ECLI:NL:RBZWB:2023:1607

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 februari 2023
Publicatiedatum
14 maart 2023
Zaaknummer
C/02/389079 / HA ZA 21-495
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. van den Heuvel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake verbintenissenrecht en aanneming van werk tussen Partout Design BV en [gedaagde in conventie]

In deze zaak, die voor de Rechtbank Zeeland-West-Brabant is behandeld, gaat het om een geschil tussen Partout Design BV, eiseres in conventie en verweerster in reconventie, en [gedaagde in conventie], gedaagde in conventie en eiser in reconventie. De rechtbank heeft op 1 februari 2023 vonnis gewezen in een bodemzaak die betrekking heeft op verbintenissenrecht en de overeenkomst van opdracht in het kader van aanneming van werk. De procedure is gestart na een tussenvonnis van 6 juli 2022, waarin de rechtbank bepaalde dat de schadebegroting conform artikel 7:764 BW dient te worden benaderd. Partout Design heeft in haar conclusie na tussenvonnis een gedetailleerd overzicht van uitgespaarde kosten gepresenteerd, waaruit blijkt dat zij een bedrag van € 204.308,94 aan [gedaagde in conventie] vordert. [gedaagde in conventie] heeft echter betwist dat de opgevoerde kosten daadwerkelijk zijn gemaakt en stelt dat Partout Design geen recht heeft op de gevorderde bedragen. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat Partout Design onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor de opgevoerde kosten en dat de besparingen niet eenduidig zijn aangetoond. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat [gedaagde in conventie] gehouden is om een bedrag van € 157.577,37 inclusief BTW aan Partout Design te betalen, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Tevens zijn de proceskosten aan de zijde van Partout Design toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/389079 / HA ZA 21-495
Vonnis van 1 februari 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PARTOUT DESIGN BV,
gevestigd te Nijkerk,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. E.J. Kuper te Harderwijk,
tegen
[naam 1]h.o.d.n.
[gedaagde in conventie],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. C. Özcan te Breda.
Partijen zullen hierna Partout Design en [gedaagde in conventie] , respectievelijk [naam 1] , genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 6 juli 2022 en alle daarin reeds genoemde stukken;
  • de conclusie na tussenvonnis met productie 32, zijdens Partout Design;
  • de antwoordconclusie na tussenvonnis, met producties 1 tot en met 25 zijdens [gedaagde in conventie] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

Voorts in conventie en in reconventie

2.1.
In het tussenvonnis van 6 juli 2022 heeft de rechtbank in r.o. 3.11. bepaald dat de schadebegroting conform het regime van artikel 7:764 BW dient te worden benaderd. Ingevolge artikel 7:764 lid2 BW dient de opdrachtnemer de voor het gehele werk geldende prijs te betalen, verminderd met de besparingen die voor de aannemer uit de opzegging voortvloeien.
In r.o. 3.12. van voornoemd tussenvonnis is voorts bepaald dat Partout Design in de gelegenheid wordt gesteld om een conclusie te nemen waarin zij een gedetailleerd overzicht verschaft van de uitgespaarde kosten, zoveel mogelijk voorzien van onderliggende bescheiden, zoals overeenkomsten met onderaannemers en bescheiden met betrekking tot de beëindiging van overeenkomsten met onderaannemers, alsmede eventueel gemaakte begrotingen door Partout Design, dat een deskundige in staat stelt vast te stellen wat de uitgespaarde kosten zijn in het licht van de mate waarin het werk gereed was. Daarbij dienen de uitgespaarde kosten omdat erkende gebreken niet meer behoefden te worden hersteld, in het overzicht te worden betrokken.
2.2.
Partout Design heeft bij conclusie na tussenvonnis aangegeven dat de prijs voor het gehele werk een bedrag bedraagt van € 346.397,50 exclusief BTW. Partout Design heeft met productie 32 een Excel-overzicht overgelegd waarin per post is uiteengezet wat de uitgespaarde kosten zijn en in voorkomend geval verwezen naar onderliggende bescheiden, zoals (credit)facturen van onderaannemers en correspondentie met onderaannemers inzake de beëindiging van de overeenkomsten (bijlagen 1 t/m 7 bij het overzicht).
Uit het overzicht van uitgespaarde kosten blijkt volgens Partout Design dat zij in totaal een
bedrag van € 99.897,33 heeft kunnen besparen doordat werkzaamheden ten behoeve van [gedaagde in conventie] niet volledig zijn uitgevoerd. Het totaalbedrag dat na het in mindering brengen van de uitgespaarde kosten en het reeds betaalde totaalbedrag door [gedaagde in conventie] resteert, bedraagt volgens Partout Design € 204.308,94 inclusief BTW, één en ander als volgt gespecificeerd:
Aanneemsom € 347.647,50
Niet gemaakte kosten -/- € 99.897,33
Totaal exclusief BTW € 247.750,17
Totaal inclusief BTW € 299.777,71
Reeds ontvangen incl. BTW -/-
€ 95.468,77
Te ontvangen van [gedaagde in conventie] incl. BTW € 204.308,94
Gezien het vorenstaande meent Partout Design dat [gedaagde in conventie] in totaal een bedrag van € 204.308,94 inclusief BTW aan haar dient te betalen, zulks overigens zonder haar hogere eis te wijzigen.
2.3.
[gedaagde in conventie] voert als verweer aan dat Partout Design in productie 32 van de conclusie na
tussenvonnis werkzaamheden heeft opgevoerd in het kostenoverzicht die nimmer zijn uitgevoerd door (onderaannemers van) Partout Design, dan wel slechts gedeeltelijk zijn uitgevoerd. [gedaagde in conventie] is van mening dat zij extra kosten heeft moeten maken voor de werkzaamheden waarvan Partout Design stelt dat zij deze werkzaamheden heeft uitgevoerd. Volgens [gedaagde in conventie] zijn de gemaakte kosten die door Partout Design worden opgevoerd bij de verschillende kostenposten niet inzichtelijk gemaakt, noch onderbouwd. [gedaagde in conventie] is van mening dat de bespaarde kosten hierdoor ook op ondeugdelijke gronden worden gebaseerd. De kosten die Partout Design stelt bespaard te hebben worden immers gebaseerd op werkzaamheden die (gedeeltelijk) niet zijn verricht, dan wel ondeugdelijk zijn verricht, aldus [gedaagde in conventie] . Haars inziens onderbouwt Partout Design ook niet dat kosten zijn gemaakt ondanks het niet uitvoeren van de werkzaamheden.
Volgens [gedaagde in conventie] had Partout Design op 15 maart 2021 de verbouwingsopdracht gewijzigd waarbij een deel van de kostenposten reeds was geannuleerd. Vanwege het opvoeren van kosten in productie 32, die reeds in de gewijzigde opdracht van 15 maart 2021 waren vervallen, geeft Partout Design in de visie van [gedaagde in conventie] een vertekend beeld van de (hoogte van de) gemaakte kosten, en dus ook van de bespaarde kosten. De marges die Partout Design hanteert zijn volgens [gedaagde in conventie] niet onderbouwd en bovendien buitenproportioneel en zij variëren per kostenpost. [gedaagde in conventie] meent daarom geen marge verschuldigd te zijn aan Partout Design. In de ogen van [gedaagde in conventie] dienen de door Partout Design gehanteerde marges in productie 32 van de conclusie na tussenvonnis dan ook in het geheel als bespaarde kosten te worden aangemerkt, met als gevolg dat het totaalbedrag aan marges dient te worden afgetrokken van de aanneemsom. [gedaagde in conventie] meent derhalve geen schadevergoeding verschuldigd te zijn aan Partout Design.
2.4.1.
Krachtens artikel 7:764 lid 2 BW geldt als uitgangspunt dat de opdrachtgever die aanvoert dat de door hem verschuldigde 'voor het gehele werk geldende prijs' dient te worden verminderd met 'de besparingen die voor de aannemer uit de opzegging voortvloeien', de stelplicht en bewijslast heeft van het bestaan en de omvang van die besparingen. In dit verband rust echter op de aannemer 'een belangrijke mededelingsplicht' (Kamerstukken II 1992-1993, 23 095, nr. 3, p. 39) aangaande de uitgespaarde kosten. De besparingen voor aannemers omvatten onder meer de bespaarde kosten van materialen en arbeid, alsmede de uitgespaarde kosten omdat erkende gebreken niet meer behoeven te worden hersteld. Door aan Partout Design de gelegenheid te bieden een opgave te doen van de bespaarde kosten heeft zij de gelegenheid gekregen te voldoen aan haar mededelingsplicht.
2.4.2.
Alvorens over te gaan tot een verdere beoordeling overweegt de rechtbank dat [gedaagde in conventie] ten onrechte in haar antwoordconclusie aanvoert dat bij de vaststelling van de uitgespaarde kosten moet worden uitgegaan van de gewijzigde opdracht van 15 maart 2021. Partout Design heeft weliswaar bij brief van 16 maart 2021 een herziene verbouwingsopdracht aan [gedaagde in conventie] voorgelegd, maar deze is door [gedaagde in conventie] juist niet aanvaard, zoals blijkt uit haar reactie op 17 maart 2012 aan Partout Design, waarin [gedaagde in conventie] onder meer schrijft:
“(…). Dus geen akkoord, en dus begrijp dat onze samenwerking per direct stopt.”Er is dus geen sprake van een gewijzigde opdracht.
2.4.3.
In het Excel-overzicht dat door Partout Design als productie 32 is overgelegd is per post aangegeven wat de uitgespaarde kosten zijn. Partout Design heeft deze posten deels onvoldoende gespecificeerd. De rechtbank zal hier in het navolgende nog op terugkomen.
2.4.4.
De rechtbank heeft in voormeld tussenvonnis overwogen dat vermoedelijk bewijsvoering door middel van een deskundigenbericht is aangewezen. Echter, bij het ontbreken van een eenduidige opname van de werkzaamheden bij het beëindigen van de overeenkomst en in het licht van hetgeen partijen (thans) hebben toegelicht en aangeleverd aan producties, verwacht de rechtbank niet dat een deskundige met voldoende mate van zekerheid kan rapporteren over de omvang van de besparingen die voor Partout Design uit de beëindiging van de overeenkomst voortvloeien. De werkzaamheden zijn immers inmiddels afgerond. Er is voorts niet gebleken van een voldoende exacte onderliggende kostenberekening (begroting) van de te verrichten werkzaamheden. De door derden gefactureerde kosten zijn niet maatgevend voor de door Partout Design uitgespaarde kosten. Om voornoemde redenen zal de rechtbank overgaan tot bespreking van de betreffende uitgespaarde kostenposten en daarop beslissen zonder deskundigenrapportage. Daarbij zal de rechtbank de nummering aanhouden van de kostenposten als vermeld in het Excel-overzicht van Partout Design (productie 32).
2.4.5.
Alvorens daartoe over te gaan, stelt de rechtbank voorts nog vast dat de door Partout Design bij de onderscheidenlijke posten opgevoerde marges van winst en risico in hoogte sterk uiteenlopen, zonder dat deze variaties deugdelijk worden toegelicht of onderbouwd, zoals ook terecht door [gedaagde in conventie] wordt opgemerkt. De rechtbank begrijpt uit de summiere toelichting van Partout Design zelf in productie 32, die niet verder door haar raadsman van een toelichting is voorzien, dat Partout Design het verschil tussen de prijsopgave in de begroting van een post en hetgeen de onderaannemer oorspronkelijk zou factureren als winstmarge ziet. Er zal echter ook sprake zijn van minder eigen werkzaamheden van Partout Design bijvoorbeeld doordat zij werkzaamheden gedeeltelijk zelf zou doen en omdat zij minder werkzaamheden heeft aan coördinatie, bewaken voortgang en ook klachtenafhandeling. Bij gebreken kan sprake zijn van fouten van de onderaannemer maar ook van fouten bij Partout Design die zij voor eigen rekening moet nemen. De rechtbank kan zonder nadere toelichting – die ontbreekt – er dan ook niet van uitgaan dat het eerder genoemde verschil steeds de winstmarge betreft. Ook overigens is de winstmarge op postenniveau onvoldoende toegelicht door Partout Design. Gelet hierop zal de rechtbank uitgaan van een gebruikelijk gemiddelde winstmarge ten aanzien van die posten waarbij de winstmarge in de opstelling van Partout Design relevant is. Hierbij zal de rechtbank uitgaan van een schattenderwijs vastgesteld winstpercentage van 10 % van de opgegeven hoogte van posten waar het winstpercentage relevant is en dit percentage in de berekening betrekken.
2.5. 1)
1) Algemeen
1.1.
Afvoerbouwafval, huur afvalcontainers, transport en verwerking.
Uit de toelichting van Partout Design bij het Excel-overzicht volgt dat er twee containers niet zijn afgenomen/geleverd. Volgens Partout Design resulteert dit in een besparing van € 720,- ten opzichte van het bedrag van € 1.200,- dat voor deze post in de opdracht was begroot. Zij verwijst naar bijlage 1, zijnde een factuur van Renewi ten bedrage van € 279,50 ex. BTW. Volgens de eigen toelichting van Partout Design bij het overzicht, worden de kosten voor het plaatsen van de container met een opslag van 10% doorberekend aan de opdrachtgever, hetgeen resulteert in een bedrag van € 307,45 voor de geplaatste container. De rechtbank stelt vast dat dit leidt tot een besparing van
€ 892,55uitgaande van twee niet geleverde containers (€ 1.200,- minus € 307,45). De rechtbank gaat er daarbij vanuit dat de opslag van 10 % over de niet geplaatste containers geen winst betreft maar coördinatiekosten omdat Partout Design het geen marge noemt in haar overzicht.
1.2.
Bouwplaatsvoorzieningen.
Aangaande deze post geldt dat in de aanneemovereenkomst is overeengekomen dat Partout Design indien nodig bouwplaatsvoorzieningen kan gebruiken/inzetten en dat de daadwerkelijk gemaakte kosten worden doorberekend. Partout Design heeft echter nagelaten een gespecificeerde opgave te doen van de daadwerkelijk gemaakte kosten. Om die reden zal de rechtbank de gehele post als uitgespaarde kosten aanmerken, te weten een bedrag van
€ 1.250,-.
1.3.
Eindschoonmaak
Vast staat dat de eindschoonmaak niet heeft plaatsgevonden. De stelpost bedraagt € 1.750,- waarvan Partout Design € 600,- als marge aanmerkt. Conform hetgeen onder rechtsoverweging 2.4.5. is overwogen gaat de rechtbank uit van een marge van 10% zodat een bedrag van
€ 1.575,-als besparing wordt aangemerkt.
3) Betonwerk
Volgens het overzicht van Partout Design is zijn de inkoopkosten van € 3.250,- bespaard. Er is volgens het overzicht een marge van € 1.750,-. De post bedraagt € 5.000,-.De rechtbank stelt de bespaarde kosten vast op
€ 4.500,-nu er geen kosten zijn gemaakt en met uitzondering van de marge van 10 % van € 5000,- sprake is van uitgespaarde kosten .
4) Bouwkundige aanpassing
Volgens het overzicht van Partout Design zijn de inkoopkosten van € 1.950,- bespaard. De marge bedraagt volgens het overzicht € 1.050,-. De post bedraagt € 3.000,-. De rechtbank stelt de bespaarde kosten vast op
€ 2.700,-nu er geen kosten zijn gemaakt en met uitzondering van 10% van € 3.000,- sprake is van uitgespaarde kosten.
5) Plafond
Partout Design stelt dat de werkzaamheden aan het plafond geheel zijn uitgevoerd. [gedaagde in conventie] heeft thans in haar conclusie na tussenvonnis naar voren gebracht dat de plafondwerkzaamheden niet volledig zijn uitgevoerd. In de conclusie van antwoord in conventie noch in de eis in reconventie noch ter zitting heeft [gedaagde in conventie] , ondanks dat zij in haar schriftelijke stukken de posten puntsgewijs heeft besproken, zich op het standpunt gesteld dat het plafond niet gereed was. De kosten worden ook niet in reconventie gevorderd, althans dat is niet inzichtelijk gemaakt. [gedaagde in conventie] voert dit dan ook te laat in de procedure aan. Daarnaast blijkt uit de foto’s niet dat het plafond niet gereed was, er ontbreken plafondplaten maar die kunnen ten behoeve van andere werkzaamheden tijdelijk zijn verwijderd. Op andere foto’s die [gedaagde in conventie] in het geding heeft gebracht zijn meer plafondplaten zichtbaar. Partout Design heeft onweersproken gesteld dat er ook sprake was van wijzigingen in de wensen (topkoeling, airco) zodat de vraag is welke aanpassingen nu precies voorzien waren.
Bij de betwisting van de gebreken als genoemd door [gedaagde in conventie] (plaatsing ventilatieroosters) herhaalt Partout Design echter dat zij nog niet klaar was met de werkzaamheden en het werk niet was opgeleverd, en voorts dat Partout Design zou zorgen voor aanpassing van de roosters en [gedaagde in conventie] zelf de roosters zou inregelen. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat de werkzaamheden nog niet volledig gereed waren en gaat uit van een besparing van
€ 1.000.-.
6) Wanden / Glaswanden
Partout Design stelt dat meerdere werkzaamheden onder deze posten geheel zijn uitgevoerd, maar dat de röntgenruimte en de isolatie in de technische ruimte nog niet gereed waren, hoewel de materialen al wel geleverd waren. Partout Design komt tot een bedrag van € 1.550,- en € 260,- aan bespaarde kosten, onder verwijzing naar de facturen van Trion Montage B.V.. [gedaagde in conventie] betwist dat de wanden al gereed waren en dat alle materialen geleverd waren en wijst op gebreken in de uitvoering, onder verwijzing naar foto’s en facturen van derden.
Nu Partout Design heeft erkend dat bepaalde werkzaamheden nog niet waren afgerond, zijn de door [gedaagde in conventie] overgelegde foto’s van de niet afgeronde werkzaamheden niet doorslaggevend voor de bepaling van de mate waarin de werkzaamheden niet zijn verricht. Partout Design houdt slechts rekening met in haar opstelling met de kosten van nog niet geleverde materialen waarmee zij eraan voorbij gaat dat de materialen ook nog geïnstalleerd moesten worden. Het door [gedaagde in conventie] overgelegde Excel-overzicht (productie 11) met betrekking tot de werkzaamheden en kosten van Asta, komt niet overeen met de door [gedaagde in conventie] in het geding gebrachte facturen van Asta van in totaal circa € 15.000,-. [gedaagde in conventie] heeft eerder in de procedure wel gewezen op tekortkomingen ten aanzien van de plaatsing van wanden. Partout Design is daarop niet voldoende ingegaan in haar opgave van bespaarde kosten. In het licht van het vorenstaande zal de rechtbank post 6 (wanden / glaswanden) in zijn geheel beschouwen. Deze post bevat een bedrag van in totaal € 77.875,-. Bij de bepaling van de besparing kunnen de facturen van Asta niet leidend zijn, nu deze onvoldoende gespecificeerd zijn en een opslag van winst en risico bevatten, terwijl het voorts gebruikelijk is dat een opvolgend aannemer aanzienlijk meer kosten in rekening brengt dan het de oorspronkelijk aannemer zou hebben gekost om de werkzaamheden af te maken c.q. te herstellen. Om die laatste kosten gaat het in deze gezien hetgeen hiervoor overwogen. De rechtbank komt schattenderwijs en er daarbij van uitgaande dat het merendeel van de werkzaamheden met betrekking tot de plaatsing van de wanden was afgerond op een besparing van in totaal
€ 7.000,-(10 % van de post minus de marge).
7) Kozijnen, ramen en deuren binnen.
Deze post is door Partout Design voldoende toegelicht en onderbouwd met de creditnota van haar onderaannemer Trion Montage B.V. [gedaagde in conventie] heeft op haar beurt onvoldoende gesteld en onderbouwd dat deze opgave onjuist is, zodat van de juistheid daarvan moet worden uitgegaan. Dit resulteert derhalve in een besparing van
€ 6.405,-(€ 3.040,- + € 1.465,00 + €1.050,00 + € 850,-) te vermeerderen met de besparing in verband met de niet geleverde sloten. Deze twee posten bedragen € 440,- en € 297.-. Rekening houdend met een marge van 10 % bedragen de bespaarde kosten
€ 396,-en
€ 267,30.
9) Schilderwerk binnen.
Door [gedaagde in conventie] is de beweerdelijke fout aan de zijde van Partout Design onvoldoende gemotiveerd gesteld en begrijpelijk onderbouwd, zodat niet gebleken is dat er sprake is van bespaarde kosten ter zake het schilderwerk.
De kitwerkzaamheden hebben niet plaatsgevonden. De post bedraagt € 3.000,-. Partout Design komt tot een besparing van € 1.950,- waarbij zij een marge rekent van € 1.050,- met als kanttekening dat zij deze werkzaamheden zelf zou uitvoeren. Dat hoeft zij echter niet meer te doen hetgeen ook een besparing met zich meebrengt. De rechtbank gaat uit van een besparing van
€ 2.700,-
10) Vloer.
De kosten verband houdend met de vloer worden door Partout Design volledig in mindering gebracht als bespaarde kosten, met uitzondering van de door haar gehanteerde marge. [gedaagde in conventie] gaat ten onrechte uit van de gewijzigde opdracht van 15 maart 2021, nu deze - zoals hiervoor reeds is overwogen - niet tussen partijen is overeengekomen.
De uitgespaarde kosten bedragen nu de posten in totaal € 16.418,46 bedragen een bedrag van
€ 14.776,61(gehele post minus de marge van 10%).
11) Tegelwerk.
Het betreft een post van in totaal € 2.375,-. Partout Design geeft aan dat de tegels uiteindelijk niet zijn geleverd en dat de vloer niet is gelegd, hetgeen dus resulteert in een besparing van
€ 2.137,50(gehele post minus de marge van 10%).
13) Electra installatie.
De stellingen van [gedaagde in conventie] slagen in zoverre, dat Partout Design niet heeft toegelicht waarom een post € 39.450,- verminderd met € 6.481,13 slechts in een besparing zou resulteren van € 24.024,87. De rechtbank gaat er vanuit het verschil de marge betreft. De marge wordt door de rechtbank begroot op 10 % van € 39.450,- en derhalve op € 3.945,-. De besparing bedraagt derhalve een bedrag van
€ 29.023,87(€ 39.450,- minus € 3.945,- en minus € 6.481,13). [gedaagde in conventie] gaat er in haar overige bezwaren ten onrechte aan voorbij dat het annuleren van werkzaamheden tot kosten kan lijden, ook indien nog geen aanvang is gemaakt met de feitelijke installatiewerkzaamheden.
14) Waterinstallatie en perslucht.
Bij gebreke van enige toelichting zijdens Partout Design gaat de rechtbank er vanuit dat er volgens Partout Design kennelijk sprake is van een marge van € 13.583,- (€ 35.000,- minus € 21.417,-). De creditnota van € 6.210,93 resulterend in een bedrag van € 5.133,- aan bespaarde kosten, volgens Partout Design. [naam 2] heeft € 15.206,07 in rekening gebracht. Uitgaande van een marge van 10 % bedraagt de besparing
€ 16.293,93( € 35.000,- minus marge € 3.500,- minus € 15.206,07).
15) Airco / verwarming / ventilatie WTW.
Bij gebreke van een deugdelijke toelichting en onderbouwing zijdens [gedaagde in conventie] dat het werk niet goed is uitgevoerd, is niet van enige besparing gebleken.
16) Maatwerk meubilair.
Het gaat om een post van € 1.630,- + € 14.245,- + € 599,- + € 17.500,- + € 1.180,- + € 1.296,- + € 765,- = € 37.215,- in verband met de meubelen voor zover niet afgenomen. De bespaarde kosten schat de rechtbank op
€ 33.493,50,-(gehele bedrag deelposten minus de marge van 10%).
18) Sanitair.
Het betreft hier een post van € 930,- + € 195,- + € 483,- + = € 1.608,-. Ook hier ziet het verschil met de door Partout Design opgevoerde bespaarde kosten, op de marge. De rechtbank gaat van een besparing van
€ 1.447,20,-(gehele post minus de marge van 10%).
19) Signing.
De post bedraagt € 4.900,-. Hier geldt eveneens dat het verschil met de door Partout Design opgevoerde bespaarde kosten, ziet op de marge. De rechtbank gaat van een besparing van
€ 4.410,-(gehele post minus de marge van 10%).
20) Algemeen
Deze post ziet op werkzaamheden die verband houden met het ontwerp en de maatvoering, projectmanagement, werkvoorbereiding, planning en aansturing tijdens de bouwperiode. [gedaagde in conventie] voert weliswaar aan dat deze werkzaamheden niet zijn uitgevoerd omdat er sprake zou zijn van mismanagement aan de zijde van Partout Design, maar dit verweer slaagt niet. Immers, gelet op de stand van de werkzaamheden ten tijde van de beëindiging van de overeenkomst, dienen deze werkzaamheden te zijn uitgevoerd. Dat dit anders zou zijn, is door [gedaagde in conventie] niet deugdelijk gemotiveerd onderbouwd. Ook als sprake zou zijn van mismanagement brengt dit enkele feit nog niet met zich mede dat de kosten niet zijn gemaakt zodat niet geconcludeerd kan worden dat sprake is van uitgespaarde kosten. De rechtbank sluit derhalve aan bij de besparing zoals weergegeven door Partout Design van € 7.500,- en € 750,-, derhalve een bedrag van in totaal
€ 8.250,-.
2.6.
Gelet op voorgaande overwegingen betreft het totaal aan uitgespaarde kosten (de som van de vet weergeven bedragen) € 138.518,46.
Voornoemd bedrag dient in mindering te worden gebracht op de totale aanneemsom exclusief BTW.
Aanneemsom € 347.647,50
Niet gemaakte kosten -/-
€ 138.518,46
Totaal exclusief BTW € 209.129,04
Wanneer het bedrag van dit bedrag wordt verhoogd met BTW, leidt dit tot een bedrag van
€ 253,046,14 ( € 209.129,04 x 1,21) inclusief BTW aan verschuldigde aanneemsom.
Op laatstgenoemd bedrag dient in mindering te strekken hetgeen [gedaagde in conventie] reeds heeft voldaan aan Partout Design.
Totaal inclusief BTW € 253.046,14
Betaald door [gedaagde in conventie] incl. BTW -/-
€ 95.468,77
Resteert incl. BTW € 157.577,37
2.7.
Om redenen als uiteengezet in rechtsoverweging 3.10 van voormeld tussenvonnis komt [gedaagde in conventie] geen vordering toe ten aanzien van herstel van beweerdelijke gebreken. De rechtbank heeft overwogen dat het niet behoeven te herstellen van gebreken mogelijkerwijs wel een besparing oplevert, afhankelijk van de vraag of mogelijke gebreken zijn veroorzaakt door Partout Design of haar onderaannemers. Partout Design heeft in haar productie 32 geen opgave gedaan van dergelijke uitgespaarde kosten. Partout Design heeft in haar conclusie van antwoord in reconventie betwist dat sprake was van gebreken in haar werkzaamheden. [gedaagde in conventie] heeft in haar processtukken naar voren gebracht dat wel sprake was van gebreken en heeft facturen overgelegd van bedrijven die de werkzaamheden hebben afgemaakt. Uit de stellingen van [gedaagde in conventie] in het licht van het verweer van Partout Design volgt onvoldoende dat sprake was van gebreken in de uitvoering ten tijde van de beëindiging die te wijten waren aan Partout Design, zodat zij voor het herstel van die gebreken niet haar onderaannemers zou kunnen aanspreken. Algemene termen als onvoldoende coördinatie zijn daartoe onvoldoende. Zo blijkt bijvoorbeeld uit de stellingen van [gedaagde in conventie] niet dat de beweerdelijke gebreken aan de wanden niet verhaalbaar zouden zijn op de onderaannemer Trion en stelt zij bijvoorbeeld zelfs dat de werkzaamheden ten behoeve van de sleuven uiteindelijk door derden volgens het plan van Partout Design zijn aangebracht. Dat voor Partout Design sprake was van uitgespaarde kosten omdat zij geen gebreken diende te herstellen die zij niet zou kunnen verhalen op haar onderaannemers is door [gedaagde in conventie] onvoldoende onderbouwd inzichtelijk gemaakt.
2.8.
De slotsom luidt dan ook, dat [gedaagde in conventie] gehouden is om een bedrag van € 157.577,37 inclusief BTW aan Partout Design te voldoen. [gedaagde in conventie] zal dan ook worden veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan Partout Design, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over dit bedrag zoals gevorderd vanaf de dag der dagvaarding (13 augustus 2021) tot aan de dag der algehele voldoening.
2.9.
Partout Design vordert een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van € 3.529,95. De verschuldigdheid van buitengerechtelijke incassokosten is door [gedaagde in conventie] als zodanig niet betwist, zodat deze zullen worden toegewezen, met dien verstande dat een bedrag van € 2.450,77,- aan buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen, zijnde het tarief conform de toepasselijke staffel.
2.10.
[gedaagde in conventie] zal in conventie als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Hat salaris advocaat aan de zijde van Partout Design zal worden gesteld op 2 punten van het liquidatietarief (i.v.m. dagvaarding en mondelinge behandeling). Aan de conclusie na tussenvonnis wordt geen (half) punt toegekend omdat de raadsman van Partout Design heeft nagelaten productie 32 van Partout Design van een eigen toelichting te voorzien. De proceskosten worden aan de zijde van Partout Design tot op heden begroot op een bedrag van:
- kosten dagvaardingexploot € 110,04
- griffierecht: € 4.200,00
- salaris advocaat:
€ 3.414,00(2 x tarief V ad €1.707,- )
Totaal € 7.724,04
2.11.
In reconventie zal [gedaagde in conventie] als de in het ongelijk gestelde partij eveneens in de proceskosten worden veroordeeld. Het salaris advocaat aan de zijde van Partout Design zal worden bepaald op halve punten van het liquidatietarief nu het verweer in reconventie grotendeels voortvloeit uit de stellingnames in conventie. De proceskosten worden aan de zijde van Partout Design tot op heden begroot op een bedrag van € 1.707,00 (2 x tarief V ad € 1.707,- x 0,5).

3.De beslissing

In conventie

3.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie] tot betaling van een bedrag van € 157.577,37 inclusief BTW
aan Partout Design, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding (13 augustus 2021) tot aan de dag der algehele voldoening;
3.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie] tot betaling van een bedrag van € € 2.450,77, aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding (13 augustus 2021) tot aan de dag der algehele voldoening;
3.3.
wijst af het meer of anders gevorderde;
In reconventie
3.4.
wijst de vorderingen van [eiser in reconventie] af;
In conventie en in reconventie
3.5.
veroordeelt [gedaagde in conventie] in de proceskosten, die tot op heden aan de zijde van Partout Design worden begroot op een bedrag van € 9.431,04 (7.724,04 + € 1707,-) te vermeerderen met nakosten ten bedrage van € 255,00 zonder betekening van het vonnis en verhoogd met € 85,00 in geval van betekening, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten vanaf de 15e dag na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening, voor het geval [gedaagde in conventie] niet binnen 14 dagen na het wijzen van dit vonnis deze kosten mocht hebben voldaan;
3.6.
verklaart de veroordelingen onder 3.1, 3.2., en 3.5. uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Heuvel en in het openbaar uitgesproken op 1 februari 2023.