ECLI:NL:RBZWB:2023:1237

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 februari 2023
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
405796_E17022023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Van Oijen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

Op 17 februari 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie op 27 januari 2023, met als doel verplichte zorg te verlenen aan betrokkene, geboren in 1994, die in een beschermde woonvorm verblijft. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, zoals levensgevaar en maatschappelijke teloorgang.

Tijdens de mondelinge behandeling op 17 februari 2023, waar betrokkene en zijn advocaat aanwezig waren, is het verzoek besproken. Betrokkene gaf aan dat hij niet op de hoogte was van de eerdere behandeling op 13 februari 2023, maar dat hij graag gehoord wilde worden. Hij heeft aangegeven dat hij momenteel goed functioneert in de beschermde woonvorm en dat hij streeft naar meer zelfstandigheid. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 17 augustus 2023, en heeft de verzoeken voor andere vormen van verplichte zorg afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Van Oijen, rechter, en is op 23 februari 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/405796 / FA RK 23/426
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 17 februari 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonadres] , in een beschermde woonvorm van [instelling] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. R.B. Milo te Tilburg.

1.Het procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 27 januari 2023. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 27 januari 2023;
  • de medische verklaring van 18 januari 2023;
  • een zorgplan van 29 december 2022;
  • een zorgkaart van 20 januari 2023 (niet ingevuld);
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) en de Wvggz;
  • een afschrift waaruit blijkt dat er over betrokkene geen justitiële documentatie is en een afschrift waaruit blijkt dat er over betrokkene geen politiemutaties zijn.
Het procesverloop blijkt daarnaast uit het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 13 februari 2023.
1.2
De mondelinge behandeling stond aanvankelijk gepland op 13 februari 2023. Bij aanvang van die mondelinge behandeling heeft de rechtbank geconstateerd dat betrokkene niet is verschenen. Om hem alsnog in de gelegenheid te stellen om te worden gehoord over het verzoek, heeft de rechtbank het verzoek niet inhoudelijk behandeld en de zaak aangehouden tot de mondelinge behandeling op 17 februari 2023.
1.3
Op 17 februari 2023 heeft de rechtbank het verzoek, met gesloten deuren, mondeling behandeld in de accommodatie van [naam accommodatie] te [plaats] ([adres]). Tijdens die mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door mr. Milo;
  • [naam] , verpleegkundige bij het ACT-team.
1.4
De officier van justitie is, zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek, niet op de mondelinge behandeling verschenen en is dus ook niet gehoord.

2.Het verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank om een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.

3.De standpunten

3.1
Betrokkene heeft, samengevat, aangegeven dat hij niet op de hoogte was van de geplande mondelinge behandeling op 13 februari 2023. Hij vindt het belangrijk om te worden gehoord over het verzoek. Betrokkene heeft een heftige periode met meerdere terugvallen doorgemaakt waarbij hij als gevolg van drugsgebruik in een psychose is geraakt. Het gaat nu goed met hem. Hij woont in een beschermde woonvorm en hij heeft fulltime werk. Dat geeft hem voldoening. Daarna wil hij toewerken naar meer zelfstandigheid, met de zorgmachtiging en verplichte begeleiding als vangnet. Hij wil namelijk graag verder met zijn leven zonder drugs en psychoses. Daarnaast wordt vanuit de beschermde woonvorm als eis gesteld dat betrokkene een zorgmachtiging heeft om zijn verblijf daar te kunnen voortzetten. Betrokkene heeft ten slotte aangegeven dat hij liever geen depotmedicatie wil ontvangen, omdat die medicatie langdurig werkt. Hij heeft echter enkel medicatie nodig om uit een psychose te geraken.
3.2
De advocaat heeft namens betrokkene, samengevat, aangevoerd dat hij instemt met het verlenen van een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden. Volgens de advocaat heeft betrokkene momenteel inzicht in zijn problematiek.
3.3
De behandelaar heeft, samengevat, aangegeven dat hij instemt met het verlenen van een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, zodat betrokkene zijn verblijf in de beschermde woonvorm in die periode kan voortzetten. Daarna zal er worden ingezet op meer zelfstandigheid, al dan niet met een zelfbindingsverklaring. Aangezien de orale medicatie die betrokkene momenteel inneemt goed aanslaat, ziet de behandelaar geen aanleiding om, tegen de wens van betrokkene, te wisselen naar depotmedicatie.

4.De beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en wat er tijdens de mondelinge behandeling is besproken, blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en/of overige dsm-5 stoornissen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. De rechtbank overweegt in dat verband dat betrokkene zeer verslavingsgevoelig is en dat hij als gevolg van drugsgebruik psychotisch raakt. In psychotische toestand kampt hij met waanbeelden, is hij zeer angstig, verward en achterdochtig, vertoont hij vluchtgedrag, veroorzaakt hij overlast en raakt hij soms impulsief suïcidaal. Ook eet en slaapt hij nauwelijks en is er sprake van gebrekkige persoonlijke verzorging.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Hoewel het nu goed gaat met betrokkene, is het van belang dat er snel kan worden gehandeld indien betrokkene opnieuw een terugval doormaakt en hij psychisch decompenseert. Daarnaast is een zorgmachtiging vereist voor de voortzetting van het verblijf van betrokkene in de beschermde woonvorm van [instelling] . Zonder zorgmachtiging is er voor hem geen passende woonplek beschikbaar, met als gevolg dat hij een zwervend bestaan zal leiden met alle risico’s op psychische decompensatie van dien. Om die redenen is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
De rechtbank zal het verzoek voor zover dat ziet op het opnemen van de overige vormen van verplichte zorg in de zorgmachtiging afwijzen, omdat daartoe naar het oordeel van de rechtbank geen noodzaak bestaat en het onvoldoende voorzienbaar is dat deze vormen van verplichte zorg in de komende periode noodzakelijk zullen zijn.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de wettelijke vereisten voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Anders dan verzocht, ziet de rechtbank aanleiding om de machtiging te verlenen voor beperkte duur. In aansluiting op de verwachte duur van het verblijf van betrokkene in de beschermde woonvorm zal de rechtbank, overeenkomstig de mening van de behandelaar en betrokkene, de machtiging verlenen voor de duur van zes maanden, te weten tot en met 17 augustus 2023. Het verzoek zal voor het overige worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 17 augustus 2023;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2023 door mr. Van Oijen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. Wallerbos als griffier, en op 23 februari 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.