ECLI:NL:RBZWB:2023:1432
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de verleende omgevingsvergunning voor de uitbreiding van een pand in strijd met het bestemmingsplan
Op 3 maart 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een B.V. eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. Eiseres heeft beroep aangetekend tegen de verleende omgevingsvergunning voor de uitbreiding van een pand op een perceel in Breda. De vergunninghoudster had op 30 juli 2021 een omgevingsvergunning aangevraagd, die op 17 maart 2022 door het college werd verleend. Eiseres betwistte de vergunning, met name de vergunde bouwhoogte van 18 meter, terwijl het bestemmingsplan een maximale hoogte van 10 meter toestaat. De rechtbank heeft op 8 februari 2023 de zaak behandeld, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar directeur en een gemachtigde, en de vergunninghoudster door haar gemachtigde en een vertegenwoordiger.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunninghoudster een internationale handelsorganisatie is die zich bezighoudt met de im- en export van cosmeticaproducten. De uitbreiding van het pand is bedoeld voor de bouw van een extra loods, die aan het bestaande magazijn wordt toegevoegd. Eiseres heeft aangevoerd dat de vergunde bouwhoogte onaanvaardbaar is vanuit stedenbouwkundig en landschappelijk oogpunt en dat dit leidt tot hinder voor haar bedrijf. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de afstand tussen de nieuwbouw en het pand van eiseres voldoende is om te concluderen dat er geen sprake is van onaanvaardbare hinder.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en de verleende omgevingsvergunning in stand gelaten. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het college op goede gronden de omgevingsvergunning heeft verleend, ondanks dat de uitbreiding in strijd is met het bestemmingsplan. De rechtbank heeft de belangen van de betrokken partijen afgewogen en vastgesteld dat de nadelige gevolgen van het besluit niet in een onevenredige verhouding staan tot de doelen van de vergunningverlening.