ECLI:NL:RBZWB:2023:1282
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag tegemoetkoming planschade
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. E.T. Stevens, beroep ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk. Eiseres stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor tegemoetkoming in planschade op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat, volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een bestuursorgaan binnen een bepaalde termijn moet beslissen op een aanvraag. Eiseres had haar aanvraag op 25 november 2021 ingediend, en volgens de geldende regelgeving had verweerder uiterlijk op 27 oktober 2022 moeten beslissen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres verweerder op 12 september 2022 in gebreke heeft gesteld. Echter, de rechtbank oordeelt dat de ingebrekestelling te vroeg is verzonden, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Dit leidt tot de conclusie dat het beroep van eiseres kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft het beroep dan ook niet inhoudelijk beoordeeld. De uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders op 28 februari 2023 en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie.