ECLI:NL:RBZWB:2023:106

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 januari 2023
Publicatiedatum
10 januari 2023
Zaaknummer
9985122_E040123
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van den Boom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake finale kwijting en minnelijke regeling tussen ROC Mondriaan en gedaagde

In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vorderde de Stichting ROC Mondriaan betaling van een bedrag van € 305,49 van de gedaagde, die zich had ingeschreven voor de opleiding Autotechnicus. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst waarbij de gedaagde cursusgeld verschuldigd was. De gedaagde had echter een saneringsvoorstel ontvangen van de gemeente Den Haag, waarin werd voorgesteld om zijn schulden tegen finale kwijting af te kopen. De gemeente had de schuldeisers benaderd, waaronder ROC Mondriaan, en een voorstel gedaan voor een percentage van de vordering. De gedaagde stelde dat er een minnelijke regeling was getroffen die ook de vordering van ROC Mondriaan omvatte.

De kantonrechter oordeelde dat ROC Mondriaan niet had aangetoond dat er geen algehele finale kwijting was verleend. De rechter stelde vast dat de gemeente bij ROC Mondriaan had geïnformeerd naar de schulden van de gedaagde en dat deze schulden waren meegenomen in het saneringsvoorstel. Hierdoor mocht de gedaagde erop vertrouwen dat er een regeling was getroffen voor zijn totale schuld bij ROC Mondriaan. De kantonrechter concludeerde dat ROC Mondriaan finale kwijting had verleend en wees de vordering af. Tevens werd ROC Mondriaan veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde tot op heden op nihil waren begroot.

Dit vonnis is uitgesproken op 4 januari 2023 en is openbaar gemaakt. De zaak benadrukt het belang van duidelijke communicatie tussen schuldeisers en debiteuren, vooral in situaties van schuldsanering.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: 9985122 \ CV EXPL 22-1767
Vonnis van 4 januari 2023
in de zaak van
de stichting
STICHTING ROC MONDRIAAN,
te 's-Gravenhage,
eisende partij,
hierna te noemen: ROC Mondriaan,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V. te Tilburg,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- het mondelinge antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de mondelinge toelichting bij dupliek.
1.2.
De griffier heeft een afschrift van de mondelinge toelichting bij dupliek aan ROC Mondriaan toegezonden. Daarin staat dat ROC Mondriaan uiterlijk 9 november 2022 een akte kan indienen en dat uitstel daarvan niet mogelijk is. De gemachtigde van ROC Mondriaan heeft bij e-mail van 8 november 2022 verzocht om uitstel. Dit verzoek is afgewezen waarna vonnis is bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een overeenkomst gesloten op grond waarvan [gedaagde] – tegen betaling van onder andere cursusgeld – zich heeft ingeschreven voor de opleiding Autotechnicus.
2.2.
ROC Mondriaan heeft een factuur verzonden met datum 23 oktober 2018 ter hoogte van € 240,00 en met de omschrijving: “
Cursusgeld OCW 18-19 Instroom SEPTEMBER 1/2". ROC Mondriaan heeft [gedaagde] gesommeerd tot betaling van de factuur.
2.3.
[gedaagde] heeft zich vanwege schulden gewend tot de gemeente Den Haag. De gemeente is aangesloten bij het project Jongeren Perspectief Fonds (JPF) waarbij diverse instanties samenwerken om schulden onder jongeren duurzaam op te lossen. De gemeente heeft in dit kader de schuldeisers van [gedaagde] benaderd en zijn schulden geïnventariseerd. Vervolgens heeft zij een saneringsvoorstel gedaan. Bij brief van 16 juni 2021 aan de gemachtigde van ROC Mondriaan, destijds Van der Velde van Hal & Peers gerechtsdeurwaarders (hierna: Van der Velde c.s.), heeft de gemeente het volgende geschreven:
“Hierbij doen wij u een saneringsvoorstel tot afkoop tegen finale kwijting van uw vordering op (…) [gedaagde] . (…)
Het schuldenpakket bedraagt in totaal € 17.375,62.
Uw vordering is opgenomen voor een bedrag van € 1.106,91.
Voorstel
Wij doen u een voorstel van 9,94% van uw vordering. Dit betekent dat er aan u een bedrag van € 110,07 wordt geboden tegen finale kwijting van de restschuld en ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid.”
2.4.
Op 14 januari 2022 heeft de gemeente aan [gedaagde] bericht dat de schuldeisers akkoord zijn gegaan.

3.Het geschil

3.1.
ROC Mondriaan vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 305,49 (bestaande uit € 240,00 aan hoofdsom vermeerderd met rente en kosten) vermeerderd met rente over de hoofdsom en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
ROC Mondriaan legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] op grond van de overeenkomst gehouden is het cursusgeld te voldoen. Aangezien [gedaagde] daarmee in gebreke is, is hij tevens rente en kosten verschuldigd. Weliswaar hebben partijen een minnelijke regeling getroffen, maar daarbij is geen algehele finale kwijting verleend. De regeling gold slechts voor twee andere facturen die ROC Mondriaan uit handen had gegeven aan Van der Velde c.s.
3.3.
[gedaagde] voert verweer en beroept zich op de minnelijke regeling.

4.De beoordeling

4.1.
Het standpunt van ROC Mondriaan dat zij geen ‘algehele’ finale kwijting heeft verleend volgt de kantonrechter niet. De gemeente heeft bij (de gemachtigde van) ROC Mondriaan opgevraagd welke schulden [gedaagde] bij haar had. Deze schulden zijn vervolgens meegenomen in het saneringsvoorstel dat tot afkoop van de vordering van ROC Mondriaan strekte. Hierdoor mocht [gedaagde] er gerechtvaardigd op vertrouwen dat voor zijn totale schuld bij ROC Mondriaan een regeling werd getroffen. Van iemand met problematische schulden kan immers niet worden verlangd dat hij bekend is met de exacte omvang van zijn schulden bij zijn schuldeisers. Voorts staat in het voorstel van de gemeente van 16 juni 2021 het totale schuldenpakket van [gedaagde] vermeld. Temeer nu in de brief wordt gesproken over integrale aanpak van schulden van jongeren, behoorde ROC Mondriaan naar het oordeel van de kantonrechter te begrijpen dat het voorstel tot afkoop van de schulden die [gedaagde] bij ROC Mondriaan had, tegen finale kwijting werd voorgesteld. Het had dan ook op de weg van ROC Mondriaan gelegen om in dat kader een voorbehoud te maken en te vermelden dat de regeling uitsluitend betrekking zou hebben op de facturen die zij reeds aan de(ze) gerechtsdeurwaarder uit handen had gegeven. De omstandigheid dat ROC Mondriaan haar openstaande facturen uit handen heeft gegeven aan verschillende kantoren en dat zij daardoor kennelijk niet haar totale vordering aan de gemeente heeft doorgegeven, komt voor haar rekening en risico. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat ROC Mondriaan finale kwijting heeft verleend ten aanzien van onderhavige vordering. De vordering wordt om die reden afgewezen.
4.2.
ROC Mondriaan zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Aangezien [gedaagde] zich niet heeft laten bijstaan door een gemachtigde worden de kosten aan zijn zijde tot op heden begroot op nihil.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt ROC Mondriaan in de kosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Boom en in het openbaar uitgesproken op
4 januari 2023.