ECLI:NL:RBZWB:2023:1034

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
15 februari 2023
Zaaknummer
402562_T15022023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Rechters
  • mr. Fleskens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking over deskundige, voorschot en vraagstelling in bouwzaak

In deze tussenbeschikking van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 15 februari 2023, wordt een verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenonderzoek behandeld. Verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.G. van Moll, heeft een geschil met verweerder, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M.M. Rooijen, over gebreken aan een nieuwbouwwoning die op 21 november 2018 is opgeleverd. Verzoeker heeft lekkages gemeld en stelt dat verweerder in gebreke is gebleven bij het herstel. De rechtbank heeft de procedure in gang gezet na ontvangst van het verzoekschrift op 21 oktober 2022 en het verweerschrift op 11 januari 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 16 januari 2023.

De rechtbank oordeelt dat het verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenonderzoek toewijsbaar is, nu er geen verweer is gevoerd door verweerder tegen het verzoek. De rechtbank benoemt de heer [deskundige] van [expertisebureau] als deskundige, die zal onderzoeken of er sprake is van gebreken en de mogelijke oorzaken daarvan. De deskundige zal ook de herstelkosten begroten en de risico's van eventuele toekomstige lekkages beoordelen. Partijen worden in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de deskundige, het voorschot en de vraagstelling. De rechtbank houdt de beslissing voor het overige aan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Breda
zaaknummer / rekestnummer: C/02/402562 / HA RK 22-205
Beschikking van 15 februari 2023
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats 1] ,
verzoeker,
advocaat mr. R.G. van Moll te ’s-Hertogenbosch,
en
[verweerder]h.o.d.n.
[bedrijf verweerder],
wonende te [woonplaats 2] ,
verweerder,
advocaat mr. M.M.M. Rooijen te Weert.
Partijen worden hierna [verzoeker] en [verweerder] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift voorlopig deskundigenbericht, ingekomen ter griffie op 21 oktober 2022, met producties genummerd 1 tot en met 19,
- het verweerschrift voorlopig deskundigenbericht, ingekomen ter griffie op 11 januari 2023,
- de mondelinge behandeling, gehouden op 16 januari 2023.
1.2.
Op de mondelinge behandeling is [verzoeker] in persoon verschenen, bijgestaan door mr. R.G. van Moll. Namens [verweerder] is (met volmacht) verschenen zijn broer, de heer [naam 1] , mede-directeur bij [bedrijf verweerder] . Hij is bijgestaan door mr. F.M.C. van Helmond.

2.Het verzoek

2.1.
[verzoeker] verzoekt de rechtbank om bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad:
a. een voorlopig deskundigenbericht te gelasten, met benoeming van een deskundige;
b. met bepaling dat de deskundige de in het verzoekschrift geformuleerde vragen, althans de door de rechtbank in goede justitie vast te stellen vragen, zal beantwoorden en daaromtrent verslag zal uitbrengen;
c. een dag en uur te bepalen, waarop de behandeling van dit verzoekschrift zal aanvangen;
d. [verweerder] te veroordelen in de kosten van deze procedure.
2.2.
[verzoeker] legt aan het verzoek ten grondslag dat hij met [verweerder] op 4 juli 2017 een aannemingsovereenkomst heeft gesloten voor de bouw van een nieuwbouwwoning op basis van houtskeletbouw. Deze woning is opgeleverd op 21 november 2018. Op 24 februari 2020 heeft [verzoeker] bij [verweerder] melding gemaakt van lekkages rondom het kozijn van de openslaande deuren en een slaapkamerraam. Ondanks dat [verzoeker] [verweerder] diverse keren in gebreke heeft gesteld, is [verweerder] nog steeds niet tot herstel overgegaan. [verzoeker] heeft in oktober 2020 een deskundige ingeschakeld. Deze deskundige stelt dat de oorzaak van de lekkages is gelegen in het niet juist aanbrengen van de lateislabbe, het ontbreken van een waterkerende laag op de stellaten en het niet hoog genoeg opmetselen van het gevelmetselwerk ter plaatse van het dakoverstek. [verweerder] heeft daarna endoscopisch onderzoek verricht in de spouwmuur, echter zonder resultaat. Daarna heeft [verweerder] geen werkzaamheden meer uitgevoerd. Een door [verzoeker] ingeschakelde aannemer heeft een herstelplan opgesteld, wat aan [verweerder] is voorgelegd. Ook hierop heeft [verweerder] niet gereageerd. In maart 2022 heeft [verzoeker] opnieuw melding gemaakt van lekkages, waarbij is gebleken dat in alle kozijnen verhoogde vochtwaardes aanwezig waren. Het risico is groot dat het inwendige houtbouwskelet inmiddels vochtig is en wordt aantast, met mogelijk houtrot tot gevolg. Ook is er sprake van uitgescheurde in- en uitwendige stuchoeken. [verweerder] betwist dat er sprake is van verzuim en dat het werk conform het ontwerp is uitgevoerd, zodat er sprake zou zijn van ontwerpfouten in plaats van uitvoeringsfouten. [verzoeker] heeft er dan ook recht en belang bij om in een voorlopig deskundigenbericht te laten onderzoeken of er sprake is van gebreken en om zijn rechtspositie te kunnen bepalen.

3.Het standpunt van verweerder

3.1.
[verweerder] heeft geen inhoudelijk verweer tegen het houden van een voorlopig deskundigenonderzoek. Wel doet hij een aanvulling op de door [verzoeker] ingenomen stellingen. Zo voert [verweerder] aan dat [verzoeker] constructeur is van beroep en zelf de woning heeft ontworpen en de bouwkundige constructie heeft bepaald. Daarnaast heeft hij ook de directie gevoerd over het werk. [verzoeker] heeft geen enkele keer aangegeven dat de werkzaamheden onjuist zijn uitgevoerd of dat zaken verkeerd zijn aangebracht. Daarentegen heeft [verweerder] [verzoeker] meerdere keren gewaarschuwd met betrekking tot opgelegde werkzaamheden en ook ten aanzien van de materiaalkeuze, waaronder het gevaar voor lekkage bij de combinatie van een rollaag met kunststofkozijnen, maar [verzoeker] wees dit telkens af.
3.2.
[verweerder] stemt in met het verzoek om een deskundige te benoemen uit het landelijk register voor gerechtelijk deskundigen, waarbij een deskundige die ook de constructie- en bouwtekeningen kan bekijken en de gevolgen van eventuele fouten daarin kan adresseren.
3.3.
Ten aanzien van de aan de deskundige voor te leggen vragen maakt [verweerder] ernstig bezwaar tegen de vraagstelling van [verzoeker] , omdat deze voornamelijk is gericht op de door [verweerder] verrichte werkzaamheden. [verweerder] meent dat hij volgens de (bouw)tekeningen heeft opgeleverd en dat de problematiek is gelegen in constructie- en/of ontwerpfouten, zodat de vragen hierop ook gericht zouden moeten zijn. [verweerder] heeft hiertoe aanvullende vragen geformuleerd.
3.4.
De conclusie in het verweerschrift dat [verzoeker] niet ontvankelijk moet worden verklaard, berust op een vergissing, zodat dit buiten beschouwing kan worden gelaten.

4.De beoordeling

4.1.
Het verzoek tot het bevelen van een voorlopig deskundigenonderzoek is gedaan met inachtneming van de bepalingen van de artikelen 202-207 Rv.
4.2.
Een voorlopig deskundigenonderzoek dient ertoe een partij de mogelijkheid te geven aan de hand van het uit te brengen deskundigenbericht zekerheid te verkrijgen omtrent de voor de beslissing van het geschil relevante feiten en omstandigheden en aldus beter te kunnen beoordelen of het raadzaam is een procedure te beginnen of voort te zetten. Aan de rechter die heeft te oordelen over een verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenonderzoek komt geen discretionaire bevoegdheid toe. Een verzoek om een voorlopig deskundigenonderzoek dient, indien het verzoek voldoende concreet en ter zake dienend is en feiten betreft die met het deskundigenonderzoek bewezen kunnen worden, in beginsel te worden toegewezen. Afwijzing van een verzoek om een voorlopig deskundigenonderzoek is slechts mogelijk indien zich feiten en omstandigheden voordoen die duiden op strijd met de goede procesorde, misbruik van bevoegdheid dan wel een ander door de rechter geoordeeld zwaarwichtig belang (HR 19 december 2003, NJ 2004, 584).
4.3.
Door [verweerder] is geen verweer gevoerd tegen het houden van een voorlopig deskundigenonderzoek. Nu er zich ook geen gronden voordoen die tot afwijzing van het verzoek moeten leiden, wijst de rechtbank het verzoek toe.
4.4.
Partijen hebben geen voorstel gedaan voor de te benoemen deskundige. Zij hebben op de mondelinge behandeling herhaald dat zij het aan de rechtbank over willen laten om een deskundige te benoemen. Gelet daarop heeft de rechtbank de heer [deskundige] van [expertisebureau] te [plaats] bereid gevonden om als deskundige op te treden. Hij heeft verklaard vrij te staan van partijen. Het voorschot wordt door de heer [deskundige] begroot op een bedrag van € 4.072,86 inclusief btw (uurtarief € 132,00 exclusief btw, conform bijlage). Partijen worden in de gelegenheid gesteld zich over de deskundige en het voorschot uit te laten.
4.5.
[verweerder] heeft bezwaar gemaakt tegen de vraagstelling zoals deze door [verzoeker] is voorgesteld en heeft verzocht om aanvullende vragen. Op de mondelinge behandeling is besproken dat het raadzaam is om de deskundige te vragen of er sprake is van een constructiefout of een fout in de uitvoering van het bestek met betrekking tot de openslaande deuren en de ramen. De rechtbank zal de vragen formuleren zoals in het dictum weergegeven. Partijen worden in de gelegenheid gesteld zich hierover uit te laten.
4.6.
Ten aanzien van het voorschot is het wettelijk uitgangspunt dat dit door verzoeker wordt voldaan. De rechtbank zal [verzoeker] dan ook belasten met het betalen van het voorschot van de deskundige.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
Is de constructie van de openslaande deuren aan de achterzijde op de begane grond en de slaapkamerramen op de 1e verdieping conform het bestek van de woning uitgevoerd. Zo nee, op welke wijze is er afgeweken van de bestektekeningen?
Is een onderzoek naar de vermeende lekkages mogelijk zonder dat er een destructief onderzoek plaatsheeft? Kunt u uw antwoord motiveren?
Kozijnen
Kunt u vaststellen dat er sprake is van lekkages bij de openslaande deuren en de slaapkamerramen? Kunt u alle andere kozijnen beoordelen en bezien sprake is van lekkages dan wel details als bij de kozijnen onder a. zijn toegepast en/of elk kozijn op dezelfde wijze als de kozijnen onder a. is aangebracht? Zo ja, kunt u aangeven of het waarschijnlijk is dat als gevolg hiervan ook lekkages kunnen ontstaan ter plaatse van deze overige kozijnen?
Zijn de lekkages te herleiden tot het ontwerp/bestek dan wel tot de uitvoering van het werk? Indien dit te herleiden is tot de uitvoering van het werk kunt u vaststellen dat deze lekkages te herleiden zijn tot het werk dat door [verweerder] is uitgevoerd, of kunnen de lekkages een andere oorzaak hebben, bijvoorbeeld in het materiaal of in het werk van derden?
Wat is uw technische visie ten aanzien van het gekozen ontwerp (rollaag) in combinatie met de toepassing van kunststof kozijnen?
Indien er sprake is van een ontwerpfout, had de aannemer daar naar uw mening voor moeten waarschuwen en is daarbij nog relevant dat [verzoeker] ook de rol van uitvoerder / opzichter had?
Is herstel van het geconstateerde gebrek c.q. de geconstateerde gebreken mogelijk?
Zo ja, kunt u bevestigen dat herstel mogelijk is op een wijze dat het aanzicht van de gevels zoveel mogelijk intact blijft en dat na uitvoering van het door Keurhuis Nederland getoetste plan van aanpak van [naam 2] sprake is van deugdelijk herstel?
Zo nee, kunt u in dat geval een deugdelijke wijze van herstel bepalen, rekening houdend met de kans op schade aan de gevels van de woning en kozijnen en eventueel herstel daarvan?
Kunt u de herstelkosten begroten en deze nader specificeren?
Is er sprake van gevolgschade als gevolg van de vochttoetreding in de woning daar waar de lekkages zich reeds hebben voorgedaan, bijvoorbeeld aan de houtconstructie? Zo ja, welke, en op welke wijze, dient herstel van schade plaats te vinden en wat zijn de herstelkosten?
Hoe groot schat u het risico op gevolgschade in als gevolg van mogelijke toekomstige lekkages rondom de kozijnen waar zich reeds lekkages hebben voorgedaan en voordoen alsmede rondom de overige kozijnen van de woning, indien en voor zover herstel van de geconstateerde gebreken niet wordt uitgevoerd?
Stuchoeken
Kunt u vaststellen dat er sprake is van uitscheuren van stuchoeken? Zo ja, is dit te herleiden tot het ontwerp/bestek dan wel tot de uitvoering van het werk? Indien dit te herleiden is tot de uitvoering van het werk kunt u vaststellen dat deze lekkages te herleiden zijn tot het werk dat door [verweerder] is uitgevoerd, of kunnen de lekkages een andere oorzaak hebben, bijvoorbeeld in het materiaal of in het werk van derden.
Wat is de invloed van normale slijtage, gebruik en tijdsverloop op de vermeende schade aan het stucwerk?
Is herstel van het geconstateerde gebrek c.q. de geconstateerde gebreken mogelijk? Zo ja, kunt u in dat geval een deugdelijke wijze van herstel bepalen, rekening houdend met de kans op schade aan de gevels van de woning en eventueel herstel daarvan?
Kunt u de herstelkosten begroten en deze nader specificeren?
Goot
Is er sprake van een lekkage van de gootconstructie in de linker zijgevel? Zo ja, is dit te herleiden tot het ontwerp/bestek dan wel tot de uitvoering van het werk? Indien dit te herleiden is tot de uitvoering van het werk kunt u vaststellen dat deze lekkages te herleiden zijn tot het werk dat door [verweerder] is uitgevoerd, of kunnen de lekkages een andere oorzaak hebben, bijvoorbeeld in het materiaal of in het werk van derden.
Kunt u de herstelkosten begroten en nader specificeren?
Kunt u uitsluiten dat dit probleem zich kan voordoen bij de gootconstructie in de rechter zijgevel?
Indien er sprake is van een ontwerpfout, had de aannemer daar naar uw mening voor moeten waarschuwen en is daarbij nog relevant dat [verzoeker] ook de rol van uitvoerder / opzichter had?
Algemeen
Zijn er verder nog zaken die u in deze kwestie van belang acht?
5.2.
stelt voor tot deskundige te benoemen:
de heer [deskundige] , verbonden aan [expertisebureau] ,
[adres] ,
T. [telefoonnummer] (secretariaat)
E. [e-mailadres]
5.3.
stelt partijen in de gelegenheid om zich binnen 2 weken na heden uit te laten over de deskundige, het voorschot en de vraagstelling,
5.4.
houdt de beslissing voor het overige aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. Fleskens en in het openbaar uitgesproken op15 februari 2023.