Op 10 maart 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. F. Sarrari, en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Eiseres had op 4 april 2022 digitaal beroep ingesteld tegen het besluit van DUO van 22 februari 2022, waarin het bezwaar van eiseres tegen het besluit van 12 oktober 2021, dat de aanvullende beurs voor het jaar 2022 op nihil had vastgesteld, niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft op 9 februari 2023 de zitting gehouden, waarbij DUO niet aanwezig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat DUO ten onrechte het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiseres had op 22 februari 2022, binnen de gestelde termijn, de gronden van bezwaar ingediend. De rechtbank oordeelde dat DUO de termijn voor het indienen van de nadere motivering verkeerd had geïnterpreteerd. Hierdoor was het bezwaar van eiseres ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en DUO opgedragen om het bezwaar alsnog inhoudelijk te behandelen.
Daarnaast heeft de rechtbank DUO veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 50,- en de proceskosten van eiseres vastgesteld op € 1.674,-. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.