ECLI:NL:RBZWB:2023:1648
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding na toekenning energietoeslag
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 maart 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. De verzoekster had een aanvraag ingediend voor een eenmalige energietoeslag, welke aanvankelijk op 23 juni 2022 door verweerder was afgewezen. Na het indienen van bezwaar, werd het bezwaar ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 22 augustus 2022. Vervolgens heeft verzoekster beroep ingesteld tegen dit besluit. Op 21 november 2022 trok verweerder het bestreden besluit in en besloot alsnog dat verzoekster recht had op een energietoeslag van € 1.300,-. Hierop trok verzoekster haar beroep in, maar verzocht verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten, waaronder het betaalde griffierecht van € 50,-. De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren, waarop verweerder heeft aangegeven de griffiekosten te vergoeden.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank overweegt dat, hoewel verweerder tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoekster, er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Het griffierecht valt namelijk niet onder de proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Echter, op grond van artikel 8:41, zevende lid, van de Awb is verweerder verplicht het door verzoekster betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden. De rechtbank gaat ervan uit dat verweerder na deze uitspraak daadwerkelijk overgaat tot vergoeding van het griffierecht aan verzoekster.
De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen, maar bevestigt dat verweerder het griffierecht moet vergoeden. Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.