ECLI:NL:RBZWB:2023:1450
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Van Triest
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing en ondertoezichtstelling van een minderjarige in een pleeggezin
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 maart 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren op [geboortedag] 2021. De minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], verblijft in een pleeggezin en de moeder, die het ouderlijk gezag heeft, heeft geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland. De gecertificeerde instelling (GI) heeft op 12 januari 2023 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar en om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 februari 2023 was de moeder niet aanwezig, terwijl de GI vertegenwoordigd was door mevrouw [naam 1]. De moeder heeft in het verleden hulp geweigerd en is verslaafd, wat haar vermogen om voor [minderjarige] te zorgen ernstig belemmert. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van [minderjarige] ernstig bedreigd wordt door de situatie van de moeder en dat het in het belang van [minderjarige] is dat hij in het pleeggezin blijft wonen. De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor een periode van een jaar, met de hoop dat de moeder in de toekomst hulp zal accepteren en weer contact kan hebben met [minderjarige].