In deze bodemzaak vordert de eiser, een werknemer, nakoming van de pensioenregeling door de gedaagde, zijn werkgever. De eiser stelt dat de werkgever toerekenbaar tekortgeschoten is in de verplichting om het pensioen deugdelijk onder te brengen. De arbeidsovereenkomst bevatte een pensioenregeling, maar de werkgever heeft nagelaten om de pensioenpremies tijdig af te dragen en heeft het pensioen niet voortgezet na 1 maart 2018. De eiser heeft recht op schadevergoeding ter hoogte van de werkgeverspremie, die door de kantonrechter is vastgesteld op € 2.436,75, inclusief wettelijke rente vanaf 19 september 2019. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde in de proceskosten moet worden veroordeeld, omdat zij grotendeels ongelijk heeft gekregen. De eiser heeft zijn vorderingen onvoldoende onderbouwd, maar de vordering tot schadevergoeding is toegewezen. De uitspraak is gedaan op 1 maart 2023 door mr. Borm.