ECLI:NL:RBZWB:2023:1332

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 maart 2023
Publicatiedatum
1 maart 2023
Zaaknummer
10113902_E01032023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • E. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis inzake betalingsverplichting voor bestelde stertenten

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De zaak betreft een geschil tussen de besloten vennootschap Evenementen- & Partycentrum Royal B.V. (hierna: Royal) en een geopposeerde, die in persoon procedeert. Royal had in een eerdere verstekzaak, die op 17 augustus 2022 door de kantonrechter te Tilburg was behandeld, een betalingsverplichting van € 1.252,78 aan de geopposeerde opgelegd gekregen voor de levering van twee stertenten. Royal heeft tegen dit verstekvonnis verzet aangetekend, stellende dat er geen tekortkoming in de nakoming aan zijn zijde was en dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk was ontbonden.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er een koopovereenkomst tot stand was gekomen en dat Royal zijn betalingsverplichting niet was nagekomen. De rechter oordeelde dat de ontbinding van de overeenkomst niet kon worden aangenomen, omdat er geen tekortkoming aan de zijde van de geopposeerde was. De kantonrechter heeft het verzet van Royal ongegrond verklaard en het verstekvonnis bekrachtigd. Tevens is Royal veroordeeld in de proceskosten van de verzetprocedure, die aan de zijde van de geopposeerde op nihil zijn begroot, aangezien deze zonder gemachtigde heeft geprocedeerd.

De uitspraak benadrukt de verplichtingen die voortvloeien uit een koopovereenkomst en de voorwaarden waaronder een overeenkomst kan worden ontbonden. De rechter heeft ook de procedurele aspecten van het verzet behandeld, waarbij werd vastgesteld dat Royal tijdig in verzet was gekomen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Tilburg
zaak/rolnr.: 10113902 CV EXPL 22-3538
vonnis d.d. 1 maart 2023
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Evenementen- & Partycentrum Royal B.V.,
gevestigd te Dussen,
opposant,
gemachtigde: mr. P.F.M. Gulickx, advocaat te Breda,
tegen
[geopposeerde],
wonende en kantoorhoudende te [woonplaats] ,
geopposeerde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als “Royal” en “ [geopposeerde] ”.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
het verstekvonnis van de kantonrechter te Tilburg met zaaknummer 10044837 CV EXPL 22-2985 van 17 augustus 2022 met het daarin genoemde processtuk;
de verzetdagvaarding van 16 september 2022 met producties;
de conclusie van antwoord in oppositie van 26 oktober 2022;
e conclusie van repliek in oppositie van 23 november 2022;
de akte uitlatingen zijdens [geopposeerde] van 28 december 2022.

2.Het geschil

In oppositie
2.1
Bij de op 2 augustus 2022 uitgebrachte dagvaarding heeft [geopposeerde] , als eiseres in de verstekzaak, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, gevorderd Royal, als gedaagde in de verstekzaak, te veroordelen tot betaling van € 1.252,78, te vermeerderen met wettelijke handelsrente berekend over € 999,00, met veroordeling van Royal in de proces- en nakosten.
2.2
Bij verstekvonnis van 17 augustus 2022 heeft de kantonrechter de vordering van [geopposeerde] toegewezen, met veroordeling van Royal in de proceskosten, begroot op € 509,41, vermeerderd met wettelijke rente over deze kosten vanaf de 15e dag na betekening van dit vonnis, tevens met veroordeling in de voorwaardelijke nakosten, begroot op € 93,50.
2.3
Royal komt in verzet van voornoemd vonnis. Royal vordert van de bij het verstekvonnis tegen hem uitgesproken veroordelingen te worden ontheven, niet-ontvankelijk verklaring van geopposeerde als eiser en/of afwijzing van de vorderingen van geopposeerde als eiser en ongegrond of nietigverklaring van de dagvaarding, met veroordeling van [geopposeerde] in de proces- en nakosten van het verzet.
2.4
[geopposeerde] voert verweer en concludeert tot bekrachtiging van voornoemd verstekvonnis, niet-ontvankelijk verklaring van de verzetdagvaarding, alsmede ter veroordeling van € 1.850,00 wegens schadevergoeding van smaad en laster, € 3.534,00 aan opstalkosten van de bestelde stertenten, € 490,00 aan bestede uren aan de rechtszaken.

3.De beoordeling

In oppositie
3.1
Tussen partijen staat het volgende vast:
  • Royal organiseert bruiloften en partijen;
  • [geopposeerde] is een verkoper op het gebied van (onder andere) partytenten;
  • op 21 april 2021 heeft Royal telefonisch twee stertenten besteld voor een prijs van € 499,00 per stuk exclusief verzendkosten;
  • op 22 april 2021 is de factuur van [geopposeerde] per e-mail aan Royal toegezonden;
  • op 29 augustus 2022 is het verstekvonnis van de kantonrechter te Tilburg van 17 augustus 2022 aan Royal betekend door achterlating van de grosse van het vonnis in een gesloten envelop.
Standpunten van partijen
3.2
[geopposeerde] heeft – kort weergegeven – de volgende standpunten aangevoerd.
3.2.1
[geopposeerde] heeft bij de (oorspronkelijke) dagvaarding aan haar vordering het volgende ten grondslag gelegd. Royal heeft op 21 april 2021 telefonisch twee stertenten besteld voor de prijs van € 999,00 inclusief verzendkosten. Tijdens dit telefoongesprek is aan Royal medegedeeld dat de stertenten na ontvangst van de betaling zullen worden verstuurd. Royal komt zijn verplichting uit hoofde van de tussen partijen bestaande koopovereenkomst echter niet na. Immers, de factuur betreffende de aankoop van twee stertenten ter hoogte van € 999,00 (inclusief verzendkosten) is onbetaald gelaten. [geopposeerde] vordert dan ook nakoming van de tussen partijen bestaande koopovereenkomst.
3.2.2
Bij conclusie van antwoord in oppositie heeft [geopposeerde] – kort gezegd – het volgende aangevoerd. Royal dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering, nu de verzetdagvaarding ingediend moet zijn binnen 4 weken na de uitspraak van het vonnis. De verzetdagvaarding is dus twee dagen te laat, aldus [geopposeerde] . Bij akte voert [geopposeerde] aan dat zijn bedrijfsgegevens via de KvK te controleren zijn. Voorts stelt [geopposeerde] dat ontbinding van voornoemde koopovereenkomst alleen mogelijk is indien beide partijen hiermee akkoord gaan.
3.3
Royal heeft in verzet – kort gezegd – het volgende aangevoerd.
3.3.1
Bij ontvangst van de factuur heeft Royal al het vertrouwen verloren in het bedrijf [geopposeerde] omdat de factuur er geknipt en geplakt uit ziet. Daarnaast klopt de datum van de factuur niet. Bovendien is er tussen partijen geen betalingstermijn afgesproken en is deze ook niet terug te vinden op de factuur. Ook staat op de website een ander bankrekeningnummer dan op de factuur en is sprake van verschillende soorten telefoonnummers. Voorts stelt Royal dat hij niet is tekortgeschoten in de verplichtingen van de overeenkomst en dat hij de schade niet dient te vergoeden. Immers, door [geopposeerde] zijn geen tenten geleverd. Zodoende heeft [geopposeerde] ook geen schade geleden, aldus Royal. Indien en voor zover Royal tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, dan stelt Royal zich op het standpunt dat deze tekortkoming niet aan hem kan worden toegerekend.
3.3.2
Bij repliek voert Royal – kort weergegeven – het volgende aan. Er is sprake van een tijdig verzet. Het verstekvonnis is immers betekend op 29 augustus 2022 en de verzetdagvaarding dateert van 16 september 2022. Voorts kan van nakoming van de overeenkomst geen sprake zijn, nu de overeenkomst door Royal op 6 mei 2022 is ontbonden vanwege wantrouwen in [geopposeerde] . Nakoming van de overeenkomst 1,5 jaar na dato is tevens in strijd met de redelijkheid en billijkheid, zeker nu de tenten door [geopposeerde] nooit zijn geleverd.
Verzettermijn
3.4
Op 29 augustus 2022 is het verstekvonnis van 17 augustus 2022 betekend door achterlating van de grosse van het vonnis in een gesloten envelop. De verzetdagvaarding dateert van 16 september 2022. Gelet op het bepaalde in artikel 142 lid 4 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is Royal tijdig in verzet gekomen, zodat de kantonrechter Royal ontvankelijk acht in het verzet.
Nakoming van de koopovereenkomst
3.5
De kantonrechter overweegt als volgt. Tussen partijen is een koopovereenkomst tot stand gekomen ten aanzien van de koop en levering van twee stertenten. Op grond van deze koopovereenkomst ontstaat bij [geopposeerde] de verplichting tot levering van de stertenten en ontstaat aan de zijde van Royal de verplichting om de koopprijs te betalen, hetgeen is bepaald in artikel 7 van het Burgerlijk Wetboek 1 (hierna: art. 7:1 BW). Als onweersproken staat vast dat partijen zijn overeengekomen dat de stertenten geleverd zullen worden nadat de koopprijs daarvan is betaald.
3.6
Royal stelt dat er geen sprake is van een tekortkoming in de nakoming aan de zijde van Royal. Ook bestaat er geen schade aan de zijde van [geopposeerde] omdat de stertenten niet zijn geleverd. Indien er sprake zou zijn van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst aan de zijde van Royal, dan is deze niet toerekenbaar. De kantonrechter volgt deze stellingen van Royal niet. De grondslag van de bij dagvaarding ingestelde vordering van [geopposeerde] is nakoming van de verplichtingen voortvloeiend uit de tussen partijen bestaande koopovereenkomst, zijnde de betaling van een koopsom ter hoogte van € 999,00. Nu tussen partijen een koop-overeenkomst tot stand is gekomen en is overeengekomen dat de stertenten worden geleverd nadat de koopprijs van € 999,00 is betaald, bestaat er een betalings-verplichting aan de zijde van Royal.
Ontbinding
3.7
Voorts stelt Royal dat hij de koopprijs niet verschuldigd is omdat de koop buitengerechtelijk is ontbonden. Ook deze stelling volgt de kantonrechter niet. De kantonrechter overweegt dat art. 6:265 BW bepaalt dat iedere tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst de wederpartij de bevoegdheid geeft om geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekening de gevolgen van de ontbinding niet rechtvaardigt. De kantonrechter constateert dat geen sprake kan zijn van ontbinding van de koopovereenkomst omdat een tekortkoming aan de zijde van [geopposeerde] ontbreekt. De stertenten zijn immers nog niet geleverd omdat Royal nog niet aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.
3.8
Tot slot is de kantonrechter van oordeel dat Royal onvoldoende gesteld heeft om tot het oordeel te komen dat nakoming van de koopovereenkomst in strijd zou zijn met de redelijkheid en billijkheid. Het enkele feit dat geen behoefte meer bestaat aan levering van de stertenten is daarvoor onvoldoende.
3.9
Gelet op het voorgaande is Royal uit hoofde van de tussen partijen bestaande overeenkomst betaling van de factuur verschuldigd. De kantonrechter zal de vorderingen van Royal dan ook afwijzen en het verstekvonnis bekrachtigen.
Eis in reconventie
3.1
De kantonrechter begrijpt dat [geopposeerde] in de akte uitlatingen heeft bedoeld een eis in reconventie in te stellen door € 1.850,00 wegens schadevergoeding van smaad en laster, € 3.534,00 aan opstalkosten van de bestelde stertenten en € 490,00 aan bestede uren aan de rechtszaken te vorderen. De kantonrechter overweegt dat op grond van artikel 37 Rv een dergelijke vordering bij conclusie van antwoord dient te worden ingesteld. Nu de eis in reconventie pas bij akte na conclusie van repliek door [geopposeerde] is ingesteld, is deze gelet op het bepaalde in artikel 37 Rv niet toelaatbaar.
Proceskosten
3.11
Royal zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten (van de verzetprocedure), met dien verstande dat deze kosten aan de kant van gedaagde worden begroot op nihil, nu gedaagde zonder bijstand van een gemachtigde heeft geprocedeerd en gesteld noch gebleken is dat hij anderszins kosten heeft gemaakt in het kader van deze procedure die voor vergoeding in aanmerking komen.

4.De beslissing

De kantonrechter:
in oppositie
bekrachtigt het vonnis van 17 augustus 2022 van de kantonrechter te Tilburg, gewezen onder zaaknummer 10044837 CV EXPL 22-2985;
veroordeelt Royal in de kosten van dit geding, aan de zijde van geopposeerde tot op heden begroot op nihil;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ebben, en in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2023.