Ter zitting zijn beide waarde-berekeningen besproken en is tussen partijen komen vast te staan dat het geschil zich toespitst op de volgende elementen uit de beide taxaties: Met betrekking tot de opstalwaarde (gecorrigeerde vervangingswaarde):
o aantal aanwezige brandstoftanks;
o restwaarde-percentage voor toepassing van de technische afschrijving van de opstallen, de aanwezige brandstoftanks, de opstelplaatsen en enkele overige onderdelen.
Met betrekking tot de locatiewaarde (REN-methodiek):
o subtype binnen categorie tangent-tankstation (t.b.v. rekengrootheden);
o omvang van de passantenstroom (t.b.v. REN-score);
o niveau van de infrastructuur (t.b.v. REN-score).
Partijen zijn het eens over de navolgende elementen uit de waardebepaling:
Met betrekking tot de opstalwaarde:
o herbouwwaarde;
o resterende levensduur.
Met betrekking tot de locatiewaarde
o de locatiewaarde van met betrekking tot de aanwezige voorzieningen, te weten € 341.000 (96 REN-punten * een waarde van € 3.557 per punt);
o de constatering dat gerekend moet worden met de geobjectiveerde doorzet, nu deze niet meer dan 40% afwijkt van de daadwerkelijke gemiddelde doorzet op jaarbasis.
In het onderstaande zal de rechtbank ingaan op de beroepsgronden van belanghebbende.