ECLI:NL:RBZWB:2023:1226

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 februari 2023
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
C/02/399028 / FA RK 22-2865
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Holierhoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding tussen man en vrouw met Eritrese huwelijksakte als bewijs van rechtsgeldig huwelijk

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 februari 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure tot echtscheiding. De man, die in 2015 vanuit Eritrea naar Nederland is verhuisd en de Nederlandse nationaliteit heeft, heeft verzocht om de echtscheiding van zijn vrouw, van wie de nationaliteit onbekend is. De vrouw heeft niet gereageerd op het verzoekschrift, dat op 30 juni 2022 is ingediend. De rechtbank heeft ambtshalve onderzocht of zij bevoegd is om de zaak te behandelen en welk recht van toepassing is. De rechtbank concludeert dat zij bevoegd is, omdat de man op het moment van indiening van het verzoek in Nederland woonde en de Nederlandse nationaliteit bezat.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er een huwelijksakte is overgelegd van de Eritrees Orthodoxe Tewahdo Kerk, waaruit blijkt dat de man en de vrouw op een bepaalde datum in Eritrea zijn getrouwd. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze kerkelijke huwelijksakte als bewijs van een rechtsgeldig huwelijk kan worden beschouwd, omdat volgens Eritrese wetgeving een kerkelijk huwelijk rechtsgeldig is. De rechtbank heeft geen redenen gevonden om aan de authenticiteit van de akte te twijfelen en concludeert dat het huwelijk in Nederland kan worden erkend, ondanks dat het niet in de Basisregistratie Personen (BRP) is geregistreerd.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de echtscheiding uitgesproken, omdat de man al jaren geen contact meer heeft gehad met de vrouw en het verzoek tot echtscheiding niet is weersproken. De beschikking is openbaar uitgesproken, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Middelburg
zaaknummer / rekestnummer: C/02/399028 / FA RK 22-2865
Beschikking d.d. 22 februari 2023 betreffende de echtscheiding
in de zaak van:
[de man] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. J.E. de Poorte, gevestigd te Rotterdam,
tegen
[de vrouw] ,
zonder bekende woon- en/of verblijfplaats binnen en buiten Nederland,
hierna te noemen de vrouw.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift tot echtscheiding van de man, ingekomen op 30 juni 2022;
- het betekeningsexploot, met bewijs van publicatie in de Staatscourant;
- de brief van 9 augustus 2022 van de griffier van de rechtbank aan de advocaat van de man;
- de brief van 23 augustus 2022 van de advocaat van de man;
- de brief van 30 september 2022 van de griffier van de rechtbank aan de advocaat van de man;
- de brief van 11 oktober 2022 van de advocaat van de man.
1.2.
Binnen de daarvoor gestelde termijn is door de vrouw geen verweerschrift ingediend.

2.De feiten

2.1.
Naar de stelling van de man is hij op [huwelijksdatum] in Eritrea met de vrouw getrouwd.
2.2.
De man heeft zich in 2015 vanuit Eritrea in Nederland gevestigd. De man heeft de Nederlandse nationaliteit.
2.3.
De vrouw heeft een voor de rechtbank onbekende nationaliteit, nu zij niet voorkomt in de Basisregistratie Personen (BRP). Volgens de man heeft zij de Eritrese nationaliteit.
2.4.
De BRP maakt geen melding van een huwelijk tussen de man en de vrouw.

3.De beoordeling

De bevoegdheid van de rechtbank en het recht dat van toepassing is
3.1.
Gelet op de internationale aspecten van de zaak dient de rechtbank ambtshalve te onderzoeken of zij bevoegd is om de zaak te behandelen en als dat zo is, welk recht op het verzoek van de man van toepassing is.
3.2.
De rechtbank begrijpt dat de man bij brief van 11 oktober 2022 zijn verzoek heeft gewijzigd. Vanwege het ontbreken van de registratie van het huwelijk van partijen in de BRP heeft de man de rechtbank verzocht te bepalen dat de echtscheiding niet kan worden uitgesproken omdat van een huwelijk geen sprake is.
3.3.
De rechtbank stelt vast dat de vrouw niet in de procedure is verschenen. Op grond van artikel 283 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in samenhang met artikel 130 lid 3 Rv is het de man niet toegestaan zijn verzoek te wijzigen, tenzij hij de wijziging tijdig bij exploot aan de vrouw kenbaar heeft gemaakt. Niet gesteld of gebleken is dat dit is gebeurd. De rechtbank zal het gewijzigde verzoek daarom buiten beschouwing laten en recht doen op het verzoek zoals de man bij inleidend verzoek heeft ingesteld.
3.4.
Bij inleidend verzoek heeft de man verzocht de echtscheiding tussen partijen uit te spreken. Hij heeft gesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. De man heeft daartoe aangevoerd dat hij al geruime tijd geen contact meer heeft met de vrouw - het laatste telefonische contact is van 2021 - en dat hij ook niet weet waar de vrouw nu verblijft.
3.5.
De rechtbank vindt dat zij kan beslissen op het verzoek tot echtscheiding van de man. Nu ten tijde van de indiening van het verzoekschrift de gewone verblijfplaats van de man zich in Nederland bevond en hij daar sinds ten minste zes maanden onmiddellijk voorafgaand aan die indiening verblijfplaats had en ten tijde van de indiening reeds de Nederlandse nationaliteit bezat, komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe om te oordelen over het verzoek tot echtscheiding.
3.6.
Op grond van artikel 10:56 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is Nederlands recht op het verzoek tot echtscheiding van toepassing.
Rechtsgeldig huwelijk?
3.7.
Voor toewijzing van een verzoek tot echtscheiding is in ieder geval vereist dat er tussen de man en de vrouw een rechtsgeldig huwelijk tot stand is gekomen dat in Nederland kan worden erkend.
3.8.
Uit artikel 10:31 lid 1 BW volgt dat een buiten Nederland gesloten huwelijk in Nederland wordt erkend, wanneer het volgens het recht van de staat waar de huwelijksvoltrekking plaatsvond rechtsgeldig is of nadien rechtsgeldig is geworden.
Op grond van het vierde lid van dit artikel wordt een huwelijk vermoed rechtsgeldig te zijn, indien een huwelijksverklaring wordt afgegeven door een bevoegde autoriteit. De in dit artikel bedoelde huwelijksverklaring omvat elk stuk dat door een in de staat van huwelijksvoltrekking bevoegde autoriteit is afgegeven.
3.9.
De man heeft gesteld dat partijen (slechts) een traditioneel huwelijk hebben gesloten. Bij zijn verzoekschrift heeft de man de originele akte van het voor de Eritrees Orthodoxe Tewahdo Kerk gesloten huwelijk van partijen en een vertaling daarvan overgelegd.
Uit die kerkelijke huwelijksakte blijkt dat de man en de vrouw op [huwelijksdatum] in de [naam kerk] in [huwelijksplaats] , Eritrea, ten overstaan van een priester met elkaar zijn getrouwd.
3.10.
De vraag is of, in het licht van artikel 10:31 lid 4 BW, de door de man overgelegde kerkelijke huwelijksakte geldt als bewijs van een rechtsgeldig huwelijk. De rechtbank is van oordeel dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord en wel hierom. Volgens Eritrese wetgeving is een kerkelijk huwelijk rechtsgeldig. Het feit dat een kerkelijk huwelijk in Eritrea rechtsgeldig is, betekent naar het oordeel van de rechtbank dat een Eritrese kerkelijke huwelijksakte een door een bevoegde autoriteit afgegeven huwelijksverklaring is als bedoeld in artikel 10:31 lid 4 BW. Het overleggen van zo’n huwelijksverklaring leidt ertoe dat het desbetreffende huwelijk vermoed wordt rechtsgeldig te zijn. Niet gebleken is van omstandigheden die leiden tot een weerlegging van dit rechtsvermoeden. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de authenticiteit van de overgelegde akte of aan de juistheid van de daarin opgenomen gegevens. De rechtbank gaat er daarom van uit dat het op [huwelijksdatum] in [huwelijksplaats] , Eritrea, tussen partijen gesloten huwelijk naar het recht van Eritrea rechtsgeldig tot stand is gekomen. Van omstandigheden die zouden moeten leiden tot het oordeel dat dit huwelijk niet voor erkenning in Nederland vatbaar is, omdat die erkenning kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde van Nederland (artikel 10:32 BW) is niet gebleken. De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat het huwelijk in Nederland kan worden erkend.
3.11.
De enkele omstandigheid dat het huwelijk niet in de BRP is geregistreerd brengt in het vorenstaande geen wijziging, omdat de registratie van een huwelijk in de BRP of het ontbreken daarvan verder geen rechtsgevolgen heeft.
Inhoudelijk
3.12.
De man heeft de vrouw al jaren niet gezien of gesproken. Het verzoek tot echtscheiding zal daarom, als niet weersproken en op de wet gegrond, en nu aan de verdere formele vereisten daarvoor is voldaan, worden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
spreekt de echtscheiding uit tussen partijen, gehuwd te [huwelijksplaats] , Eritrea, op [huwelijksdatum] .
Deze beschikking is gegeven door mr. Holierhoek, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. Knops-Pijper, griffier, op 22 februari 2023.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden en overeenkomstig artikel 820 lid 2 Rv openlijk bekend is gemaakt.