ECLI:NL:RBZWB:2022:926

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 februari 2022
Publicatiedatum
23 februari 2022
Zaaknummer
AWB - 20 _ 121
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen WOZ-waarde en aanslag onroerendezaakbelastingen

In deze zaak heeft de heffingsambtenaar op 28 februari 2019 de WOZ-waarde van de onroerende zaak aan de ’s-Gravenstraat 190 te [plaats] vastgesteld op € 190.000,- voor het kalenderjaar 2019. Tevens is in dezelfde beschikking de aanslag onroerendezaakbelastingen (OZB) bekendgemaakt. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar de heffingsambtenaar heeft in de uitspraak op bezwaar van 28 november 2019 het bezwaar ongegrond verklaard. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld, waarop de heffingsambtenaar een verweerschrift heeft ingediend. De belanghebbende heeft vervolgens een aanvullend beroepschrift ingediend. De zaak is behandeld op de zitting van 16 februari 2022, waar de gemachtigde van de belanghebbende aanwezig was, evenals vertegenwoordigers van de heffingsambtenaar.

Tijdens de zitting hebben partijen een compromis bereikt. Ze kwamen overeen dat de waarde in het economische verkeer van de woning per waardepeildatum 1 januari 2018 nader moet worden vastgesteld op € 183.000,-. Daarnaast is er overeenstemming bereikt over een vergoeding in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 1.215,-. De rechtbank heeft geen reden gezien om deze overeenkomst niet te volgen en heeft het beroep gegrond verklaard. Dit leidde tot de vernietiging van de uitspraak op bezwaar, de vermindering van de vastgestelde waarde tot € 183.000,-, en de vermindering van de aanslag OZB dienovereenkomstig. Tevens is de heffingsambtenaar veroordeeld tot het vergoeden van het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 48,- en de proceskosten van € 1.215,-.

De uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, en is openbaar gemaakt op 16 februari 2022. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht
zaaknummer: BRE 20/121 WOZ
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 16 februari 2022 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[belanghebbende] , te [plaats] , belanghebbende

gemachtigde: [gemachtigde] ,
en

de heffingsambtenaar van SaBeWa, de heffingsambtenaar.

Procesverloop

De heffingsambtenaar heeft in de beschikking van 28 februari 2019 de WOZ-waarde van de onroerende zaak ’s-Gravenstraat 190 te [plaats] voor het kalenderjaar 2019 vastgesteld op € 190.000,-. In hetzelfde document heeft de heffingsambtenaar ook de aanslag onroerendezaakbelastingen eigenaar (OZB) bekendgemaakt.
Belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt. In de uitspraak op bezwaar van 28 november 2019 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld.
De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een aanvullend beroepschrift ingediend.
De zaak is behandeld op de zitting van 16 februari 2022. Namens belanghebbende was aanwezig zijn gemachtigde [gemachtigde] . De heffingsambtenaar heeft zich laten vertegenwoordigen door [inspecteur] en [taxateur] (taxateur).

Overwegingen

1. Partijen hebben ter zitting bij wijze van compromis overeenstemming bereikt en wel in die zin dat naar hun oordeel de waarde in het economische verkeer van de woning per waardepeildatum 1 januari 2018 nader moet worden vastgesteld op € 183.000,-. Daarnaast komen partijen een vergoeding in de proceskosten van belanghebbende overeen ten bedrage van (75% van € 1.620,- =) € 1.215,-. De rechtbank heeft geen reden gezien om partijen hierin niet te volgen. Het beroep wordt dan ook gegrond verklaard.
2. Omdat het beroep gegrond is verklaard, dient de heffingsambtenaar het betaalde griffierecht van € 48,- te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de vastgestelde waarde tot € 183.000,-;
- vermindert de aanslag OZB dienovereenkomstig;
- gelast dat de heffingsambtenaar het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 48,- aan hem vergoedt;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.215,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, in aanwezigheid van M.H.A. de Graaf, griffier, op 16 februari 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ ’s-Hertogenbosch.