Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert Parkzoom Vastgoed B.V. een schadevergoeding van € 514,25 van [gedaagde], die een eenmanszaak heeft en een bank heeft bezorgd aan een bewoonster van een appartement. Tijdens de bezorging op 8 februari 2022 heeft [gedaagde] schade veroorzaakt aan het trappenhuis van het appartementencomplex, dat eigendom is van Parkzoom Vastgoed B.V. De eisende partij stelt dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de schade op grond van onrechtmatige daad.
[gedaagde] heeft in zijn verweer aangevoerd dat hij niet aansprakelijk is, omdat hij met de klant had afgesproken om de bank op diens verantwoordelijkheid naar de woning te tillen, ondanks dat de bank klem kwam te zitten in het trappenhuis. Parkzoom Vastgoed B.V. heeft hierop gereageerd door te stellen dat dergelijke afspraken tussen [gedaagde] en de klant haar niet aangaan en dat [gedaagde] desondanks aansprakelijk blijft voor de schade.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de niet weersproken stellingen van Parkzoom Vastgoed B.V. het verweer van [gedaagde] voldoende weerleggen. De kantonrechter benadrukt dat afspraken tussen [gedaagde] en zijn klant over aansprakelijkheid niet afdoen aan de aansprakelijkheid van [gedaagde] jegens Parkzoom Vastgoed B.V. De vordering van Parkzoom Vastgoed B.V. wordt toegewezen, inclusief een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van € 77,14. In totaal moet [gedaagde] € 615,62 betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 8 november 2022. Tevens wordt [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 696,22.