ECLI:NL:RBZWB:2023:1572
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een woning in Tilburg
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 maart 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg beoordeeld. De heffingsambtenaar had op 28 februari 2021 een waarde-beschikking en een aanslag onroerendezaakbelastingen opgelegd, waarbij de waarde van de woning van belanghebbende op € 320.000 was vastgesteld per 1 januari 2020. Belanghebbende betwistte deze waarde en stelde dat de woning slechts € 270.000 waard was. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog is, en dat belanghebbende zijn stellingen onvoldoende heeft onderbouwd. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, waardoor de beschikking in stand blijft. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.