ECLI:NL:RBZWB:2023:1143

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 februari 2023
Publicatiedatum
21 februari 2023
Zaaknummer
401494_E02022023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Bogaert
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot verlenging ondertoezichtstelling minderjarige na positieve ontwikkelingen in de opvoeding

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 februari 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2014. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. T.M. ten Velde, niet aanwezig was. De Gecertificeerde Instelling (GI) had verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een periode van vijf maanden, maar tijdens de mondelinge behandeling trok de vertegenwoordigster van de GI dit verzoek in, omdat de resterende doelen inmiddels waren behaald. De moeder had de regie over de opvoeding van de minderjarige weten te krijgen en er was een verbeterde communicatie tussen de moeder en de grootouders aan moederszijde.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake meer is van een ernstige bedreiging in de ontwikkeling van de minderjarige. De moeder heeft positieve stappen gezet in haar opvoedingsrol en de communicatie met de grootouders is verbeterd. De kinderrechter heeft de moeder en de grootouders complimenten gegeven voor de positieve ontwikkelingen en heeft het resterende verzoek van de GI afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de schriftelijke uitwerking vastgesteld op 15 februari 2023. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door belanghebbenden binnen drie maanden na betekening.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/401494 / JE RK 22-1614
Datum uitspraak: 2 februari 2023

nadere beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

WILLIAM SCHRIKKER STICHTING JEUGDBESCHERMING EN JEUGDRECLASSERING,

hierna te noemen de Gecertificeerde Instelling (GI),
gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[minderjarige] ,

geboren op [geboortedag] 2014 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[de moeder] ,

hierna te noemen de moeder,
wonende te [woonplaats 1] ,
bijgestaan door mr. T.M. ten Velde, advocaat te Tilburg.
De kinderrechter merkt als informanten aan:

DE HEER EN MEVROUW [de grootouders] ,

hierna te noemen de grootouders mz (moederszijde),
wonende te [woonplaats 2] .

Het verdere procesverloop

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 11 oktober 2022 en alle daarin vermelde stukken;
- de brief met bijlagen van de GI van 10 januari 2023, ingekomen bij de griffie op 19 januari 2023.
Op 2 februari 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- mr. T.M. ten Velde, advocaat van de moeder;
- de grootouders mz;
- een vertegenwoordigster van de GI.
Hoewel behoorlijk opgeroepen is de moeder niet verschenen.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[minderjarige] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 11 oktober 2022 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd met ingang van 22 oktober 2022 tot 22 februari 2023. Het verzoek van de GI is voor wat betreft het restverzoek aangehouden.

Het verzoek

Aan de orde is nog het restverzoek van de GI om de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen voor de duur van vijf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

De standpunten

De vertegenwoordigster van de GI heeft tijdens de mondelinge behandeling het resterende verzoek ingetrokken. De nog resterende doelen zijn inmiddels behaald. De moeder heeft de regie weten te krijgen inmiddels en weet hoe ze met [minderjarige] moet omgaan. Verder hebben de moeder en de grootouders mz een manier gevonden om met elkaar te communiceren.
Namens de moeder is tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat de moeder inmiddels minder vaak een beroep doet op haar advocaat en dat zij meer in overleg is met de GI en de grootouders mz. Primair verzoekt de advocaat van de moeder om de intrekking van het restantverzoek van de GI te volgen en subsidiair om het restverzoek af te wijzen.
De grootouders mz herkennen zich in wat de vertegenwoordigster van de GI heeft verklaard en zij merken positieve veranderingen aan [minderjarige] . Het gaat goed met [minderjarige] en de moeder. Bij de grootouders mz vraagt hij aan het einde van de dag naar zijn moeder en hij wil dan ook naar huis naar zijn moeder. De moeder houdt zich ook aan alle gemaakte afspraken. Voor de grootouders mz is [minderjarige] de graadmeter voor hoe het met [minderjarige] bij de moeder gaat.

De nadere beoordeling

Op grond van artikel 1:260 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de kinderrechter, mits aan de grond, bedoeld in artikel 1:255 lid 1 BW is voldaan, de duur van de ondertoezichtstelling telkens verlengen met ten hoogste een jaar.
Ingevolge het bepaalde in artikel 1:255 lid 1 BW kan de kinderrechter een minderjarige onder toezicht stellen van een gecertificeerde instelling wanneer die minderjarige zodanig opgroeit, dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en:
a. de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouders of de ouder die het gezag uitoefenen, door dezen niet of onvoldoende wordt geaccepteerd, en;
b. de verwachting gerechtvaardigd is dat de ouders of de ouder die het gezag uitoefenen binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 1:247 lid 2 BW, in staat zijn te dragen.
De kinderrechter geeft de moeder en de grootouders mz complimenten over hoe de situatie zich verder heeft ontwikkeld. De moeder heeft de regie in de situatie weten te krijgen en heeft geleerd hoe zij met [minderjarige] moet opvoeden. Verder is er ook geen sprake meer van een verstoorde communicatie tussen de moeder en de grootouders mz.
Door deze positieve ontwikkelingen is er geen sprake meer van een ernstige ontwikkelingsbedreiging van [minderjarige] . De resterende doelen zijn inmiddels behaald en het tijdens de mondelinge behandeling gedane verzoek van de GI over de intrekking van het restant van het verzoek, wordt door de kinderrechter overgenomen. Zij zal het restant van het verzoek daarom afwijzen.
Dit leidt tot de volgende beslissing.

De beslissing

De kinderrechter:
wijst af het resterende verzoek van de GI.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 februari 2023 door mr. Bogaert, kinderrechter, in tegenwoordigheid van Can, als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 15 februari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.