ECLI:NL:RBZWB:2023:1482

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
9 maart 2023
Zaaknummer
10004703_E08032023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen met gedeeltelijke toewijzing en buitengerechtelijke incassokosten

In deze civiele zaak heeft Blue Services Administration B.V. (hierna: Blue) een vordering ingesteld tegen IWORKSAFELY B.V. (hierna: iWorksafely) voor betaling van openstaande facturen. De vordering betreft een totaalbedrag van € 1.977,20, vermeerderd met rente en kosten. Blue stelt dat iWorksafely meerdere facturen onbetaald heeft gelaten, ondanks herhaalde aanmaningen. iWorksafely heeft verweer gevoerd en de vordering gedeeltelijk betwist, maar heeft de verschuldigdheid van een deel van de facturen erkend.

De rechtbank heeft vastgesteld dat Blue voldoende bewijs heeft geleverd van de verrichte buitengerechtelijke incassowerkzaamheden en dat iWorksafely hiervoor een vergoeding verschuldigd is. De kantonrechter heeft echter het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gematigd tot het wettelijk vastgestelde tarief. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de wettelijke handelsrente verschuldigd is over de hoofdsom, aangezien de openstaande bedragen niet tijdig zijn betaald.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de vordering van Blue tot een bedrag van € 1.432,82 toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 5 juli 2022. iWorksafely is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 965,83. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 8 maart 2023 door mr. Ponds in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 10004703 \ CV EXPL 22-2182
Vonnis van 8 maart 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BLUE SERVICES ADMINISTRATION B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Blue,
gemachtigde: mr. drs. J.J.F.M. Konings,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IWORKSAFELY B.V.,
gevestigd te Bergen op Zoom,
gedaagde partij,
hierna te noemen: iWorksafely,
procederend bij [naam] , Managing Director bij iWorksafely.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 20 juni 2022 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek, tevens akte vermindering van eis, met producties;
- de conclusie van dupliek met producties;
- de akte van Blue.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Blue vordert, na vermindering van eis, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van iWorksafely tot betaling van € 1.977,20, vermeerderd met rente en kosten, met veroordeling van iWorksafely in de proceskosten, te vermeerderen met rente.
2.2.
iWorksafely voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Blue, althans van een deel daarvan, met veroordeling van Blue in de kosten van deze procedure.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
Blue vordert een bedrag van € 1.977,20, bestaande uit een hoofdsom van € 1.927,31 en een bedrag van € 49,89 aan wettelijke handelsrente over de periode tot aan 14 september 2022. Aan deze vordering legt zij het volgende ten grondslag. Partijen zijn een overeenkomst tot dienstverlening aangegaan. Uit hoofde daarvan heeft Blue facturen aan iWorksafely gezonden, waaronder de factuur van 2 juli 2021, waarvan nog een bedrag groot € 300,00 openstond en de nog openstaande facturen van 27 augustus 2021 van € 55,89, van 15 december 2021 van € 55,89 en van 2 februari 2022 van € 1.515,53, in totaal een bedrag van € 1.927,31. iWorksafely heeft deze facturen, ook na meerdere aanmaningen, onbetaald gelaten, zodat Blue een incassogemachtigde heeft moeten inschakelen en daardoor kosten heeft gemaakt. De door iWorksafely daarvoor verschuldigde vergoeding bedraagt overeenkomstig de staffel behorend bij het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten € 289,10 exclusief btw, ofwel € 349,81 inclusief btw. Van het in totaal ten tijde van dagvaarding verschuldigde bedrag van € 2.388,98 aan hoofdsom, rente en buitengerechtelijke kosten heeft iWorksafely ná het uitbrengen van de dagvaarding een deel groot € 411,78 voldaan. Deze betaling strekt op grond van artikel 6:44 BW eerst in mindering op de kosten en daarna op de rente, aldus Blue.
3.2.
iWorksafely heeft van het haar aan hoofdsom gefactureerde bedrag alleen de verschuldigdheid van het bedrag van de factuur van 2 februari 2022 van € 1.515,53 inclusief btw (ofwel € 1.252,50 exclusief btw) betwist en wel – inmiddels – slechts voor zover dit meer bedraagt dan € 1.136,65 inclusief btw. Dit verweer slaagt. Deze factuur van Blue betreft volgens de omschrijving kosten die in rekening zijn gebracht voor
“inspectie SNA keurmerk NEN-1, volledige inspectie incl. C1, Cao elementen mbt C1 en jaarkosten”. Dat deze inspectie op verzoek van iWorksafely door Blue is geannuleerd en dat daarvoor aan Blue annuleringskosten in rekening zijn gebracht, die uiteindelijk door iWorksafely als opdrachtgever van Blue moeten worden gedragen, is op zichzelf tussen partijen niet (meer) in geschil. Blue heeft de annuleringskosten onderbouwd met de aan haar gerichte factuur van Normec Fair Labour Certification B.V. (hierna: Normec) ten bedrage van € 1.136,65 inclusief btw (€ 939,38 exclusief btw, zijnde 75% van € 1.252,50 exclusief btw aan annuleringskosten), die zij bij repliek als productie 6 heeft overgelegd, waarna iWorksafely de vordering in zoverre ook niet langer heeft betwist. Met de factuur van Normec heeft Blue echter niet onderbouwd dat iWorksafely gehouden is om aan haar het volledige door haar bij iWorksafely in rekening gebrachte bedrag van € 1.515,53 inclusief btw te voldoen, oftewel ook voor zover dat bedrag de door Normec aan Blue gefactureerde annuleringskosten overstijgt. Aangezien Blue voor dit deel van haar vordering geen grondslag heeft aangevoerd, komt haar in zoverre geen aanspraak toe op betaling. Dat betekent dat haar vordering op iWorksafely ten tijde van het uit handen geven daarvan aan haar incassogemachtigde niet € 1.927,31 maar € 1.548,43 bedroeg.
3.3.
Blue maakt aanspraak op een bedrag van € 289,10 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met € 60,71 aan btw daarover. iWorksafely heeft hiertegen verweer gevoerd met de stelling dat de aanmaningen van de incassogemachtigde naar een onjuist e-mailadres zijn verzonden, terwijl de correspondentie met Blue voorheen altijd (wel) via het juiste e-mailadres verliep. De kantonrechter gaat aan dit verweer voorbij, omdat Blue onweersproken heeft gesteld dat de incassogemachtigde de in het handelsregister opgenomen gegevens van iWorksafely heeft gehanteerd en zij gelet op het bepaalde in artikel 25 lid 3 Handelsregisterwet terecht stelt dat op de juistheid van die gegevens mocht worden vertrouwd. Bovendien zijn de aanmaningen volgens Blue niet alleen per e-mail maar ook per post verstuurd en door iWorksafely ontvangen, hetgeen iWorksafely evenmin heeft weersproken. Blue heeft dan ook voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht en iWorksafely daarvoor een vergoeding is verschuldigd.
3.4.
Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is echter hoger dan het tarief dat volgens het toepasselijke Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bij een hoofdsom van € 1.548,43 geldt. De kantonrechter zal het bedrag dan ook matigen tot dit tarief, te weten € 232,26. De gevorderde btw over de buitengerechtelijke incassokosten is niet toewijsbaar, nu Blue niet heeft gesteld geen ondernemer te zijn in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 of als ondernemer een vrijgestelde prestatie te hebben verricht.
3.5.
Blue stelt voorts dat iWorksafely over de hoofdsom de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW is verschuldigd. Vast staat dat de openstaande bedragen, in totaal € 1.548,43, niet tijdig zijn betaald en dat sprake is van een handelsovereenkomst, zodat deze rente vanaf de vervaldata van de facturen is verschuldigd, hetgeen door iWorksafely ook niet is weersproken.
3.6.
Van het in totaal aan Blue verschuldigde bedrag aan hoofdsom, kosten en rente heeft iWorksafely op 5 juli 2022, ná dagvaarding, een deel groot € 411,78 voldaan. Blue stelt terecht dat deze betaling ingevolge artikel 6:44 lid 1 BW in de eerste plaats in mindering strekt van de (incasso)kosten, vervolgens van de verschenen rente en ten slotte in mindering van de hoofdsom en de lopende rente. Dit betekent dat door deze betaling geen vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten meer openstaat en Blue in zoverre niets meer te vorderen heeft. De betaling door iWorksafely, waarvan na aftrek van de vergoeding van € 232,26 nog € 179,52 resteert, strekt in de tweede plaats in mindering van de opeisbare wettelijke (handels)rente. De wettelijke handelsrente is verschuldigd over € 300,00 vanaf 16 juli 2021, over € 55,89 vanaf 10 september 2021, over € 55,89 vanaf 29 december 2021 en over € 1.136,65 vanaf 16 februari 2022. Op 5 juli 2022 bedroeg deze rente over de factuur van 2 juli 2021 € 23,28, over de factuur van 27 augustus 2021 € 3,65, over de factuur van 15 december 2021 € 2,30 en over de factuur van 2 februari 2022 € 34,68, derhalve in totaal € 63,91. Ook dit bedrag is met de betaling van 5 juli 2022 volledig voldaan. Van de betaling door iWorksafely resteert dan nog een bedrag van € 115,61 dat in mindering wordt gebracht op de hoofdsom.
3.7.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vordering van Blue tot een bedrag van € 1.432,82 toewijsbaar is, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente als bedoeld in artikel 6:119a BW over dit bedrag vanaf 5 juli 2022 tot de dag van algehele voldoening.
3.8.
Omdat iWorksafely de partij is die (grotendeels) ongelijk krijgt, zal zij in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Blue als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
103,33
- griffierecht
365,00
- salaris gemachtigde
497,50
(2,50 punten × € 199,00)
Totaal
965,83
3.9.
De gevorderde wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over de proceskosten kan niet worden toegewezen omdat deze kosten niet zijn ontstaan uit het niet-nakomen van een verbintenis tot betaling van een geldsom voortvloeiende uit een handelsovereenkomst. In plaats daarvan zal de kantonrechter de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW toewijzen, indien en voor zover iWorksafely deze kosten niet binnen veertien dagen na de betekening van het vonnis zal hebben voldaan.

4.De beslissing

De kantonrechter
veroordeelt iWorksafely tot betaling aan Blue tegen behoorlijk bewijs van kwijting van een bedrag van € 1.432,82, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 5 juli 2022, tot de dag van algehele voldoening,
veroordeelt iWorksafely in de proceskosten, aan de zijde van Blue tot dit vonnis vastgesteld op € 965,83, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2023.