ECLI:NL:RBZWB:2023:1172

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
10197554_E15022023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Karsten-Badal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt tijdens bezorging van een bank

In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert Parkzoom Vastgoed B.V. een schadevergoeding van € 514,25 van [gedaagde], die een eenmanszaak heeft en een bank heeft bezorgd aan een bewoonster van een appartement. Tijdens de bezorging op 8 februari 2022 heeft [gedaagde] schade veroorzaakt aan het trappenhuis van het appartementencomplex, dat eigendom is van Parkzoom Vastgoed B.V. De eisende partij stelt dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de schade op grond van onrechtmatige daad.

[gedaagde] heeft in zijn verweer aangevoerd dat hij niet aansprakelijk is, omdat hij met de klant had afgesproken om de bank op diens verantwoordelijkheid naar de woning te tillen, ondanks dat de bank klem kwam te zitten in het trappenhuis. Parkzoom Vastgoed B.V. heeft hierop gereageerd door te stellen dat dergelijke afspraken tussen [gedaagde] en de klant haar niet aangaan en dat [gedaagde] desondanks aansprakelijk blijft voor de schade.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de niet weersproken stellingen van Parkzoom Vastgoed B.V. het verweer van [gedaagde] voldoende weerleggen. De kantonrechter benadrukt dat afspraken tussen [gedaagde] en zijn klant over aansprakelijkheid niet afdoen aan de aansprakelijkheid van [gedaagde] jegens Parkzoom Vastgoed B.V. De vordering van Parkzoom Vastgoed B.V. wordt toegewezen, inclusief een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van € 77,14. In totaal moet [gedaagde] € 615,62 betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 8 november 2022. Tevens wordt [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 696,22.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10197554 \ CV EXPL 22-4164
Vonnis van 15 februari 2023
in de zaak van
PARKZOOM VASTGOED B.V.,
te Rotterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Parkzoom Vastgoed B.V.,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] drijft een eenmanszaak onder de naam [bedrijf] . Dit is een vervoersbedrijf. [gedaagde] heeft op 8 februari 2022 een bank bezorgd aan een bewoonster van een appartement. Parkzoom Vastgoed B.V. is de eigenaresse van het complex woningen, waarvan dit appartement onderdeel is. [gedaagde] heeft bij de bezorging van de bank op 8 februari 2022 schade veroorzaakt aan het trappenhuis van het complex.

3.Het geschil en de beoordeling

3.1.
Parkzoom Vastgoed B.V. vordert – samengevat – dat [gedaagde] wordt veroordeeld om een hoofdsom van € 514,25, vermeerderd met rente en kosten te betalen. Zij legt hieraan ten grondslag dat [gedaagde] dit bedrag als schadevergoeding verschuldigd is op grond van een onrechtmatige daad.
3.2.
[gedaagde] heeft bij conclusie van antwoord verweer gevoerd. Hij heeft – kort gezegd – het verweer gevoerd dat hij niet aansprakelijk is voor de gevorderde schade, omdat hij, toen de bank is komen klem te zitten in het trappenhuis, met de klant heeft afgesproken om op diens verantwoordelijkheid toch de bank door te tillen naar de woning van de klant, met in dit geval de schade als gevolg. Volgens [gedaagde] is de klant daarom aansprakelijk, niet hij.
3.3.
Parkzoom Vastgoed B.V. heeft de vordering bij conclusie van repliek nader toegelicht en daarbij het antwoord van [gedaagde] op die vordering gemotiveerd weersproken. Zij heeft hierbij – kort gezegd – aangevoerd dat zulke afspraken tussen [gedaagde] en de klant haar niet aangaan en er dan ook niet voor zorgen dat [gedaagde] niet door haar is aan te spreken voor deze schade.
3.4.
Van de vervolgens geboden gelegenheid hierop nogmaals een reactie te geven heeft [gedaagde] geen gebruik gemaakt.
3.5.
Aangezien de niet weersproken stellingen van Parkzoom Vastgoed B.V. het verweer van [gedaagde] voldoende weerleggen en de vordering geheel kunnen dragen, zal de vordering worden toegewezen. De kantonrechter overweegt hierbij dat het inderdaad zo is dat, ook als [gedaagde] afspraken heeft gemaakt met zijn klant over aansprakelijkheid voor schade, dit niet betekent dat [gedaagde] niet is aan te spreken door Parkzoom Vastgoed B.V. voor schade die [gedaagde] bij haar heeft veroorzaakt. Wel merkt de kantonrechter voor de volledigheid nog op dat als [gedaagde] inderdaad zulke afspraken heeft gemaakt met zijn klant, [gedaagde] mogelijk zelf zijn klant nog kan aanspreken voor vergoeding van de schade. Dit staat echter los van de betaalverplichting van [gedaagde] naar Parkzoom Vastgoed B.V.
3.6.
Parkzoom Vastgoed B.V. vordert naast de toewijsbare hoofdsom en wettelijke rente ook een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is niet van toepassing op deze vordering omdat het hier gaat om een verbintenis uit de wet. De hoogte van de vordering wordt wel getoetst aan het Besluit. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom wordt een bedrag van € 77,14 aan buitengerechtelijke incassokosten toegewezen.
3.7.
Dit betekent dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
- verschenen rente
514,25
24,23
- buitengerechtelijke incassokosten
77,14
totaal
- betalingen
615,62
+
Totaal
615,62
3.8.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Parkzoom Vastgoed B.V. vastgesteld op de volgende manier:
- kosten van de dagvaarding
110,22
(incl. informatiekosten)
- griffierecht
322,00
- salaris gemachtigde
264,00
(2,00 punten × € 132,00)
Totaal
696,22

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Parkzoom Vastgoed B.V. te betalen een bedrag van € 615,62, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 514,25 vanaf 8 november 2022 tot de dag van betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Parkzoom Vastgoed B.V. tot dit vonnis vastgesteld op € 696,22,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Karsten-Badal en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2023.