ECLI:NL:RBZWB:2023:1095

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
17 februari 2023
Zaaknummer
10089490_E17022023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Borm
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding voor misgelopen licentiegelden in verband met muziekopenbaring in winkel

In deze civiele zaak vorderen de eisende partijen, de Vereniging Buma en de Stichting ter Exploitatie van Naburige Rechten (Sena), schadevergoeding van de gedaagde partij wegens het openbaren van muziek in diens winkel zonder de benodigde licentie. De procedure begon met een dagvaarding op 22 augustus 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling en de indiening van diverse processtukken. De eisers stellen dat op 18 oktober 2021 een controle heeft plaatsgevonden in de winkel van de gedaagde, waarbij muziek zou zijn geopenbaard die onder het beschermde repertoire van Buma en Sena valt. De gedaagde betwist echter dat er muziek is geopenbaard en voert aan dat hij geen installatie heeft om muziek af te spelen en dat hij geen personeel in de winkel heeft. De kantonrechter oordeelt dat de eisers niet voldoende bewijs hebben geleverd om hun vordering te onderbouwen. De verklaring van de controleur, die geen verdere details kon geven over het openbaren van muziek, wordt als onvoldoende beschouwd. De vordering van Buma en Sena wordt afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil worden vastgesteld. De kantonrechter merkt op dat de eisers niet hebben voldaan aan hun substantiëringsplicht, maar dat dit geen gevolgen heeft voor de gedaagde, aangezien hij niet in zijn belangen is geschaad.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: 10089490 \ CV EXPL 22-2286
Vonnis van 15 februari 2023
in de zaak van

1.de vereniging VERENIGING BUMA,

gevestigd te Amstelveen en kantoorhoudende te Hoofddorp,
2. de stichting
STICHTING TER EXPLOITATIE VAN NABURIGE RECHTEN (SENA),
gevestigd te Hilversum,
eisende partijen,
hierna te noemen: Buma en Sena,
gemachtigde: Gerechtsdeurwaarderskantoor De Best & Partners B.V.,
tegen
[gedaagde],
zaakdoende te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 22 augustus 2022, met producties;
- het mondelinge antwoord, met producties;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de mondelinge dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] exploiteert een winkel.
2.2.
Buma heeft als enige organisatie in Nederland de toestemming als bedoeld in artikel 30a van de Auteurswet verkregen om als bedrijf zonder winstoogmerk te bemiddelen inzake muziekauteursrecht en de belangen te behartigen van de bij haar aangesloten componisten en tekstdichters voor de uitvoering (openbaarmaking) van hun werken.
2.3.
Sena is op grond van artikel 15 lid 1 van de Wet op de Naburige Rechten aangewezen als rechtspersoon die exclusief is belast met de inning en de verdeling van de in artikel 7 van die wet bedoelde vergoedingen.
2.4.
Op 18 oktober 2021 heeft mevrouw [naam] , namens Buma en Sena, de winkel van [gedaagde] bezocht om te controleren of daar muziek wordt geopenbaard. Van het bezoek is een rapport door haar opgemaakt. In het rapport staat achter “Gesproken met”, “Aantal aanwezigen” en “Installatie” niets ingevuld.
2.5.
Buma en Sena hebben aan [gedaagde] een gezamenlijke factuur gezonden voor vergoeding van het openbaren van muziek. Ondanks meerdere aanmaningen en sommaties is [gedaagde] niet tot betaling overgegaan.
2.6.
[gedaagde] heeft telefonisch bezwaar gemaakt bij [naam] , alsmede bij de voormalig gemachtigde van Buma en Sena, tegen de in rekening gebrachte vergoeding.

3.Het geschil

3.1.
Buma en Sena vorderen - samengevat – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 167,83 aan schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten en in de kosten van de procedure.
Buma en Sena stellen dat [naam] op 18 oktober 2021 heeft waargenomen dat bij het bezoek aan de winkel van [gedaagde] muziek werd geopenbaard die onder het beschermde repertoire van Buma en Sena valt. De gevorderde vergoeding van schade is gefixeerd op het bedrag dat [gedaagde] verschuldigd was als wel een licentieovereenkomst met Buma en Sena was gesloten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Buma en Sena, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Buma en Sena, met veroordeling van Buma en Sena in de kosten van deze procedure.
[gedaagde] voert hiertoe aan dat hij altijd zelf in de winkel staat en dat hij geen personeel heeft. Hij heeft geen installatie in de winkel om muziek af te spelen. [gedaagde] betwist dan ook muziek te hebben geopenbaard in zijn winkel. [gedaagde] is er pas achteraf mee geconfronteerd dat [naam] in de winkel is geweest. Zij heeft hem bij dat bezoek niet aangesproken.
Omdat de camerabeelden van [gedaagde] maar 24 uur worden bewaard, kon hij deze niet terugkijken om na te gaan of het misschien klanten waren die muziek afspeelden.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In geschil is of [gedaagde] een vergoeding verschuldigd is aan Buma en Sena voor het openbaren van beschermd muziekrepertoire.
4.2.
Voor de onderhavige vordering hebben Buma en Sena zich enkel gebaseerd op de verklaring van [naam] . Gelet op de gemotiveerde betwisting van [gedaagde] had het op de weg van Buma en Sena gelegen om de vordering nader te onderbouwen met bewijs. Dit temeer nu [naam] , blijkens haar rapport, niemand in de winkel van [gedaagde] heeft aangesproken op het kennelijk openbaren van muziek en geen installatie heeft aangetroffen. Dit komt voor risico van Buma en Sena. Voor zover [naam] muziek in de winkel heeft waargenomen, is niet vast komen te staan dat het [gedaagde] was die de muziek heeft geopenbaard.
4.3.
Buma en Sena hebben geen andere feiten en/of omstandigheden gesteld die kunnen leiden tot de conclusie dat [gedaagde] muziek heeft geopenbaard.
4.4.
Het door Buma en Sena gedane bewijsaanbod om [naam] als getuige te laten horen zal worden gepasseerd, nu niet is aangegeven wat zij méér kan verklaren omtrent haar bezoek aan de winkel dan reeds uit de stukken blijkt. De vordering van Buma en Sena zal daarom worden afgewezen.
4.5.
Buma en Sena zullen als de in het ongelijk gestelde partijen worden veroordeeld in de proceskosten. Deze kosten worden aan de kant van [gedaagde] begroot op nihil, nu [gedaagde] zonder bijstand van een gemachtigde heeft geprocedeerd en niet gebleken is dat hij anderszins kosten heeft gemaakt in het kader van deze procedure die voor vergoeding in aanmerking komen.
4.6.
Ten overvloede overweegt de kantonrechter als volgt. In artikel 111 lid 3 Rv is bepaald dat het exploot van dagvaarding de door gedaagde partij tegen de eis aangevoerde verweren en de gronden daarvoor vermeldt. Volgens de dagvaarding zou geen inhoudelijk verweer van [gedaagde] bekend zijn. Uit de conclusies volgt echter dat [gedaagde] , al vóór de dagvaarding, inhoudelijk verweer heeft gevoerd bij Buma en Sena en haar voormalig gemachtigde. Door het bekende verweer niet op te nemen in de dagvaarding hebben Buma en Sena niet voldaan aan hun substantiëringsplicht. Omdat niet is gebleken dat [gedaagde] hierdoor in zijn belangen is geschaad, zal in de onderhavige procedure geen consequenties worden verbonden aan de schending van de substantiëringsplicht.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Buma en Sena af,
5.2.
veroordeelt Buma en Sena in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot dit vonnis vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Borm, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2023.