ECLI:NL:RBZWB:2023:1151

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 februari 2023
Publicatiedatum
21 februari 2023
Zaaknummer
406271_E13022023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Jansen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting van crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 13 februari 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 2004. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk was opgelegd op 8 februari 2023. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 februari 2023 waren de betrokkene, haar advocaat, een psychiater en een verpleegkundig specialist aanwezig. De betrokkene gaf aan dat zij niet goed slaapt in de instelling en dat zij stress ervaart door andere patiënten. De psychiater verklaarde dat er geen acuut psychiatrisch beeld was en dat de huidige afdeling niet geschikt was voor de betrokkene. De verpleegkundig specialist bevestigde dat de betrokkene onrustig was en dat haar gedrag leidde tot escalaties op de afdeling. De advocaat van de betrokkene verzocht om afwijzing van het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel, stellende dat er geen sprake was van een psychotisch toestandsbeeld of onmiddellijk dreigend ernstig nadeel.

De rechtbank oordeelde dat, hoewel er eerder sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, dit niet langer het geval was. De psychiater had verklaard dat de betrokkene naar haar familie kon gaan, wat de situatie zou verbeteren. De rechtbank concludeerde dat de wettelijke grondslag voor de voortzetting van de crisismaatregel ontbrak en wees het verzoek af. De beschikking werd mondeling gegeven door mr. Jansen en is op 17 februari 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/406271 / FA RK 23/660
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 13 februari 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 2004 te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres],
thans verblijvende in de accommodatie van [verblijfplaats],
[adres],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M. Visser te Amsterdam.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 10 februari 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 8 februari 2023 opgelegde crisismaatregel. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Amsterdam tot het nemen van de crisismaatregel van 8 februari 2023;
- de medische verklaring van 8 februari 2023;
- de doorverwijzingsbeschikking van 10 februari 2023 van rechtbank Amsterdam;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- de politiemutaties en het bericht dat er voor betrokkene geen justitiële documentatie is.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 februari 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat (telefonisch);
- de heer [psychiater];
- mevrouw [naam], verpleegkundig specialist.
Tevens was de volgende persoon aanwezig, deze is echter niet gehoord:
- mevrouw [verpleegkundige].
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene verklaart dat zij het liefst naar huis wil. Zij slaapt niet goed in de instelling en de andere patiënten bezorgen haar stress. Verder wordt zij lastig gevallen door anderen zowel binnen de instelling als daarbuiten. Betrokkene is vanochtend fysiek vastgepakt door de hulpverlening van de instelling, waardoor zij last van haar rug heeft. Ook wil betrokkene geen medicatie innemen, omdat zij bijwerkingen ervaart. Gisteren is haar tong verlamd geraakt door de medicatie. Betrokkene geeft aan dat zij bij familie kan verblijven en dat haar vader bereid is haar op te halen.
3.2
De psychiater geeft aan dat betrokkene is opgenomen naar aanleiding van een escalatie in de woonvorm waar zij woonachtig is. Hij geeft aan dat hij geen acuut psychiatrisch beeld ziet. Betrokkene heeft problematiek gelegen op de grens tussen volwassenen en kinderen. Hierdoor is de huidige afdeling waar zij verblijft niet geschikt. Zo lokt zij interacties uit op de afdeling wat zorgt voor escalaties en onrust. Het verblijf op de afdeling werkt dan ook contraproductief. Daarnaast is er op dit moment geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Dit kan anders zijn als zij terugkeert naar de groep maar betrokkene heeft aangegeven ook naar haar ouders te kunnen. Voortzetting van de crisismaatregel wordt gelet op het vorenstaande dan ook niet in het belang van betrokkene geacht.
3.3
De verpleegkundig specialist geeft aan dat betrokkene onrustig is op de afdeling en dat zij reageert op anderen waardoor escalaties ontstaan. Zo roept zij veel op haar kamer en dit zorg voor onrust binnen de afdeling. De bedoeling is dat in overleg met haar naasten afspraken worden gemaakt over wanneer betrokkene kan worden opgehaald en dat tot die tijd betrokkene vrijwillig op de afdeling verblijft.
3.4
De advocaat verzoekt om afwijzing. Er is geen sprake van een psychotisch toestandsbeeld en ook niet van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Betrokkene wil basketballen en sporten.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Vermoed wordt dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel werd veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis in de vorm van bipolaire-stemmingsstoornissen. De crisissituatie was zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. Tijdens de mondelinge behandeling is door de psychiater echter verklaard dat er niet langer sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, zeker als betrokkene naar haar familie gaat. Tevens is aangevoerd dat een verblijf van betrokkene op de afdeling niet in haar belang is en zelfs contraproductief werkt. Gelet op het vorenstaande ontbreekt dan ook de wettelijke grondslag om de crisismaatregel voort te zetten. Het verzoek zal dan ook worden afgewezen.

5.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Jansen, rechter en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2023 in tegenwoordigheid van Can als griffier, en op 17 februari 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.