ECLI:NL:RBZWB:2023:150

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 januari 2023
Publicatiedatum
11 januari 2023
Zaaknummer
9942272_E11012023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Sierkstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van dwaling, non-conformiteit en tekortkoming bij de aankoop van een klassieke auto

In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een koper, aangeduid als [eiser], en de besloten vennootschap Terra Benelux B.V. De zaak betreft de aankoop van een Peugeot 504 Cabriolet door [eiser] van Terra, waarbij de auto niet door de Duitse keuring kwam vanwege roest. De koper heeft een beroep gedaan op dwaling, non-conformiteit en tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. De koopovereenkomst werd op 4 oktober 2020 gesloten voor een bedrag van € 35.000,-, en na aanvullende werkzaamheden door Terra werd de auto in juni 2021 afgeleverd voor een totaalbedrag van € 52.400,-. Na de levering bleek de auto gebreken te vertonen die de toelating tot de Duitse openbare weg belemmerden, wat leidde tot de rechtszaak.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de koper niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims van dwaling en non-conformiteit. De rechter oordeelde dat Terra niet op de hoogte hoefde te zijn van de Duitse keuringsnormen en dat de auto voldeed aan de Nederlandse eisen. De vordering van [eiser] werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van Terra, vastgesteld op € 746,-. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel koper als verkoper bij internationale transacties en de noodzaak voor de koper om zich te vergewissen van de geschiktheid van een voertuig voor gebruik in het buitenland.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaaknummer 9942272 CV EXPL 22-1890
vonnis van 11 januari 2023
in de zaak van
[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
gemachtigde: mr. L.P. Kabel, advocaat te Eindhoven,
tegen
de besloten vennootschap Terra Benelux B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te (4841 KC) Prinsenbeek, Lind 10,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.S. Oegema, advocaat te Amsterdam.
Partijen worden door de kantonrechter hierna [eiser] en Terra genoemd.

1.Het verdere verloop van de procedure

De verdere procedure blijkt uit de volgende stukken:
a. het tussenvonnis van 3 augustus 2022 en de daarin genoemde processtukken;
b. de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 1 december 2022;
c. de spreekaantekeningen van de gemachtigde van Terra.
Hierna is de uitspraak van het vonnis op vandaag bepaald.

2.De feiten

Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen van partijen en de
overgelegde producties, gaat de kantonrechter -voor zover thans van belang- uit van de volgende feiten:
  • Omstreeks september 2020 heeft [eiser] een Peugeot 504 Cabriolet van het bouwjaar 1983 (hierna: de auto) van Terra gekocht. De door partijen ondertekende koopovereenkomst is gedateerd op 4 oktober 2020 en vermeldt een koopsom van
  • Op 5 oktober 2020 is de auto APK gekeurd.
  • Na aankoop hebben partijen afgesproken dat Terra de auto in blauw zou overspuiten en nog een aantal werkzaamheden aan de auto zou verrichten.
  • Terra heeft de overeengekomen werkzaamheden aan de auto verricht en in overleg met [eiser] roest van de A-style verwijderd en de constructiedelen van de auto nieuwe stijfheid gegeven.
  • In juni 2021 heeft Terra de auto aan [eiser] afgeleverd voor een totaalbedrag van € 52.400,00 inclusief verrichte werkzaamheden van overspuiten, een nieuw windscherm, gordels en een nieuwe cabriokap.
  • In verband met het invoeren van de auto in Duitsland heeft [eiser] de auto op
  • In het rapport van TÜV staat dat de auto gebreken heeft, waaronder verzwakking van delen door roestvorming die eerst verholpen dienden te worden voordat de auto toegelaten kon worden tot de openbare weg in Duitsland.
  • Bij brief van 7 juli 2021 heeft [eiser] Terra op de hoogte gesteld van de afkeuring door TÜV en voorgesteld de overeenkomst te ontbinden of € 15.000,00 te betalen voor het repareren van de auto waardoor deze toegelaten kon worden tot de Duitse openbare weg.
  • Als reactie heeft Terra bij brief van 11 juli 2021 aan [eiser] meegedeeld dat de auto is geleverd conform Nederlandse wetgeving en conform [eiser] mocht verwachten. In de brief heeft Terra zich bereid verklaard de gebreken die in het TÜV rapport worden genoemd te verhelpen. Terra schatte de kosten daarvan op € 4.250,00.
  • [eiser] is niet akkoord gegaan met de brief van Terra en heeft zich tot zijn gemachtigde gewend.
  • De gemachtigde van [eiser] heeft Terra bij brief van 29 november 2021 aangeschreven en namens [eiser] een beroep gedaan op dwaling, waarbij in plaats van vernietiging van de overeenkomst schadevergoeding is gevorderd. In de brief is subsidiair een beroep op non-conformiteit gedaan en Terra is gesommeerd om aansprakelijkheid te erkennen.
  • Terra heeft bij brief van 14 december 2021 aansprakelijkheid betwist en meegedeeld dat zij al hetgeen heeft gedaan wat van haar verwacht mag worden.

3.De vordering en het verweer

3.1
[eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair
voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst ten aanzien van de door Terra geleverde Peugeot 504 Cabriolet tot stand is gekomen onder invloed van dwaling;
in plaats van vernietiging van de overeenkomst uit te spreken de gevolgen van de overeenkomst ter opheffing van het nadeel te wijzigen;
Terra ter opheffing van het nadeel van [eiser] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 14.214,55, althans Terra te veroordelen tot betaling van schade-vergoeding, inhoudende het waardeverschil tussen de waarde van de auto zonder (de geconstateerde) gebreken en de waarde van de auto met de gebreken bij aflevering, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
subsidiair
4. voor recht te verklaren dat er ten aanzien van de koop van de Peugeot 504 Cabriolet sprake is van non-conformiteit, althans van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst;
5. Terra te veroordelen tot betaling van schadevergoeding aan [eiser] van € 14.214,55, althans tot betaling van schadevergoeding, inhoudende het waardeverschil tussen de waarde van de auto zonder (de geconstateerde) gebreken en de waarde van de auto met de gebreken bij aflevering, alsmede Terra te veroordelen tot betaling van het waardeverschil tussen de waarde van de auto met een origineel geleverde zescilinder motor en de waarde van de auto met een later ingebouwde zescilinder motor, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
primair en subsidiair
6. Terra te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over € 14.214,55 vanaf 14 december 2021 tot aan de dag dat alles betaald is alsmede tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 917,14;
7. Terra te veroordelen in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente en de nakosten.
3.1.1
[eiser] legt aan zijn primaire vorderingen ten grondslag dat er sprake is van dwaling omdat hij de auto bij een juiste voorstelling van zaken niet had gekocht, althans niet onder dezelfde voorwaarden. [eiser] stelt dat hij een auto in perfecte staat wilde waarvan hij na invoer in Duitsland direct gebruik kon maken. Terra had daarom moeten meedelen dat de auto aanzienlijke roest had en daardoor mogelijk niet aan de TÜV eisen zou voldoen. Als Terra ook niet op de hoogte was van de grote roestproblemen dan is er sprake van wederzijdse dwaling. Aan de subsidiaire vorderingen legt [eiser] ten grondslag dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt omdat hij gerechtvaardigd mocht verwachten dat hij een auto kocht die toegelaten zou worden tot de Duitse openbare weg. Ook ging [eiser] er vanuit dat de auto was geleverd met een originele zescilinder motor van 170 pk, maar na ontvangst van de Duitse autopapieren bleek dat de auto origineel een viercilinder motor had en dat er in 2006 een zescilinder motor met 142 pk in de auto is gezet. Voor zover er geen sprake is van dwaling of non-conformiteit dan is er sprake van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst door Terra omdat [eiser] geen normaal gebruik kan maken van de auto zonder hoge kosten te maken.
3.2
Terra voert verweer en concludeert tot afwijzing dan wel ongegrondverklaring van de vorderingen van [eiser] , met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.
3.2.1
Terra voert als verweer aan dat het beroep op dwaling moet worden afgewezen omdat zij niet hoefde te weten dat de auto niet door de Duitse keuring zou komen. Terra is een in Nederland gevestigde onderneming en zij is slechts verantwoordelijk voor aflevering van een auto die naar Nederlandse wetgeving en voorschriften is goedgekeurd en toegelaten is voor deelname aan het verkeer. Van wederzijdse dwaling is geen sprake omdat Terra bekend was met corrosie plekken op de auto maar zij er niet van op de hoogte hoefde te zijn dat dit mogelijk tot weigering van toelating naar de Duitse keuringsnormen zou kunnen leiden. Daarnaast voert Terra aan dat [eiser] geen beroep op non-conformiteit toekomt omdat hij een auto heeft gekocht die volgens de Nederlandse instanties geschikt is voor toelating tot het verkeer. Als het voor [eiser] essentieel was dat de auto zou worden toegelaten tot de Duitse openbare weg had hij de auto door een (Duitse) deskundige moeten laten beoordelen. Verder voert Terra aan dat het voor [eiser] duidelijk was dat er later in de auto een zescilinder motor was geplaatst. Terra voert tot slot aan dat het beroep op niet-nakoming van de overeenkomst niet opgaat, omdat het ontbreken van TÜV goedkeuring voor rekening en risico van [eiser] komt. Ook is er volgens Terra ten onrechte geen gelegenheid voor herstel gegeven aan haar.

4.De beoordeling

4.1
Nu [eiser] in Duitsland woont, is er sprake van een internationaal geschil en moet eerst beoordeeld worden of de kantonrechter bevoegd is tot kennisname van het geschil en welk recht van toepassing is.
Bevoegdheid
4.2
Voor de vraag of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, dient in de eerste plaats te worden gekeken naar de bepalingen van Verordening (EU) Nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking), hierna: Brussel I bis. Ingevolge de in artikel 4 Brussel I bis neergelegde hoofdregel is de rechter van de lidstaat waar de gedaagde woonplaats heeft, in dit geval de Nederlandse rechter en in het bijzonder de kantonrechter te Breda omdat Terra in de gemeente Breda is gevestigd, bevoegd tot kennisname van het geschil.
Toepasselijk recht
4.3
Partijen zijn het erover eens dat hun rechtsverhouding wordt beheerst door Nederlands recht. De kantonrechter zal daarom van Nederlands recht uitgaan.
4.4
Op grond van het voorgaande wordt toegekomen aan een inhoudelijke behandeling van het geschil
.
Dwaling ?
4.5
[eiser] heeft primair een beroep op dwaling gedaan omdat hij een auto in perfecte staat wilde waarvan hij na invoer in Duitsland direct gebruik kon maken.
4.6
Voor een gegrond beroep op dwaling dient er sprake te zijn van een verkeerde voorstelling van zaken als gevolg van (a) een inlichting van de wederpartij, (b) schending van een mededelingsplicht of (c) wederzijdse dwaling.
4.7
[eiser] beroept zich allereerst op schending van de mededelingsplicht door Terra over de mate van roest waardoor deze niet door de Duitse TÜV-keuring heen kon komen. Terra betwist een mededelingsplicht te hebben geschonden en voert aan dat de auto APK goedgekeurd was en zij niet op de hoogte hoefde te zijn van de TÜV-eisen.
4.8
De kantonrechter is van oordeel dat van schending van een mededelingsplicht door Terra geen sprake is. De auto is omstreeks de verkoopdatum namelijk APK goedgekeurd, waardoor Terra ervan uit mocht gaan dat de op dat moment aanwezige roestvorming binnen de Nederlandse normen viel. [eiser] trekt wel in twijfel of de auto op een correcte wijze APK is gekeurd, maar dit is door Terra gemotiveerd betwist en [eiser] heeft op geen enkele wijze onderbouwd dat de APK keuring niet voldeed, zodat aan die stelling voorbij wordt gegaan. Verder is niet gebleken dat Terra op de hoogte was van de normen die de Duitse keuringsinstantie over de mate van corrosie stelt. De Richtlijn 2014/45/EU over periodieke technische controle van motorvoertuigen, waar [eiser] tijdens de mondelinge behandeling naar heeft verwezen, geeft ook geen aanleiding te veronderstellen dat Terra op de hoogte was van de normen voor corrosie die de Duitse keuringsinstantie hanteert. In die richtlijn staan enkel minimumnormen vermeld en een lidstaat is vrij om strengere normen te stellen. Zonder afspraak over het voldoen aan keuringseisen in Duitsland om de auto daar in te voeren, hoefde Terra zich naar het oordeel van de kantonrechter niet te verdiepen in die eisen. [eiser] had zelf op de hoogte moeten zijn van de regels om een auto in Duitsland in te voeren en daar eventueel een (Duitse) deskundige voor moeten inschakelen, voordat hij de auto kocht, zoals Terra met juistheid heeft betoogd.
4.9
Verder heeft [eiser] zich nog op wederzijdse dwaling beroepen.
De kantonrechter is van oordeel dat bij een beroep op wederzijdse dwaling (onder meer) geldt dat zowel de dwalende als de wederpartij bij het aangaan van de overeenkomst van dezelfde onjuiste voorstelling van zaken zijn uitgegaan, waarbij de veronderstelling ook aan de zijde van de wederpartij bij de totstandkoming een rol gespeeld heeft. Van die situatie is hier geen sprake omdat Terra van de roestvorming wist, maar de Duitse keuringsvereisten voor Terra geen rol speelden bij het sluiten van de overeenkomst. Zij ging enkel uit van verkoop van een auto die naar Nederlandse normen de weg op mocht.
4.1
Op grond van het voorgaande slaagt het beroep op dwaling niet.
Non-conformiteit ?
4.11
Subsidiair beroept [eiser] zich op non-conformiteit van de auto omdat hij gerechtvaardigd mocht verwachten dat hij een auto kocht die toegelaten zou worden tot de Duitse openbare weg en waar hij dus normaal gebruik van kon maken.
4.12
Op grond van artikel 7:17 lid 2 BW voldoet een zaak niet aan de overeenkomst als zij - mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan - niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, almede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien. Op grond van artikel 7:17 lid 5 BW kan de koper zich er niet op beroepen dat de zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt wanneer hem dit ten tijde van het sluiten van de overeenkomst bekend was of redelijkerwijs bekend kon zijn.
4.13
De kantonrechter stelt vast dat niet in geschil is dat de auto alle eigenschappen bezit die voor normaal gebruik in Nederland nodig zijn. Voor zover voor Terra was te voorzien dat de auto in Duitsland ingevoerd moest worden en dit als bijzonder gebruik moet worden aangemerkt als bedoeld in voormeld artikel, kan van haar als verkoper niet worden verwacht dat zij op de hoogte is van de regelgeving in het buitenland voor het kunnen invoeren van de auto. Ook is het niet aan Terra als verkoper om te toetsen of de auto aan die regels voldoet. Met andere woorden, het had op de weg van [eiser] als koper gelegen om vóórdat hij tot koop van de auto was overgegaan zich te verdiepen in de regels voor het invoeren van auto’s in Duitsland en vervolgens te controleren of te laten controleren of de auto aan die regels ook voldoet. Dit alles zou anders zijn als partijen daarover bij het aangaan van de overeenkomst (bijzondere) afspraken zouden hebben gemaakt, maar daarvan is geen sprake. Dit betekent dat het door [eiser] gedane beroep op non-conformiteit voor wat betreft het niet toelaten van de auto tot de Duitse openbare weg faalt.
4.14
[eiser] stelt verder nog dat de auto ten onrechte met een originele zescilinder motor van 170 pk was aangeboden omdat deze er later in is gezet en 142 pk is, waardoor de auto ook om die reden niet de eigenschappen bezit die hij mocht verwachten. Terra betwist dat de auto ook om die reden non-conform is en voert aan dat het [eiser] volstrekt duidelijk was dat er naderhand een zescilinder motor in de auto is gezet. De kantonrechter is van oordeel dat het feit dat er later een andere motor in de auto is gezet hier niet betekent dat de auto non-conform is. Uit de door [eiser] overgelegde e-mail van 21 januari 2021 aan Terra (productie 19 bij de dagvaarding) blijkt namelijk dat hij navraag doet over de later geplaatste motor, hij daar geen enkel probleem van maakt en nog steeds de auto (met later geplaatste motor) geleverd wilde krijgen. Hierdoor moet het er voor worden gehouden dat [eiser] akkoord is gegaan met de in de auto geplaatste motor en van non-conformiteit hieromtrent ook geen sprake is.
Tekortkoming in de nakoming ?
4.15
Meer subsidiair beroept [eiser] zich op een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst door Terra omdat hij geen normaal gebruik kan maken van de auto zonder hoge kosten te maken. Deze grondslag, die Terra ook heeft betwist, kan om dezelfde reden als hierboven (in rechtsoverweging 4.13) is overwogen, niet leiden tot de conclusie dat er sprake is van een tekortkoming van Terra in haar verplichtingen uit de overeenkomst.
Slotconclusie
4.16
Slotconclusie van al het bovenstaande is dat de vorderingen van [eiser] zullen worden afgewezen.
4.17
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van Terra worden veroordeeld. Die kosten worden vastgesteld op € 746,00 (2 x € 373,00) aan salaris voor de gemachtigde van Terra.

5.De beslissing

De kantonrechter:
- wijst de vorderingen af;
- veroordeelt [eiser] in de proceskosten van Terra, vastgesteld op € 746,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. Sierkstra en is in het openbaar uitgesproken op 11 januari 2023.