ECLI:NL:RBZWB:2023:110

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 januari 2023
Publicatiedatum
10 januari 2023
Zaaknummer
10146090_E04012023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
  • P. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale bevoegdheid en toepasselijk recht in consumentenkoop bij verstek

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 januari 2023, is de vennootschap Alektum Capital AG, gevestigd in Zug, Zwitserland, als eiseres opgetreden tegen een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres heeft de gedaagde gedagvaard op 16 september 2022 en vordert betaling van € 183,45, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde is niet verschenen, waardoor verstek is verleend.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de procedure een internationaal karakter heeft, aangezien de eiseres in Zwitserland is gevestigd en de gedaagde in Nederland woont. De rechtbank heeft de bevoegdheid van de Nederlandse rechter beoordeeld aan de hand van het EVEX-II verdrag, en concludeert dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen, omdat de gedaagde als consument handelt en de vordering betrekking heeft op de koop en verkoop van roerende zaken.

Vervolgens heeft de rechtbank het toepasselijke recht beoordeeld. Aangezien de vordering voortvloeit uit een overeenkomst, is het recht dat van toepassing is op de verbintenis beoordeeld aan de hand van het Burgerlijk Wetboek en de Verordening Rome I. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Nederlands recht van toepassing is, omdat de vordering is overgedragen aan de eiseres en de relevante voorwaarden dit ondersteunen.

De kantonrechter heeft de vordering toegewezen, aangezien deze niet onrechtmatig of ongegrond werd geacht. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 272,22. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 10146090 CV EXPL 22-3039
vonnis d.d. 4 januari 2023
inzake
de vennootschap naar buitenlands recht Alektum Capital AG,
gevestigd en kantoorhoudende te Zug (Zwitserland),
eiseres,
gemachtigde: van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso te Eindhoven,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonadres] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de dagvaarding van 16 september 2022 met producties.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1
Eiseres heeft op de bij dagvaarding omschreven gronden, welke hier als herhaald en ingelast gelden, gevorderd gedaagde tegen behoorlijk bewijs van kwijting te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 183,45, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 142,78 vanaf 16 september 2022 tot de algehele voldoening en te vermeerderen met de kosten van deze procedure.
2.2
Gedaagde is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen en heeft ook niet tijdig een schriftelijk antwoord ingediend of om uitstel verzocht, zodat tegen deze verstek is verleend.
2.3
Nu eiseres gevestigd is in Zwitserland en gedaagde in Nederland woont, draagt onderhavige procedure een internationaal karakter en dient de vraag te worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van onderhavige vordering kennis te nemen aan de hand van het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (EVEX-II). Omdat gedaagde handelt als consument en het gaat om de koop en verkoop op afbetaling van roerende lichamelijke zaken als bedoeld in artikel 15 lid 1 aanhef en sub a EVEX-II, is de Nederlandse rechter ingevolge artikel 16 lid 2 EVEX-II gelet op de woonplaats van gedaagde in Nederland bevoegd van de vordering kennis te nemen.
2.4
Vervolgens komt de vraag aan de orde welk recht van toepassing is. Dit dient, nu de grondslag van de vordering een verbintenis uit een overeenkomst betreft, te worden beoordeeld aan de hand van artikel 10:154 Burgerlijk Wetboek (BW) in verbinding met de Verordening
nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst
(Rome I). Eiseres heeft middels cessie de vordering overgedragen gekregen van haar rechtsvoorgangster. Ingevolge artikel 14 lid 2 van de Verordening (EU) nr. 593/2008 wordt de betrekking tussen eiseres als cessionaris en gedaagde als schuldenaar beheerst door het recht dat op de gecedeerde vordering van toepassing is. Gelet op artikel 17 lid 1 van de Algemene Voorwaarden Thuiswinkel, alsmede artikel 11.1 van de Algemene en Aanvullende Voorwaarden Thuiswinkel, in samenhang met artikel 6 lid 2 Verordening
Rome I is in dit geval Nederlands recht van toepassing.
2.5
De vordering komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze zal worden toegewezen.
2.6
Gedaagde wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van eiseres. Deze proceskosten worden tot op heden begroot op:
- explootkosten € 107,22
- salaris gemachtigde € 37,00
- griffierecht € 128,00
------------
totaal € 272,22

3.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van € 183,45, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 142,78 vanaf 16 september 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 272,22;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 januari 2023, in tegenwoordigheid van de griffier.