ECLI:NL:RBZWB:2023:1150

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 februari 2023
Publicatiedatum
21 februari 2023
Zaaknummer
406243_E13022023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Jansen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting van crisismaatregel wegens afwezigheid van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel

Op 13 februari 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel die op 9 februari 2023 was opgelegd, op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Betrokkene, geboren in 1999, verblijft in een accommodatie en heeft een advocaat, mr. F.E.R.M. Verhagen, die haar bijstaat in deze procedure.

Tijdens de mondelinge behandeling op 13 februari 2023 werd betrokkene gehoord, samen met haar behandelend arts en haar moeder. De behandelend arts verklaarde dat betrokkene sinds haar opname verbeteringen vertoont en dat er afspraken zijn gemaakt om de zorg op vrijwillige basis voort te zetten. Dit leidde tot de conclusie dat er geen sprake meer was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, wat eerder wel het geval was door haar psychische toestand en drugsgebruik.

De rechtbank heeft op basis van de overgelegde stukken en de verklaringen van de aanwezigen geoordeeld dat de crisismaatregel niet langer noodzakelijk is. De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen, omdat betrokkene nu in staat is om de zorg vrijwillig te accepteren. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Jansen en op 17 februari 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/406243 / FA RK 23/645
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 13 februari 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres],
thans verblijvende in de accommodatie van [verblijfplaats],
[adres 1],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. F.E.R.M. Verhagen te Breda.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 10 februari 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 9 februari 2023 opgelegde crisismaatregel. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Breda tot het nemen van de crisismaatregel van 9 februari 2023;
- de medische verklaring van 9 februari 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- de politietmutaties en het bericht dat er voor betrokkene geen justitiële documentatie is.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 februari 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de heer [naam], behandelend arts;
- de moeder van betrokkene.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene verklaart dat het wel oké met haar gaat. Sinds de opname gaat het wel beter. Vandaag is afgesproken dat zij nog even binnen de instelling verblijft en morgen voor een intakegesprek naar de [adres 2] in [plaats] zal gaan.
3.2
De behandelend arts geeft aan dat er zojuist afspraken zijn gemaakt met betrokkene om de hulp in een vrijwillig kader voort te zetten. Hierdoor is voortzetting van de crisismaatregel niet noodzakelijk. Het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is niet meer aan de orde, want zij heeft geen drugs meer gebruikt, heeft voldoende geslapen en accepteert zorg op vrijwillige basis.
3.3
De moeder van betrokkene geeft aan dat zij zich als moeder zorgen maakt om haar dochter.
3.4
De advocaat van betrokkene sluit zich aan bij hetgeen dat door de behandelend arts is verklaard.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Vermoed wordt dat dit nadeel werd veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Het drugsgebruik van betrokkene speelde ook een rol. De crisissituatie was zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de behandelend arts echter aangegeven dat er thans geen sprake meer is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel nu betrokkene voldoende heeft geslapen en geen drugs meer heeft gebruikt. Daarnaast heeft betrokkene de bereidheid om de zorg op vrijwillige basis voort te zetten. Gelet hierop zal de rechtbank het verzoek dan ook afwijzen.

5.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Jansen, rechter en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2023 in tegenwoordigheid van Can als griffier, en op 17 februari 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.