ECLI:NL:RBZWB:2023:1146

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 februari 2023
Publicatiedatum
21 februari 2023
Zaaknummer
405607_E13022023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Jansen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor verplichte zorg in het kader van geestelijke gezondheidszorg

Op 13 februari 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. Deze beschikking is voortgekomen uit een verzoek van de officier van justitie om een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van twaalf maanden, specifiek voor het toedienen van medicatie aan de betrokkene, geboren in 1965. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, gelegen in het schizofreniespectrum, en dat deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, waaronder ernstige psychische schade en maatschappelijke teloorgang. De betrokkene heeft eerder een terugval ervaren na het afbouwen van medicatie, wat heeft geleid tot incidenten. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is om een nieuwe terugval te voorkomen en om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.

Tijdens de mondelinge behandeling op 13 februari 2023 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf en haar advocaat, mr. G.L.A.M. van Doveren. De betrokkene heeft aangegeven dat zij geen medicatie wil gebruiken, maar de rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank heeft de verzoeken van de advocaat om afwijzing van het verzoek en om beperking van de zorgmachtiging afgewezen. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, met als doel de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en te herstellen. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Jansen en is op 17 februari 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/405607 / FA RK 23/352
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 13 februari 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1965 te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres],
[postcode] [plaats],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. V.C. Andeweg te Breda.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 23 januari 2023. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 19 januari 2023;
- de medische verklaring van 18 januari 2023;
- een zorgplan van 16 januari 2023;
- een blanco zorgkaart van 18 januari 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en het bericht dat er voor betrokkene geen politiemutaties zijn.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 februari 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. G.L.A.M. van Doveren, waarnemend advocaat voor mr. V.C. Andeweg;
- mevrouw [naam 1], casemanager FACT;
- mevrouw [naam 2], waarnemend trajectbegeleidster.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene verklaart dat het goed met haar gaat. Binnen de instelling is een hoop verandert de laatste tijd. Sommige hulpverleners zijn naar andere groepen gegaan en die ziet ze daarom minder dan voorheen. Betrokkene wil het liefst geen medicatie gebruiken, omdat ze de noodzaak hiervan niet inziet en bijwerkingen ervaart. Zij wil graag dat de medicatie zo snel mogelijk wordt afgebouwd. Het contact met de hulpverlening vanuit de instelling en het FACT-team verloopt goed. Wel ziet betrokkene de noodzaak van het FACT-team niet echt in maar ze vindt het niet erg als ze langskomen. Zonder zorgmachtiging zal betrokkene haar medicatiegebruik afbouwen. Wel wil ze dan in contact blijven met de hulpverlening. Verder wil betrokkene, indien zij verplicht wordt tot het innemen van medicatie, deze in eigen beheer hebben.
3.2
De casemanager geeft aan dat het van belang is dat er regelmatig contact is met betrokkene, alleen betrokkene vindt dat niet altijd noodzakelijk. De hulpverlening heeft een andere visie dan betrokkene ten aanzien van haar medicatiegebruik. Zij zijn van mening dat betrokkene de medicatie nodig heeft om stabiel te blijven. Er is nog niet zo lang geleden geprobeerd om de medicatie af te bouwen. Dit ging helaas niet goed en betrokkene kreeg een terugval. Door de medicatie, de contacten vanuit het FACT-team en de hulpverlening vanuit de instelling is betrokkene stabiel.
3.3
De waarnemend trajectbegeleidster geeft aan dat het nu goed gaat met betrokkene en dat er afgelopen periode geen incidenten zijn geweest. Op dit moment is betrokkene stabiel door de medicatie en wordt nog niet gekeken om de medicatie af te bouwen. Voor het overige sluit de waarnemend trajectbegeleidster zich aan bij hetgeen dat tijdens de mondelinge behandeling door de casemanager is verklaard.
3.4
De advocaat verzoekt primair om afwijzing van het verzoek. Betrokkene is goed aanspreekbaar en de vraag is of er nog steeds sprake is van een onderliggende psychische stoornis. Ten aanzien van het ernstig nadeel geeft de advocaat aan dat nu betrokkene haar medicatie inneemt er geen sprake is van ernstig nadeel. Er hebben zich recent geen incidenten voorgedaan. Subsidiair verzoekt de advocaat indien de rechtbank toekomt tot toewijzing van het verzoek om enkel de vorm van verplichte zorg ‘toedienen van medicatie’ toe te wijzen, omdat betrokkene de bereidheid heeft om vrijwillig contacten te onderhouden met de hulpverlening. Voor het overige refereert de advocaat zich aan het oordeel van de rechtbank.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis gelegen in het schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Betrokkene is al meerdere malen gediagnosticeerd met voormelde stoornissen. Betrokkene is al enige jaar onder behandeling bij psychiatrische instellingen. Hoewel de advocaat aangeeft te twijfelen aan de aanwezigheid van de stoornis, ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan het medisch oordeel op dit punt dat al door diverse psychiaters is vastgesteld.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Enige tijd geleden is geprobeerd om de medicatie af te bouwen. Hierdoor heeft betrokkene een terugval gekregen en hebben er verschillende incidenten plaatsgevonden (dierenkwelling, gooien met stoelen en leksteken van autobanden). Betrokkene heeft toen een zorgmachtiging gekregen. Inmiddels is de situatie als gevolg van met name de medicatie, gestabiliseerd en hebben er geen incidenten meer plaatsgevonden. Echter, de verwachting is dat als betrokkene geen zorg krijgt zij weer een terugval krijgt waardoor wederom het risico op ernstig nadeel bestaat. Nu betrokkene nog niet zo lang geleden een terugval heeft gehad is het noodzakelijk dat zij nog wat langer verplichte zorg krijgt in de vorm van medicatie teneinde een nieuwe terugval te voorkomen.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene dan ook zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank stelt vast dat betrokkene en de behandelaren geen overeenstemming hebben over de medicatie, waardoor er naar het oordeel van de rechtbank op dit moment onvoldoende basis is voor het verlenen van zorg op vrijwillige basis. Betrokkene heeft aangegeven dat zij wil stoppen met de medicatie zodra de zorgmachtiging afloopt. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie.
De vorm van verplichte zorg: ‘het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening’ zal de rechtbank niet overnemen in de zorgmachtiging nu betrokkene dit niet nodig heeft.
Ten aanzien van de verplichte zorgvorm ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen ‘ is de rechtbank voldoende gebleken dat betrokkene ook bereid is om in een vrijwillig kader contact te onderhouden met de hulpverlening.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1965 te [geboorteplaats], inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toediening van medicatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 13 februari 2024,
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Jansen, rechter en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2023 in tegenwoordigheid van Can als griffier, en op 17 februari 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.