ECLI:NL:RBZWB:2023:1059

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
16 februari 2023
Zaaknummer
C/02/402909 / FA RK 22-4883
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot vernietiging erkenning van een minderjarige na intrekking door de verzoekster

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 februari 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de erkenning van een minderjarige. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.J.A. Burlet, verzocht om de erkenning van de minderjarige door de man te vernietigen. De man, vertegenwoordigd door mr. C.E.J.E. Kouijzer, heeft de erkenning van de minderjarige gedaan. De bijzondere curator, mr. V.J.C. Pieters, heeft in haar verslag geconcludeerd dat de vrouw niet-ontvankelijk is in haar verzoek, omdat er geen sprake is van dwaling en dat vernietiging van de erkenning niet in het belang van het kind zou zijn.

Na overleg met de biologische vader heeft de vrouw haar verzoek tot vernietiging van de erkenning ingetrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek niet meer voorligt en heeft daarom besloten het verzoek van de vrouw af te wijzen. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, Bakker-Maljers. De rechtbank heeft tevens mededeling gedaan over de mogelijkheid tot hoger beroep tegen deze beschikking, dat binnen drie maanden na de uitspraak ingediend moet worden.

De zaak betreft civiel recht en specifiek het personen- en familierecht, waarbij de belangen van de minderjarige voorop staan. De rechtbank heeft in haar overwegingen de adviezen van de bijzondere curator en de intrekking van het verzoek door de vrouw meegewogen.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Zaaknummer: C/02/402909 / FA RK 22-4883
datum uitspraak: 15 februari 2023
beschikking betreffende vernietiging erkenning
in de zaak van
[de vrouw],
hierna te noemen de vrouw,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. D.J.A. Burlet te Terneuzen,
tegen
[de man] ,
hierna te noemen de man,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. C.E.J.E. Kouijzer te Middelburg.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
-
mr. V.J.C. Pieters, advocaat te Goes, in haar hoedanigheid van bijzondere curator over de [minderjarige] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2017.

1.Het procesverloop

1.1
De rechtbank oordeelt op grond van de navolgende stukken:
- het op 1 november 2022 ontvangen verzoek met bijlagen;
- de beschikking betreffende benoeming bijzondere curator d.d. 25 november 2022;
- de brief van mr. Burlet van 30 november 2022;
- het op 20 december 2022 ingekomen verslag van mr. Pieters d.d. 20 december 2022;
- de op 1 februari 2023 ingekomen brief van mr. Burlet d.d. 31 januari 2023;
- het F9-formulier van mr. Kouijzer d.d. 2 februari 2023;
- het F9-formulier van mr. Pieters d.d. 3 februari 2023 met bijlage.

2.De feiten

2.1
Partijen hebben een affectieve relatie gehad. Uit de vrouw is op [geboortedag] 2017 geboren [minderjarige] . De man heeft [minderjarige] erkend.
2.2
De vrouw oefent van rechtswege het eenhoofdig ouderlijk gezag over [minderjarige] uit.

3.Het verzoek en de beoordeling

3.1
De vrouw verzoekt:
- de erkenning van de [minderjarige] door de heer [de man] te vernietigen;
- een bijzondere curator te benoemen over de voornoemde minderjarige;
- deze beschikking voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2
Bij beschikking van 25 november 2022 is mr. V.J.C. Pieters, advocaat te Goes, benoemd tot bijzondere curator over de [minderjarige] . De bijzondere curator is verzocht om binnen vier weken na dagtekening van de beschikking schriftelijk verslag te doen van haar bevindingen en daarbij een standpunt over het verzoek van de vrouw in te nemen. Als bijlage bij F9-formulier d.d. 20 december 2022 is dit verslag ontvangen. De bijzondere curator concludeert in haar verslag dat de vrouw niet-ontvankelijk is in haar verzoek, daar er geen sprake is van dwaling. Indien de rechtbank de vrouw wel ontvankelijk acht adviseert de bijzondere curator het verzoek af te wijzen, omdat zij vernietiging van de erkenning op dit moment niet in het belang van [minderjarige] acht.
3.3
Naar aanleiding van het verslag van de bijzondere curator en overleg met de biologische vader heeft mr. Burlet namens de vrouw bij F9-formulier d.d. 31 januari 2023 het voornoemde verzoek tot vernietiging van de erkenning ingetrokken. Volgens de vrouw behoeft de geplande mondelinge behandeling op 7 februari 2023 geen doorgang.
3.4
Bij F9-formulier d.d. 2 februari 2023 heeft mr. Kouijzer te kennen gegeven dat de man geen bezwaar heeft tegen de intrekking van het verzoek.
3.5
Mr. Pieters laat bij F9-formulier d.d. 3 februari 2023 weten dat zij kennis heeft genomen van het bericht dat het onderhavige verzoek wordt ingetrokken. Mr. Pieters geeft in haar brief te kennen, in aanvulling op haar verslag, dat zij inmiddels heeft gesproken met de biologische vader van [minderjarige] . Ter informatie heeft zij het gespreksverslag als bijlage bij haar brief meegezonden. Mr. Pieters heeft geen bezwaar tegen de intrekking van het verzoek door de vrouw.
3.6
De rechtbank stelt vast dat namens de vrouw het verzoek tot vernietiging van de erkenning door de heer [de man] is ingetrokken. Nu dit verzoek niet meer voorligt, behoeft dit geen nadere beoordeling en beslissing meer. De rechtbank zal het verzoek afwijzen.

4.De beslissing

De rechtbank
wijst het verzoek van de vrouw af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Dijkman, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2023 in tegenwoordigheid van Bakker-Maljers, griffier.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.