Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure in de zaak 19-541
- het tussenvonnis van 11 augustus 2021
- het deskundigenbericht d.d. 18 januari 2022, ter griffie ingekomen op 21 januari 2022
- de conclusie na deskundigenbericht van [eiser in conventie sub 1]
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van [gedaagde in conventie sub 1] met producties
- de mondelinge behandeling op 6 oktober 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt en waarop zijn voorgedragen door mr. Van der Klauw haar spreekaantekeningen, door mr. Bronsveld zijn pleitnotities en door [gedaagde in conventie sub 1] een door hem opgesteld stuk, telkens voor zover betrekking hebbend op deze zaak.
2.De procedure in de zaak 21-212
- het tussenvonnis van 23 juni 2021
- de conclusie van antwoord in reconventie van [gedaagde in conventie sub 1]
- de akte vermeerdering van eis tevens akte overlegging producties van [gedaagde in conventie sub 1]
- de mondelinge behandeling op 9 november 2021, waarvan een verkort proces-verbaal is opgemaakt
- de voortgezette mondelinge behandeling op 6 oktober 2022, waarop deze zaak niet inhoudelijk is behandeld.
3.De beoordeling in de zaak 19-541
in conventie en in reconventie
Zoals je zelf al aangeeft is Pa bijzonder vergeetachtig. Hij weet inderdaad niet meer wat er een paar minuten eerder gezegd is. Wanneer je hem helpt herinneren wat er gebeurd is dan kan hij zich delen hiervan herinneren. In vergelijking met vorig jaar holt pa achteruit. Vorige week wist hij zelf niet meer wat voor dag het was. Ik verdenk hem van een Korsakow: een vergeetachtigheid die progressief is a.g.v. alcohol. Ook nu drinkt hij een fles wijn per dag. (…) Ma is niet meer wilsbekwaam en ik begin mij af te vragen of pa dat ook niet begint te worden.’
er is toezicht op inname van de medicatie’ en ‘
In de nacht wordt hij regelmatig aangeschoten of dronken aangetroffen, al dan niet op de vloer. (…) Vooral de laatste weken valt het op dat dhr (nog)meer drinkt, hij geeft verschillende keren aan ‘dat dit het enige is dat hij nog heeft’. De deskundige merkt hierbij op dat hij het bijzonder vindt dat er toezicht nodig is bij de inname van de medicijnen, gelet op het feit dat erflater medisch specialist is geweest.
Ik maak dit testament mede naar aanleiding van het feit dat mijn zoon [eiser in conventie sub 1] bezwaar heeft aangetekend tegen:
- de van tweeëntwintig januari tweeduizend veertien daterende beschikking van de kantonrechter, waarbij machtiging aan de bewindvoerder over mijn vermogen is verleend voor het doen van schenkingen uit mijn vermogen door middel van schuldigerkenning aan mijn kinderen;
- de van drie oktober tweeduizend dertien daterende beschikking van de kantonrechter waarbij mijn zoon [gedaagde in conventie sub 1] als bewindvoerder is aangewezen.
Met vader bespreek ik dat het mogelijk is om zijn testament te veranderen waardoor [eiser in conventie sub 1] zou worden onterfd. Vader geeft aan dat hij daartoe wel wil overgaan wanneer de procedures niet stoppen. Hij informeert ook of dit alleen voor hem zelf zou gelden of ook wanneer zijn echtgenote geldt. Daarop antwoord ik dat dit alleen voor hem geldt, aangezien zijn echtgenote niet meer in staat is om haar testament te wijzigen. Verder geeft vader aan tevreden te zijn over zijn huisvesting en persoonlijke verzorging door de medewerkers van [woonzorgcentrum] .
u hebt wel duidelijk aangegeven dat het uw wens is dat er zo min mogelijk naar de belastingdienst gaat’ en ‘
u heeft zo’n groot vermogen…helemaal niks naar de belasting doen dat zal niet lukken, maar om het te beperken gaf u aan dat u daar een voorstander van bent… dat u niet meer dan noodzakelijk…’ reageert erflater met ‘
ja ja uiteraard’. Op een bepaald moment vraagt [eiser in conventie sub 1] kennelijk direct aan erflater of hij wil dat hij benadeeld wordt. Erflater zegt dan: ‘
Ja…ik kan het…ik kan het… allemaal niet meer volgen hoor..eh..’ De notaris zegt dan: ‘
dat kan ik me voorstellen.’ Erflater iets later: ‘
Ik weet alleen dat ik een schenking doe… en uh…dan moet je er verder niet over zeuren…en, en, en, …zeiken zou ik bijna zeggen…maar uh’. Erflater overziet niet en begrijpt niet wat er wordt besproken, terwijl op basis van zijn intelligentie en opleidingsniveau (erflater was gepromoveerd medisch specialist) mag worden verwacht dat hij dat wel kan begrijpen. Er wordt over zijn hoofd heen gediscussieerd en hij reageert alleen op gesloten vragen/opmerkingen. Hij neemt nergens in het gesprek ten aanzien van de schenking het initiatief. Hij denkt kennelijk dat hij geld aan zijn zoons zal geven, waarover die dan niet moeten zeuren. Hij begrijpt niet dat het slechts gaat om een constructie op papier en waarom dat voor [eiser in conventie sub 1] financieel nadelige gevolgen kan hebben. Het is dan ook niet waarschijnlijk dat erflater deze beweegreden zelf heeft uitgedacht en vervolgens gekoppeld aan de beslissing tot onterving van [eiser in conventie sub 1] .
De verhoudingen tussen [gedaagde in conventie sub 1] en [eiser in conventie sub 1] zijn niet honderd procent. Dit is al vrij lang zo. Ze liggen elkaar niet. (…) Ik heb met allebei contact. (…) Ik wil het goed houden en dat lukt mij ook.De kantonrechter heeft erflater gevolgd in zijn wens en het verzoek van [eiser in conventie sub 1] tot ontslag van [gedaagde in conventie sub 1] als bewindvoerder en mentor afgewezen. Voor zover [gedaagde in conventie sub 1] meent dat uit deze beslissing van de kantonrechter blijkt dat erflater wilsbekwaam was toen, kan hij daarin niet worden gevolgd. Een uitlating over wie de bewindvoerder en mentor moet zijn, ligt op een ander niveau dan de complexe wilsuitingen in het testament. Iemand kan voldoende in staat zijn te bepalen wie zijn zaken moet behartigen, terwijl hij niet in staat kan worden geacht een testament op te maken. Wel valt op dat de hiervoor aangehaalde uitspraak niet in lijn is met hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de notaris dat eerder die maand is opgemaakt van het gesprek over het testament en de te sturen brief aan [eiser in conventie sub 1] (zie hiervoor r.o. 3.19). Erflater onderkent bij de kantonrechter de spanning tussen zijn zoons en kiest voor [gedaagde in conventie sub 1] als bewindvoerder en mentor, omdat hij weet dat de twee niet samen kunnen werken. Hij keert zich echter niet af van [eiser in conventie sub 1] en wil de verhoudingen juist goed houden. De rechtbank oordeelt dat ook voor de tweede beweegreden voor onterving van [eiser in conventie sub 1] geldt, dat het niet waarschijnlijk is dat deze op basis van eigen inbreng/initiatief van erflater in het testament is gekomen.
- griffierecht € 297,00
- kosten dagvaardingsexploot € 103,07
- salaris advocaat € 2.533,50 (4,5 punten van het liquidatietarief II)
- kosten deskundigenrapport