ECLI:NL:RBZWB:2023:1170

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 februari 2023
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
404000_E08022023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Beer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige toegewezen

Op 8 februari 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een machtiging voor gesloten jeugdhulp toegewezen aan een minderjarige, geboren in 2009. De zaak betreft een verzoek van de Gecertificeerde Instelling (GI) voor een machtiging om de minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te plaatsen voor de duur van vier maanden, tot 10 juni 2023. De kinderrechter heeft de minderjarige, haar ouders en de vertegenwoordigers van de GI gehoord tijdens een mondelinge behandeling met gesloten deuren. De ouders hebben het ouderlijk gezag over de minderjarige en zijn bijgestaan door advocaten. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige momenteel onder toezicht staat en dat eerdere machtigingen voor gesloten jeugdhulp zijn verleend. De minderjarige verblijft momenteel in een zorginstelling en er zijn zorgen over haar welzijn in de gesloten setting. De kinderrechter heeft de noodzaak van de gesloten plaatsing onderbouwd met de ernst van de opgroei- en opvoedingsproblemen van de minderjarige. De kinderrechter heeft benadrukt dat de gesloten plaatsing zo kort mogelijk moet duren en dat er gezocht moet worden naar een passende vervolgplek in een open setting. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/404000 / JE RK 22-2098
Datum uitspraak: 8 februari 2023

nadere beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van
WILLIAM SCHRIKKER STICHTING JEUGDBESCHERMING & JEUGDRECLASSERING, hierna te noemen de Gecertificeerde Instelling (GI),
gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2009 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen [minderjarige] , bijgestaan door mr. J. Nederlof, advocaat te Tilburg.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[minderjarige] , voornoemd,

[de moeder] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats 1] , maar feitelijk verblijvende te [verblijfplaats] ,
bijgestaan door mr. J.M.C. van Gorkum, advocaat te ‘s-Hertogenbosch,

[de vader] , hierna te noemen de vader,

wonende te [woonplaats 2] ,
bijgestaan door mr. I.A.C. Cools, advocaat te Tilburg.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de kinderrechter van 9 december 2022 met alle daarin genoemde en vermelde stukken;
- een updateverslag van de GI van 20 januari 2023;
- het e-mailbericht met bijlagen van de GI van 24 januari 2023;
- het e-mailbericht met bijlagen van de GI van 27 januari 2023.
Op 8 februari 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [minderjarige] , die apart is gehoord, en haar advocaat;
- mr. Van Gorkum, advocaat namens de moeder;
- de vader, bijgestaan door mr. Cools;
- een vertegenwoordigster van de GI.
De nadere feiten
Het ouderlijk gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
Bij beschikking van de meervoudige kamer van 7 december 2022 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd van 10 december 2022 tot 10 december 2023. Bij diezelfde beschikking is de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verlengd met ingang van 10 december 2022 tot 10 april 2023.
Bij beschikking van 5 december 2022 heeft de kinderrechter een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp betreffende [minderjarige] verleend met ingang van 5 december 2022 tot 10 december 2022.
Bij beschikking van 9 december 2022 heeft de kinderrechter een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende [minderjarige] verleend met ingang van 10 december 2022 tot 10 februari 2023. De behandeling van het resterende deel van het verzoek van de GI is door de kinderrechter aangehouden.
Op grond van voornoemde beschikking verblijft [minderjarige] bij [zorginstelling 1] te [plaats] .

Het verzoek

Aan de orde is het restverzoek van de GI over een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur vier maanden, te weten tot 10 juni 2023.

De standpunten

De vertegenwoordigster van de GI handhaaft het restverzoek. Van belang is om de veiligheid van [minderjarige] te waarborgen met de gesloten afdeling. [minderjarige] is aangemeld bij [zorginstelling 2] om te kijken naar een passende vervolgplek. De bedoeling is dat [minderjarige] uiteindelijk binnen een open groep kan verblijven. [zorginstelling 1] biedt mogelijkheden tot behandeling. Intern zal de mogelijkheid om een mediation traject in te gaan worden besproken. Nu is de gedachte dat daaraan een klachtgesprek moet voorafgaan. Omdat zowel de advocaat van [minderjarige] als de rechter vinden dat dit een heel ander soort gesprek is, zal de GI intern bezien of alsnog meteen aan mediation kan worden meegedaan. De GI heeft geen bezwaar tegen het bepalen van een toets moment.
Door [minderjarige] is voorafgaand aan de mondelinge behandeling, kort samengevat, aangevoerd dat zij begrijpt dat ze hulp nodig heeft. Het liefst wil zij zijn op een plek wat geschikt is voor haar om te werken aan haar zelfstandigheid. [minderjarige] wil het liefst naar een open groep, want dat lijkt haar fijner. De gesloten groep ervaart [minderjarige] als heftig.
Namens [minderjarige] is bij de mondelinge behandeling, kort samengevat, aangevoerd dat het niet goed gaat met [minderjarige] op de gesloten afdeling. [minderjarige] heeft een afweermechanisme als anderen dicht bij haar komen en uit spanning gaat zij zichzelf snijden of weglopen. Het liefst wil zij naar een open instelling. [minderjarige] begrijpt dat ze hulp nodig heeft, maar de omgeving waar zij nu in zit is zorgelijk. De advocaat verzoekt om het verzoek voor twee maanden toe te wijzen en het overige aan te houden, zodat er een updateverslag door de GI overgelegd kan worden. Jammer dat mediation niet van de grond is gekomen.
Namens de moeder is tijdens mondelinge behandeling, kort samengevat, aangevoerd dat zij instemt met het restverzoek van de GI. De moeder wil het beste voor [minderjarige] en maakt zich zorgen.
Door en namens de vader is tijdens de mondelinge behandeling, kort samengevat, aangevoerd dat [minderjarige] de juiste hulpverlening nodig heeft. Een gesloten groep is schadelijk voor [minderjarige] . Noodzakelijk is om een toetsmoment in te lassen om te kijken wat de stand van zaken zijn.

De verdere beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling blijkt dat nog steeds wordt voldaan aan de wettelijke vereisten voor gesloten jeugdhulp. Binnen de instelling houdt [minderjarige] zich aan afspraken en stelt zij zich open voor behandeling. Het liefst wil [minderjarige] zo snel mogelijk naar een open groep. De vertegenwoordigster van de GI heeft benadrukt dat [minderjarige] zo kort als mogelijk binnen [zorginstelling 1] dient te verblijven. Van belang is dat [minderjarige] voor een zo kort mogelijke periode gesloten geplaatst dient te blijven. De vertegenwoordigster van de GI heeft aangegeven intensief te zoeken naar een passende vervolgplek, zodat [minderjarige] uiteindelijk naar een open plek kan waar zij haar behandeling kan voortzetten. De gedragswetenschapper stemt hiermee in. De moeder heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zij het heel erg betreurt maar voor nu ook geen andere mogelijkheid ziet dan dat [minderjarige] gesloten blijft. Door advocaat van [minderjarige] namens de vader en door de vader zelf is tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd om een toetsmoment in te lassen om de stand van zaken te beoordelen. De kinderrechter is van oordeel dat uit onderzoek is gebleken dat opsplitsen van de gesloten plaatsing zorgt voor een langere behandeling. Iedereen wil het beste voor [minderjarige] en noodzakelijk is dat de gesloten plaatsing zo kort mogelijk duurt. Verder is mediation noodzakelijk ook voor [minderjarige] om te zien dat op een andere manier kan worden samengewerkt. De vertegenwoordigster van de GI heeft aangegeven om dit intern nogmaals kenbaar te maken. Mediation is er om problemen te voorkomen. Daarnaast zit [minderjarige] op een afdeling die niet goed is voor een dertienjarige. Er dient met [zorginstelling 1] en [zorginstelling 2] gekeken te worden naar een geschikte vervolgplek. Er is stabiliteit noodzakelijk en vandaaruit dient gekeken te worden naar een passende vervolgplek. Een open plek is op dit moment niet geschikt voor [minderjarige] , omdat zij dan te maken krijgt met invloeden waar zij niet tegen kan. Er dient in de komende vier maanden een tussenrapport over de stand van zaken te komen door de GI welke wordt verzonden naar alle partijen.
De kinderrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat een machtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] voor de duur van vier maanden noodzakelijk is. De kinderrechter zal het resterend verzoek dan ook toewijzen en de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de duur van vier maanden, te weten met ingang van 10 februari 2023 tot 10 juni 2023.
Dit leidt tot de volgende beslissing.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 10 februari 2023 tot 10 juni 2023.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 8 februari 2023 door mr. De Beer, kinderrechter, in tegenwoordigheid van Can, als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 februari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.