ECLI:NL:RBZWB:2023:1681

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 maart 2023
Publicatiedatum
15 maart 2023
Zaaknummer
AWB- 22_5437
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht

In deze zaak heeft eiseres bezwaar gemaakt tegen de beslissing op bezwaar van de Belastingdienst/Toeslagen, die op 3 oktober 2022 is genomen. Dit bezwaar betreft de afwijzing van een verzoek om schadevergoeding. De Belastingdienst heeft het bezwaarschrift van eiseres aangemerkt als een beroepschrift en dit doorgezonden naar de rechtbank. De rechtbank heeft op 13 maart 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft overwogen dat eiseres het griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald. De griffier heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, zowel per gewone als per aangetekende brief, maar eiseres heeft dit verzuimd. Er is geen verontschuldiging voor het niet tijdig betalen van het griffierecht gegeven, waardoor de rechtbank geen andere keuze had dan het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.

De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, en is geanonimiseerd gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak, binnen een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/5437

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 maart 2023 in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres

en

Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van
3 oktober 2022 (het bestreden besluit) inzake de afwijzing van het verzoek om schadevergoeding. Verweerder heeft dit bezwaarschrift aangemerkt als een beroepschrift en dit doorgezonden naar de rechtbank.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
De griffier heeft eerst bij gewone brief en vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 23 december 2022 eiseres in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van zowel de eerste brief als de tweede (aangetekende) brief.
Eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, in aanwezigheid van
B.C. van Sprundel-Thelosen, griffier, op 13 maart 2023 door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.