Op 16 februari 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van voorbereidingshandelingen voor de vervaardiging van heroïne. De verdachte, geboren in 2002 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, had op 15 juli 2022 op de snelweg A16 bij Breda 100 kilogram van een mengsel van paracetamol en coffeïne voorhanden. Dit mengsel wordt vaak gebruikt als versnijdingsmiddel voor heroïne. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn verklaring dat hij niet wist wat hij vervoerde, ernstige redenen had om te vermoeden dat het om illegale goederen ging. De officier van justitie had bewijs gepresenteerd dat de verdachte op een parkeerplaats in Nederland een onbekende man had ontmoet om het mengsel op te halen, en dat hij hiervoor 500 euro zou ontvangen. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan het tenlastegelegde feit en legde een gevangenisstraf op van 12 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank hield rekening met de jeugdige leeftijd van de verdachte en zijn eerdere strafblad, dat leeg was. De uitspraak benadrukte de schadelijkheid van heroïne voor de volksgezondheid en de maatschappelijke overlast die het met zich meebrengt. De rechtbank verklaarde ook dat de in beslag genomen auto en de tassen met het mengsel verbeurd verklaard werden.