In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd op 8 maart 2023, wordt het beroep van eiser tegen de weigering van het UWV om hem in aanmerking te brengen voor een Wajong-uitkering beoordeeld. Eiser, geboren op 26 juni 2000, heeft een foetaal alcohol syndroom en kampt met diverse psychische problemen. Het UWV had eerder op 3 februari 2021 zijn aanvraag voor een Wajong-uitkering afgewezen, omdat hij niet voldeed aan de criteria voor arbeidsongeschiktheid. Eiser maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar het UWV verklaarde dit bezwaar op 9 juni 2021 niet-ontvankelijk, omdat het te laat was ingediend. Eiser diende vervolgens op 26 juli 2021 een nieuwe aanvraag in, vergezeld van medische informatie van zijn psychiater. Deze aanvraag werd door het UWV afgewezen op 5 augustus 2021, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om terug te komen op de eerdere beslissing.
De rechtbank heeft het beroep van eiser op 7 februari 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als vertegenwoordigers van het UWV aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat het UWV zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven om terug te komen op het eerdere besluit van 3 februari 2021. De rechtbank oordeelt dat de medische informatie die door eiser is overgelegd, geen nieuw licht werpt op zijn situatie op het moment van zijn 18e verjaardag. Eiser heeft geen recht op een Wajong-uitkering, omdat er geen sprake is van een volledig en duurzaam verlies aan arbeidsvermogen.
De rechtbank wijst het beroep van eiser ongegrond en stelt dat hij geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. Eiser wordt erop gewezen dat hij nog steeds de mogelijkheid heeft om een Amber-beoordeling aan te vragen bij het UWV, indien hij binnen vijf jaar na zijn 18e verjaardag toegenomen klachten ondervindt.