
verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 9 november 2022 te 09.00 uurvoor het nemen van de conclusie van antwoord;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds en in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2022.