Uitspraak
[eiseres] B.V.,
1.de vennootschap onder firma [gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
3.
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“We willen 3 winkels gaan openen. (Het is al in een heel ver stadium, alleen moeten de merken nog een officieel contract tekenen.)en het gegeven dat hij zijn adviseur een distributieovereenkomst heeft laten opstellen. Volgens [eiseres] heeft hij daarbij tevens een misleidende of verwarrende voorstelling van zaken gegeven door de indruk te wekken dat hij als directeur van [eiseres] handelde. [gedaagden] heeft daartegen aangevoerd dat [gedaagde sub 2] uit hoofde van zijn functie bij [eiseres] moest onderzoeken of de opening van drie winkels voor [eiseres] interessant zou zijn. Dit is ook de reden dat [gedaagde sub 2] contact heeft opgenomen met zijn juridisch adviseur en de overeenkomst heeft laten opstellen. [gedaagden] betwist dat [gedaagde sub 2] zich heeft uitgegeven als directeur.
5.De beslissing
8 maart 2023voor het nemen van een akte door partijen over hetgeen onder 4.19 is overwogen;