In deze civiele procedure vordert TotalEnergies Power & Gas Nederland B.V. betaling van openstaande voorschotbedragen van gedaagden, die een overeenkomst voor de levering van energie hebben gesloten. De overeenkomst is op 1 augustus 2019 ingegaan en betreft een looptijd van vier jaar. Gedaagden hebben facturen voor voorschotbedragen van € 2.168,00 per maand niet volledig betaald, wat heeft geleid tot de beëindiging van de overeenkomst door Total en een eindafrekening. Ondanks herhaalde aanmaningen heeft gedaagden nagelaten te betalen. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 februari 2023 is gedaagden niet verschenen, waardoor de kantonrechter de gevolgtrekking heeft gemaakt dat de vordering niet is betwist.
Total vordert in totaal € 6.389,35, bestaande uit de hoofdsom, buitengerechtelijke incassokosten en rente. Gedaagden erkent een bedrag verschuldigd te zijn, maar betwist de hoogte van de vordering en stelt dat een contante betaling aan de gevolmachtigde heeft plaatsgevonden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagden onvoldoende bewijs heeft geleverd voor deze betaling en dat de vordering van Total voldoende onderbouwd is.
De kantonrechter heeft de vordering van Total toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagden is hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het totaalbedrag, dat ook de proceskosten omvat. Dit vonnis is uitgesproken door mr. Van Dijke op 8 maart 2023.