ECLI:NL:RBZWB:2023:1677

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
15 maart 2023
Zaaknummer
10220775 CV EXPL 22-4401
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • R. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning na minnelijke regeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 maart 2023 uitspraak gedaan in een bodemprocedure tussen Stichting Leystromen en de bewindvoerder van [gedaagde]. De eisende partij, Leystromen, heeft de kantonrechter verzocht om de huurovereenkomst met [gedaagde] te ontbinden en om ontruiming van de woning te gelasten. De partijen hebben eerder een minnelijke regeling getroffen en een gebruiksovereenkomst ondertekend, waarin is afgesproken dat de bewindvoerder de woning binnen 14 dagen na betekening van het vonnis dient te ontruimen. De bewindvoerder heeft verweer gevoerd tegen de vorderingen van Leystromen, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat de overeenkomst tussen partijen bindend is. De rechter heeft de vorderingen van Leystromen toegewezen, met de bepaling dat ieder der partijen de eigen proceskosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ook al kan er nog beroep worden aangetekend. De zaak illustreert de toepassing van het verbintenissenrecht in het kader van huurovereenkomsten en de rol van de kantonrechter in het faciliteren van minnelijke schikkingen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10220775 \ CV EXPL 22-4401
Vonnis van 8 maart 2023
in de zaak van
STICHTING LEYSTROMEN,
te Tilburg,
eisende partij,
gemachtigde: mr. P.L.T. Roks,
tegen
[bewindvoerder],
in haar hoedanigheid van bewindvoerder over alle goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan [gedaagde],
te [plaats 1] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als “Leystromen”, “de bewindvoerder” en “ [gedaagde] ”.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 21 december 2022;
  • de e-mailberichten van de gemachtigde van Leystromen van 17 februari 2023 met bijlagen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1.
Leystromen vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. te ontbinden de tussen Leystromen en [gedaagde] bestaande huurovereenkomst met betrekking tot de woning te ( [postcode] ) [plaats 2] , aan het [adres]
;
II. de bewindvoerder te veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis, althans binnen een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, de woning te ( [postcode] ) [plaats 2] aan het [adres] te ontruimen en te verlaten, met alle goederen en al de personen die zijdens [gedaagde] in voormelde woning verblijven en deze woning ter vrije en algehele beschikking van Leystromen te stellen, onder afgifte van de sleutels;
III. de bewindvoerder te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder begrepen de nakosten.
2.2.
De bewindvoerder heeft bij conclusie van antwoord verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van Leystromen.
2.3.
Bij e-mailberichten van 17 februari 2023 heeft de gemachtigde van Leystromen aan de kantonrechter bericht dat partijen een minnelijke regeling met elkaar hebben getroffen. Die regeling is in een “
gebruiksovereenkomst zelfstandige woonruimte na rechterlijke ontbinding huurovereenkomst” vastgelegd. Deze gebruiksovereenkomst is ondertekend door mevrouw [naam] namens Leystromen alsmede door de bewindvoerder en [gedaagde] .
Vanwege deze minnelijke regeling heeft de mondelinge behandeling van 23 februari 2023 niet plaatsgevonden.
2.4.
In artikel 1.4 van de hiervoor vermelde gebruiksovereenkomst is bepaald: “
Partijen verzoeken de kantonrechter om in de procedure met zaak- en rolnummer 10220775 CV EXPL 22-4401 de vorderingen van Leystromen toe te wijzen, met dien verstande dat ieder der partijen de eigen proceskosten draagt.
2.5.
Nu zowel Leystromen als de bewindvoerder en [gedaagde] hebben ingestemd met de getroffen regeling en daartoe een gebruiksovereenkomst hebben getekend, zal de kantonrechter – gelet op artikel 1.4 van die overeenkomst – de vorderingen van Leystromen toewijzen, zoals is verzocht. Daarbij zullen de proceskosten worden gecompenseerd.
2.6.
Beslist wordt als volgt.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
ontbindt met ingang van de dag na heden de huurovereenkomst tussen Leystromen en [gedaagde] betreffende de woning met aanhorigheden, staande en gelegen te ( [postcode] ) [plaats 2] , aan het [adres] ;
3.2.
veroordeelt de bewindvoerder om de woning binnen twee weken na de betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten, met alle goederen en al de personen die zijdens [gedaagde] in voormelde woning verblijven en deze woning ter vrije en algehele beschikking van Leystromen te stellen onder afgifte van alle sleutels;
3.3.
bepaalt dat ieder van partijen de eigen proceskosten dient te dragen;
3.4.
verklaart de hiervoor uitgesproken uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2023.